Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 09-08-2022, ECLI:NL:GHARL:2022:7032, 21/00898

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 09-08-2022, ECLI:NL:GHARL:2022:7032, 21/00898

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
9 augustus 2022
Datum publicatie
19 augustus 2022
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2022:7032
Formele relaties
Zaaknummer
21/00898
Relevante informatie
Art. 3.54 Wet IB 2001

Inhoudsindicatie

VPB. Aan- en verkopen van cultuurgrond en (woon)boerderijen. Ruilarresten. Neemt op transactieniveau het verworven activum zowel functioneel als economisch binnen de handelsvoorraad dezelfde plaats in als het vervreemde activum?

Uitspraak

locatie Leeuwarden

nummer BK-ARN 21/00898

uitspraakdatum: 9 augustus 2022

Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[belanghebbende] B.V. te [vestigingsplaats] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 23 juni 2021, nummer LEE 20/112, ECLI:NL:RBNNE:2021:2691, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Leeuwarden (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan [naam1 1] B.V. is voor het jaar 2015 een aanslag in de vennootschapsbelasting (hierna: Vpb) opgelegd. Bij beschikking is belastingrente berekend.

1.2.

De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar het bezwaar ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft verweer gevoerd.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 14 juni 2022. Daarbij zijn verschenen en gehoord drs. J.W.F. Schijvens, als de gemachtigde van belanghebbende, bijgestaan door [naam1 2] , alsmede [naam2] namens de Inspecteur, bijgestaan door [naam3] en [naam4] . Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende is opgericht op 28 december 2018. Op 17 oktober 2019 is de fusieakte verleden van de fusie tussen belanghebbende en [naam1 1] B.V. waarbij belanghebbende als verkrijgende rechtspersoon en [naam1 1] B.V. als verdwijnende rechtspersoon waren betrokken. Belanghebbende heeft de activiteiten van [naam1 1] B.V. ongewijzigd voortgezet. In het vervolg van deze uitspraak wordt voor zover het de periode tot de fusie betreft met belanghebbende bedoeld [naam1 1] B.V. en voor zover het de periode na de fusie betreft [belanghebbende] B.V.

2.2.

De activiteiten van belanghebbende bestaan uit handel in agrarisch vastgoed, meer specifiek het aan- en verkopen van boerderijen, cultuurgrond, zoals akkerbouwgrond en grasland/weilanden (hierna: cultuurgrond), productierechten, waaronder fosfaatrechten, en vee.

2.3.

De klantenkring van belanghebbende bestaat uit agrarische ondernemers, projectontwikkelaars en ook een bedrijf dat grond koopt om zonnepanelen te plaatsen.

2.4.

Belanghebbende koopt complete agrarische bedrijven inclusief boerderij, agrarische opstallen, productierechten, landbouwmachines en vee om deze bedrijven weer in hun geheel te verkopen, dan wel uit te ponden om zo de losse bestanddelen afzonderlijk te verkopen. Daarbij gaat het voornamelijk om melkveebedrijven, maar ook varkenshouderijen, pluimveebedrijven en akkerbouwbedrijven.

2.5.

Belanghebbende geeft een deel van de door haar aangekochte cultuurgrond – al dan niet als onderdeel van een compleet aangekocht landbouwbedrijf – uit in kortdurende liberale pacht en koopt ook cultuurgrond die al dan niet kortdurend is verpacht. Belanghebbende verwerft het agrarisch vastgoed – waaronder de cultuurgrond – met de bedoeling om dit op een geschikt moment weer te verkopen. Verkoop vindt ook plaats aan degene aan wie de grond eerst in kortdurende pacht is gegeven. Belanghebbende tracht bij verkoop van grond ook agrarische rechten en vee te verkopen. De gemiddelde omloopsnelheid van de cultuurgronden - het tijdsverloop tussen aan- en verkoop van een perceel cultuurgrond door belanghebbende - bedraagt 230 dagen.

2.6.

De activa van belanghebbende bestaan voor het overgrote deel uit een handelsvoorraad. Gedurende het jaar 2015 bedroeg de waarde van de handelsvoorraad circa € 25 miljoen.

2.7.

Belanghebbende heeft in het jaar 2015 verschillende onroerende zaken verworven en vervreemd. Tot de gedingstukken behoort een zestal overzichten. Deze overzichten die zien op het jaar 2015 bevatten 22 aan- en verkopen en ruiling van cultuurgrond en 3 aan- en verkopen en ruiling van (woon)boerderijen. De ‘matches’ in deze overzichten van ‘ruiling’ zijn gemaakt op basis van aantallen hectaren en ook op basis van boekwaarden. Volgens deze overzichten wordt het transactieresultaat op cultuurgrond tot een bedrag van € 1.516.900 en op (woon)boerderijen tot een bedrag van € 282.942 niet tot de belastbare winst gerekend.

2.8.

Belanghebbende heeft voor het jaar 2015 aangifte Vpb gedaan naar een belastbare winst van € 87.550.

2.9.

De Inspecteur heeft in afwijking van de ingediende aangifte met dagtekening 15 december 2018 aan belanghebbende een aanslag in de Vpb opgelegd naar een belastbare winst (tevens belastbaar bedrag) van € 2.672.283.

3 Geschil

3.1.

In geschil is of belanghebbende bij het bepalen van de in het jaar 2015 genoten winst met toepassing van de ruilarresten de voormelde behaalde winsten van € 1.516.900 respectievelijk € 282.942 mag afboeken op de kostprijs van de vervangende aankopen, waardoor de winstneming wordt uitgesteld.

3.2.

Belanghebbende beantwoordt die vraag bevestigend en de Inspecteur ontkennend. Ter zitting heeft belanghebbende haar beroep op het gelijkheidsbeginsel ingetrokken.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing