Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 08-03-2022, ECLI:NL:GHARL:2022:1742, 19/00406

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 08-03-2022, ECLI:NL:GHARL:2022:1742, 19/00406

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
8 maart 2022
Datum publicatie
18 maart 2022
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2022:1742
Formele relaties
Zaaknummer
19/00406

Inhoudsindicatie

BPM. Diverse formeelrechtelijke geschilpunten.

Uitspraak

locatie Arnhem

nummer 19/00406

uitspraakdatum: 8 maart 2022

Uitspraak van de eenentwintigste enkelvoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[belanghebbende] te [woonplaats] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 25 februari 2019, nummer LEE 18/1272 in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Centrale administratieve processen (hierna: de Inspecteur)

alsmede de Staat der Nederlanden (de Minister van Justitie en Veiligheid; hierna: de Minister)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Belanghebbende heeft ter zake van een personenauto van het merk en type BMW 750d X drive een bedrag van € 1.033 aan belasting van personenauto’s en motorrijwielen (hierna: bpm) op aangifte voldaan.

1.2.

Het bezwaar tegen de voldoening op aangifte is door de Inspecteur bij uitspraak op bezwaar gegrond verklaard. De Inspecteur heeft de verschuldigde bpm verminderd met € 208. Voorts heeft de Inspecteur een proceskostenvergoeding toegekend van € 498.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard voor zover het de belastingrente betreft, de te vergoeden belastingrente vastgesteld op een bedrag berekend over de teruggaaf bpm over de periode 1 april 2018 tot en met 2 mei 2018, de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten tot een bedrag van € 256 en de Inspecteur opgedragen het door belanghebbende betaalde griffierecht tot een bedrag van € 170 te vergoeden, beide bedragen te vermeerderen met de wettelijke, te rekenen vanaf vier weken na de datum waarop de Rechtbank uitspraak heeft gedaan (25 februari 2019).

1.4.

Namens belanghebbende heeft A.F.M.J. Verhoeven van Netcar Juridische Dienstverlening BV tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5.

Bij tussenuitspraak van 16 maart 2021, ECLI:NL:GHARL:2021:2413 heeft het Hof de gemachtigde van belanghebbende A.F.M.J. Verhoeven in deze procedure geweigerd op de voet van artikel 8:25 van de Algemene wet bestuursrecht.

1.6.

Bij bericht van 25 maart 2021 heeft Verhoeven voornoemd het Hof meegedeeld dat bij wijze van substitutie mevrouw L. Imants namens belanghebbende als gemachtigde zal optreden.

1.7.

Het Hof heeft op 23 juli 2021 de onderhavige zaak ter zitting behandeld. Daarbij is als vervanger van mevrouw L. Imants voornoemd, de heer J.A. Cardol verschenen. Ter zitting heeft de heer Cardol een verzoek tot wraking ingediend ten aan zien van de behandeld raadsheer in deze zaak, te weten: mr. T. Tanghe.

1.8.

Bij uitspraak van 24 augustus 2021 heeft de wrakingskamer het verzoek tot wraking afwezen en bepaald dat een volgend verzoek tot wraking met betrekking tot deze zaak niet in behandeling zal worden genomen.

1.9.

Het onderzoek ter zitting heeft via beeldbellen plaatsgevonden op 9 december 2021. Daarbij zijn verschenen en gehoord de gemachtigde van belanghebbende, L. Imants (hierna: gemachtigde), alsmede namens de Inspecteur mr. [naam1] , bijgestaan door mr. [naam2] . Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende heeft voor een uit een andere lidstaat afkomstige gebruikte auto, merk BMW 750d X drive, melding gedaan in verband met de registratie in het Nederlands kentekenregister. Ter zake hiervan heeft hij op 29 mei 2017 een bedrag van € 1.033 – berekend met behulp van een taxatierapport, waarbij het schadebedrag is vastgesteld op 100% van de geraamde herstelkosten – aan bpm aangegeven en op 31 mei 2017 op aangifte voldaan. De datum eerste toelating van de auto is 19 september 2012. De datum tenaamstelling van de auto is 2 juni 2017.

2.2.

In de uitspraak op bezwaar is opgenomen dat een hoorgesprek heeft plaatsgevonden op 15 januari 2018 en dat het verslag daarvan op 24 januari 2018 aan gemachtigde is verzonden.

3 Geschil

Tussen partijen zijn verschillende punten in geschil die in onderdeel 4 nader zullen worden vermeld.

4 Beoordeling van het geschil

3 Beslissing

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing