Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 31-05-2022, ECLI:NL:GHARL:2022:4330, 19/01393
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 31-05-2022, ECLI:NL:GHARL:2022:4330, 19/01393
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 31 mei 2022
- Datum publicatie
- 10 juni 2022
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2022:4330
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBNNE:2019:3951, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2024:1585
- Zaaknummer
- 19/01393
Inhoudsindicatie
OB. Activiteiten met betrekking tot het organiseren en faciliteren van muzikale activiteiten vormen één ondeelbare economische prestatie waarop het algemene tarief van toepassing is.
Uitspraak
locatie Leeuwarden
nummer: 19/01393
uitspraakdatum: 31 mei 2022
Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Leeuwarden (hierna: de Inspecteur)
tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 19 september 2019, nummer LEE 17/718, in het geding tussen de Inspecteur en
[belanghebbende] te [woonplaats] (hierna: belanghebbende).
1 Ontstaan en loop van het geding
Belanghebbende heeft over de maand juni 2015 een aangifte omzetbelasting ingediend.
Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de voldoening op aangifte.
De Inspecteur heeft het bezwaar ongegrond verklaard.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd en het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. Voorts heeft de Rechtbank de Inspecteur veroordeeld tot het betalen van een bedrag van € 750 aan immateriële schadevergoeding, tot het vergoeden van het griffierecht van € 168 en tot het betalen van een bedrag van € 1.249,48 aan proceskosten. Ook heeft de Rechtbank de Minister voor Rechtsbescherming veroordeeld tot het betalen van een immateriële schadevergoeding van € 1.500.
De Inspecteur heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 23 maart 2022. Daarbij zijn verschenen en gehoord belanghebbende bijgestaan door zijn gemachtigde mr. drs. G.W. Beuker, alsmede [naam1] namens de Inspecteur, bijgestaan door [naam2] en [naam3] . Deze zaak is gezamenlijk behandeld met de zaak van belanghebbende, die bij het Hof bekend is onder nummer 20/00937. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 Vaststaande feiten
Belanghebbende is werkzaam als dirigent van zangkoren in binnen- en buitenland. Daarnaast treedt belanghebbende solistisch op als zanger bij koorconcerten en kerkdiensten en organiseert hij koorreizen. Belanghebbende heeft één werknemer, een dirigente, in loondienst.
Belanghebbende bedenkt en organiseert tevens specifieke concerten voor zogenoemde Grootkoren op aansprekende locaties en in samenwerking met bekende solisten en/of orkesten. Bij een Grootkoor wordt op projectbasis gewerkt. Voor ieder Grootkoorproject zoekt belanghebbende zangers voor deelname aan het Grootkoor. Hij huurt de repetitieruimtes, de ruimtes waar de concerten plaatsvinden en hij regelt de samenwerking met de solisten en/of orkesten. Ook maakt hij reclame voor zijn repetities/concerten via posters, billboards, persberichten in lokale kranten en radio-interviews. Voor het verlenen van toegang tot de optredens van het Grootkoor worden door belanghebbende entreegelden van de bezoekers ontvangen of het optreden wordt "uitgekocht" waarmee de entreegelden door de locatie-exploitant worden geheven. De Grootkoordeelnemers betalen € 55 aan belanghebbende voor deelname aan één project. Tijdens de eerste repetitie ontvangen de Grootkoordeelnemers een koorboek en een CD met de muziek. Bij de vijf repetities van drie uur per repetitie, de generale repetitie van het Grootkoor en de uitvoering van het concert treden belanghebbende en/of zijn werknemer op als dirigent van het Grootkoor. Belanghebbende organiseert zijn Grootkoorprojecten op 9 à 10 locaties in het land. Per locatie zijn er jaarlijks 2 à 3 Grootkoorprojecten. Iedere locatie heeft in principe zijn eigen concert. Belanghebbende geeft jaarlijks een Grootkoor magazine uit met informatie over de koorprojecten, koorreizen en andere activiteiten.
In reviews van Grootkoordeelnemers op belanghebbendes website ( [website] ) stond onder meer het volgende:
‘Een beter medicijn bestaat niet
“Het Grootkoor heeft mijn leven veranderd. Ik heb lieve vrienden gekregen in het Grootkoor en zing op plekken in de wereld waar ik vroeger alleen maar van kon dromen. Muziek is emotie en in het Grootkoor kan ik die emotie met anderen delen. Zingen, een beter medicijn bestaat er niet!”
[naam4] (leeftijd)
(foto)
Zingen geeft mij energie
“Zingen doe ik heel graag en het liefst samen. Het is voor mij ontspanning, gezonde inspanning en geeft mij energie. Tijdens het samen zingen, het toewerken naar een concert en het reizen ontstaan warme contacten. Je deelt samen mooie momenten. Dat alles maakt het Grootkoor voor mij waardevol.”
[naam5] (leeftijd)
(foto)
Alles even vergeten
“Elke keer als ik in het koor zing geniet ik, al vele jaren lang. Niet enkel door samen te zingen, ook van de sfeer tijdens een repetitie. Ik kan me helemaal overgeven en alles even vergeten. Heerlijk. Ik hoop het nog lang te blijven doen.”
[naam6] (leeftijd)
(foto)
Ik word dus blij van zingen…
“Ik ben zo’n blije kerel die na een concert of koorrepetitie, ook in de pauze, nog loopt te zingen. Dit geeft leuke reacties en vaak een glimlach. Ik word dus blij van zingen in het Grootkoor! Zelfs bij het skiën op de piste, zing ik nog kerstliederen. Dat gaat net als het afdalen vanzelf.”
[naam7] (leeftijd)
(foto)
Zingen in de mooiste kerken ter wereld
“Zingen in het Grootkoor vind ik een bijzondere belevenis. Ik ga er altijd graag heen en ga met een nog beter gevoel weer naar huis. Door de prettige sfeer, waarin serieus bezig zijn, kwaliteit en humor samenkomen.
Ook is het fijn om thuis de muziek te beluisteren en te oefenen, waardoor we na een paar keer al een prachtig concert kunnen geven met bijzondere solisten.
Daarnaast zijn er de fantastische koorreizen. Zingen in de mooiste kerken van de wereld, luisteren naar ontroerende solo’s van de dirigenten en daaraan mogen bijdragen! Ik ben heel dankbaar dat ik dit allemaal mag meemaken.”
[naam8] (leeftijd)
(foto)’
Belanghebbende heeft in 2020 onder 37 willekeurige deelnemers aan een Grootkoor een enquête laten houden voor marketingdoeleinden. Op de vraag ‘Welke onderdelen van het zingen bij een Grootkoor geven u het meeste plezier (Selecteer één of meerdere antwoorden)’ werd 37 keer aangegeven ‘zingen onder leiding van een professionele dirigent’, 26 keer ‘zingen voor publiek’, 23 keer ‘gezellig samenzijn’, 8 keer ‘de ruimte/locatie’ en 6 keer ‘anders’.
Belanghebbende heeft de door hem gewerkte uren op jaarbasis toegerekend aan de diverse activiteiten met betrekking tot het Grootkoor. Aan de muzikale activiteiten zijn 323 uren toegerekend, waarvan 243 aan het leiden van de koorrepetities, generale repetities en concerten en 80 uur aan het uitzoeken, uitwerken en instuderen van de muziek. Aan reistijd kunnen (maximaal) 900 uren worden toegerekend. Aan andere activiteiten, te weten het huren van locaties, het maken van publiciteit en het verrichten en ontvangen van betalingen, zijn 14,5 uren toegerekend.
Belanghebbende is ondernemer voor de omzetbelasting. In de aangifte omzetbelasting over de maand juni 2015 heeft hij het volgende aangegeven:
omzet omzetbelasting
belast met 21% € 2
Af: voorbelasting € 2
totaal te betalen: nihil
De aangifte is ingediend op de laatste dag van de aangiftetermijn, te weten 31 juli 2015.
Tot de processtukken behoort een document van de Kennisgroep Formeel Recht van de Belastingdienst d.d. 8 februari 2022, versienummer 20-206-0026, met als onderwerp de rechtsvraag: “Bezwaar tegen nihilaangifte omzetbelasting of tegen voldoening op aangifte omzetbelasting kan ertoe leiden dat meer belasting wordt teruggegeven dan eerder is voldaan.” In dit document staat onder meer:
‘Op basis van de letterlijke tekst van artikel 26 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) is er geen mogelijkheid om tegen een nihilaangifte in bezwaar en beroep te komen. Dit levert een lacune in de rechtsbescherming op. Met het arrest van de Hoge Raad van 5 februari 2021, ECLI:NL:HR:2021:179 in het achterhoofd, neemt de kennisgroep het standpunt in dat in deze leemte kan worden voorzien door een tijdige nihilaangifte gelijk te stellen met een voldoening op aangifte van nihil.’
3 Geschil
Het materiële geschil tussen partijen betreft het antwoord op de vraag of belanghebbende uit de vergoeding van € 55 die hij ontvangt per Grootkoordeelnemer omzetbelasting naar een tarief van 6% verschuldigd is (hetgeen belanghebbende bepleit), of naar een tarief van 21% (hetgeen de Inspecteur bepleit).
De Inspecteur heeft in hoger beroep gesteld dat de niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar door de Rechtbank onjuist is. Belanghebbende is het daarmee eens en heeft voorts verzocht om een immateriële schadevergoeding.