Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 08-02-2022, ECLI:NL:GHARL:2022:912, 20/00242
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 08-02-2022, ECLI:NL:GHARL:2022:912, 20/00242
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 8 februari 2022
- Datum publicatie
- 18 februari 2022
- ECLI
- ECLI:NL:GHARL:2022:912
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2019:6034, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Zaaknummer
- 20/00242
Inhoudsindicatie
OB. Huisartsenpraktijk. Belanghebbende verricht naast zijn werkzaamheden als huisarts ondersteunende en coördinerende diensten voor stichting die zorgbehandelplannen ontwikkelt. Medische vrijstelling niet van toepassing op diensten voor stichting. Sociaal-culturele vrijstelling ook niet van toepassing.
Uitspraak
locatie Arnhem
nummer: 20/00242
uitspraakdatum: 8 februari 2022
Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Utrecht (hierna: de Inspecteur)
tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 23 december 2019, nummer 17/4924, in het geding tussen de Inspecteur
en
[belanghebbende] te [vestigingsplaats] (hierna: belanghebbende)
en
de Staat der Nederlanden (de Minister van Justitie en Veiligheid; hierna: de Minister).
1 Ontstaan en loop van het geding
Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de voldoening op aangifte omzetbelasting met betrekking tot het derde kwartaal 2016.
De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar het bezwaar ongegrond verklaard.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak van de Inspecteur vernietigd, de verschuldigde omzetbelasting vastgesteld op nihil en bepaald dat de Inspecteur de betaalde omzetbelasting over het derde kwartaal van 2016 ten bedrage van € 3.871 aan belanghebbende zal restitueren. Voorts heeft de Rechtbank de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende en gelast dat de Inspecteur het door belanghebbende betaalde griffierecht vergoedt.
De Inspecteur heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 16 november 2021. Daarbij zijn verschenen en gehoord mr. E.E. Tissen, als de gemachtigde van belanghebbende, bijgestaan door de huisartsen [naam1] en [naam2] , alsmede [naam3] , namens de Inspecteur, bijgestaan door [naam4] , [naam5] en [naam6] . De zaken met zaaknummers 20/00242 tot en met 20/00244, 20/00246 tot en met 20/00256, 20/00262 tot en met 20/00266, 20/00268 tot en met 20/00271, 20/00274 tot en met 20/00278 en 20/00281 tot en met 20/00283 zijn ter zitting gelijktijdig behandeld. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.
2. Vaststaande feiten
Belanghebbende exploiteert een huisartsenpraktijk. Hij verricht naast zijn werkzaamheden als huisarts ondersteunende en coördinerende diensten (zoals de ontwikkeling van zorgbehandelplannen) voor de Stichting [naam7] (hierna: de stichting).
De stichting is opgericht door eerstelijnszorgpartners (hierna: de zorgverleners) en stelt zich tot doel voor de geïntegreerde eerstelijnszorg (hierna: GEZ) met belanghebbende en andere zorgverleners zorgprogramma’s te maken, de zorg op elkaar af te stemmen, aan elkaar te rapporteren en de zorg te evalueren. Er worden zorgbehandelplannen ontwikkeld voor specifieke groepen patiënten per wijk. Bij de stichting zijn naast huisartsen ook andere zorgverleners, zoals diëtisten, apothekers en fysiotherapeuten aangesloten.
In het kader van de GEZ worden de personele inzet, organisatie en infrastructuur bekostigd die nodig zijn voor de multidisciplinaire samenwerking tussen zorgverleners in de eerste lijn. Die inzet, organisatie, infrastructuur en samenwerking richten zich op de multidisciplinaire eerstelijnszorg en op de resultaten daaruit op het vlak van kwaliteit, doelmatigheid, patiëntgerichtheid (service) en innovatie. In Beleidsregel BR/CU-7157 van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) wordt de GEZ module als volgt omschreven:
“6.2.3 Module geïntegreerde eerstelijnszorg
De “Module geïntegreerde eerstelijnszorg" biedt patiënten de voordelen van multidisciplinaire samenwerking tussen zorgverleners voor wat betreft het leveren van geïntegreerde eerstelijnszorgproducten. Het tarief is een vergoeding voor de kosten van personele inzet, organisatie en infrastructuur die nodig is voor die samenwerking.
Binnen de module onderscheiden we twee prestaties:
(…)
Voorwaarden, voorschriften en beperkingen:
1. Indien voor samenwerking (sector)specifieke beleidsregels zijn opgesteld, dan gelden die specifieke beleidsregels.
2. De modules kunnen enkel in rekening worden gebracht door een samenwerkingsverband ter bevordering van structurele multidisciplinaire samenwerking in de eerstelijnszorg.
3. Voornoemd samenwerkingsverband is een organisatorisch verband, waarbinnen een aantal beroepsbeoefenaren uit de eerste lijn structureel met elkaar samenwerkt. Deze samenwerking bestaat in ieder geval uit samenwerking tussen een zorgaanbieder die de basisvoorziening huisartsenzorg verleent of kan verlenen met een of meer zorgaanbieders die andere zorg verlenen of kunnen verlenen. Zij bieden en leveren gezamenlijk een geïntegreerd op elkaar afgestemd doelmatig zorgaanbod.”
De samenwerkingsovereenkomst tussen de stichting en de daarbij aangesloten zorgverleners (hierna: overeenkomst 1) vermeldt – voor zover hier van belang – het volgende:
(…)
Verklaring tussen Partij A: [naam stichting]
en
Partij B: [naam belanghebbende]
(...)
Overwegende dat:
1. Partijen geven gezamenlijk invulling aan geïntegreerde eerstelijnszorg op basis van de NZabeleidsregel "samenwerking ten behoeve van geïntegreerde eerstelijnszorgproducten";
2. Onder geïntegreerde eerstelijnszorg wordt verstaan de afspraken tussen zorgverleners over de inhoud van de zorg en over onderlinge afstemming bij omschreven patiëntengroepen en/of problematiek, gericht op de vraag van de patiënt;
3. Dat de samenwerkingsovereenkomst, hierna ook aangeduid als "Overeenkomst", betrekking heeft op naleving van de afspraken in het kader van de NZa-beleidsregel "samenwerking ten behoeve van geïntegreerde eerstelijnszorgproducten" en in het bijzonder de gecontracteerde GEZ module met [naam8] op basis van deze beleidsregel alsmede hiermee samenhangende activiteiten.
Komen het volgende overeen:
Artikel 1 Doel van de Overeenkomst
Partijen streven naar een verdere verbreding van een draagvlak met betrekking tot de ambitie zoals verwoord onder "overwegende dat" waarbij in het kader van deze Overeenkomst het accent in eerste instantie zal liggen op de ingeschreven patiënten bij de aangesloten huisartspraktijken;
1. Partijen streven er naar multidisciplinaire werkafspraken vast te leggen;
2. Partijen vormen een aanspreekbare organisatie waarbij nadere afspraken zijn vastgelegd aangaande de betrokkenheid en invloed van de partijen;
3. Partijen streven ernaar te komen tot contractering en zo mogelijk structurele financiering van de activiteiten en de organisatie met betrekking tot de beoogde aanspreekbare organisatie, waarbij naast contractering op basis van de module geïntegreerde 1e lijns samenwerkingsverbanden met [naam9] contractering met andere partijen zoals de gemeente denkbaar is;
4. Partijen hebben de intentie de activiteiten op gebied van onder andere chronische zorg, doelmatigheidsafspraken, multidisciplinair zorgprogramma's en patiëntgerichtheid verder in te bedden en voor te bereiden conform de contractvoorwaarden van zorgverzekeraars en in eerste instantie [naam9] ;
(…)
Artikel 2 Uitgangspunten en activiteiten
1. Partijen blijven autonoom in zoverre die autonomie niet beperkt wordt door onderlinge afspraken in het kader van deze Overeenkomst of daarbuiten;
2. Partij A zal voorlopig met de volgende activiteiten worden belast:
• vertegenwoordiging van betrokken Partijen en derden zoals bedoeld in artikel 1 met betrekking tot de activiteiten van de pre-GEZ contractering en activiteiten die hiermee samenhangen alsmede nader door Partijen en derden in gezamenlijk overleg vast te stellen activiteiten en/of organisaties;
• ambassadeursrol met betrekking tot de ambitie zoals hiervoor verwoord zo mogelijk met ondersteuning van derden;
• ondersteuning bieden bij totstandkoming en formalisering van multidisciplinaire werkafspraken tussen Partijen en eventuele derden;
• het zekerstellen van verkregen financiële middelen ter financiering van de activiteiten voortvloeiende uit deze Overeenkomst;
Artikel 3 Werkwijze en organisatie
1. Bij alle voorgenomen besluiten van Partij A die direct of indirect samenhangen met de kernactiviteiten van de Partij B dienen Partijen in overleg te treden waarbij uiteindelijk de wijze van besluitvorming tussen Partijen is verankerd in de statuten en huishoudelijk reglement van de [naam stichting];
2. Voor uitvoering van taken in het kader van deze Overeenkomst staat in beginsel een vergoeding ter beschikking conform door Partij A vast te stellen begroting rekening houdende met de verwachte financiële middelen. Ook beroepsbeoefenaren en medewerkers die onderdeel uitmaken van de Partijen kunnen in beginsel in aanmerking komen voor een vergoeding alsmede derden voor taken in zoverre met het bestuur vooraf overeengekomen;
3. Er kan bij verdere uitvoering van deze en andere Overeenkomsten en de daarbij horende activiteiten daar waar mogelijk gebruik worden gemaakt van ondersteuning en advisering van derden zoals een coördinator en communicatiedeskundige aan te trekken door Partij A, (…).
4. Partijen werken conform de procedures rond toetreding en uittreding tot de [naam stichting] en het werken in werkgroepen zoals geformuleerd in Bijlage 2: Procedures [naam stichting]
(…)
Artikel 5 Andere overeenkomsten en afspraken
1. Als Partij B zich niet conformeert aan de algemeen geldende kwaliteitsnormen van de desbetreffende beroepsgroep, dan kan Partij A bepalen dat de samenwerkingsovereenkomst met B wordt beëindigd in een nader door partij A te bepalen termijn;
2. Partijen komen overeen gedurende de duur van deze Overeenkomst dat Partijen geen andere overeenkomsten aangaat dan wel afspraken maakt met derden met betrekking tot samenwerking zoals beoogd in deze Overeenkomst waarbij in redelijkheid kan worden verondersteld dat dit de andere partijen c.q. Aangeslotenen van de stichting zoals bedoeld in de statuten van de stichting kan schaden. Wanneer Partij B twijfelt of er sprake zou kunnen zijn van conflicterende belangen voor Partij A of andere Aangeslotenen van de stichting, wordt dit voornemen aan het bestuur voorgelegd.
3. Dit artikel beoogd geen enkele afbreuk te willen doen aan lopende overeenkomsten en afspraken zoals deze als gebruikelijk kunnen worden verondersteld of bekend zijn bij partijen alsmede voortzetting of verlenging van deze overeenkomsten en afspraken. Indien er echter sprake is van enige twijfel of één of meerdere partijen schade kunnen lelden met betrekking tot voortzetting of verlenging van overeenkomsten en afspraken, dan wordt verondersteld dat partijen elkaar hierover informeren en zo nodig In overleg treden.
(…)”
Zorgverzekeraars verlangen dat in het kader van de GEZ centraal een overeenkomst wordt gesloten vanuit één entiteit die de betrokken zorgverleners vertegenwoordigt. Om die reden hebben de zorgverleners, waaronder belanghebbende, de stichting opgericht en heeft de stichting een overeenkomst gesloten met de zorgverzekeraar (hierna: overeenkomst 2). Deze overeenkomst vermeldt – voor zover hier van belang – het volgende:
“(…)
A. DE ZORGVERZEKERAAR
(…)
B. DE ZORGAANBIEDER
(…)
Naam samenwerkingsverband: [naam stichting]
(…)
hierna te noemen: samenwerkingsverband/zorggroep en gezamenlijk te noemen: partijen
(…)
Nemen in aanmerking dat:
• [naam9] bekostiging van eerstelijns samenwerkingsverbanden stimuleert ter bevordering van structurele multidisciplinaire gebiedsgerichte samenwerking in de eerstelijnsgezondheidszorg;
• [naam9] de visie onderschrijft dat geïntegreerde eerstelijns samenwerkingsverbanden een belangrijke meerwaarde in de zorg hebben;
• de voorwaarden voor bekostiging worden gevormd door de Beleidsregel van de NZa huisartsen en multidisciplinaire zorg BR/CU-7144 zoals die thans luidt, dan wel komt te luiden gedurende de looptijd van de overeenkomst.
Verder komen partijen het navolgende overeen:
Tarief
De overeengekomen prijs voor contractjaar 2016 bedraagt:
per ingeschreven verzekerde per jaar` € 24,49
per ingeschreven verzekerde per kwartaal € 6,12
die is verzekerd bij [naam9] en is ingeschreven op naam van het aan het samenwerkings-verband deelnemende huisartsen. Het tarief is te declareren via de prestatiecode 11600.
Het jaartarief is als volgt opgebouwd:
Overgangsregeling Chronische zorg per jaar: € 0,00
Schijf 2 t/m 6 per jaar: € 24,49
De overeengekomen prijs voor contractjaar 2017 bedraagt:
per ingeschreven verzekerde per jaar € 24,49
per ingeschreven verzekerde per kwartaal € 6,12
die is verzekerd bij [naam9] en is ingeschreven op naam van het aan het samenwerkings-verband deelnemende huisartsen. Het tarief is te declareren via de prestatiecode 11600.
Het jaartarief is als volgt opgebouwd:
Overgangsregeling Chronische zorg per jaar: € 0,00
Schijf 2 t/m 6 per jaar: € 24,49
(…)
2 Kwaliteit
Artikel 2 Kwaliteitseisen samenwerkingsverband
1. Het samenwerkingsverband stelt een kwaliteitsbeleid inclusief kwaliteitscyclus op met minimaal de volgende elementen:
a. klantervaringen,
b. ICT toepassingen voor informatie-uitwisseling,
c. resultaten dataset, scholing en intercollegiale toetsing
2. Het kwaliteitsbeleid is voor alle door haar ingeschakelde zorgverleners inzichtelijk en kenbaar.
3. Het samenwerkingsverband garandeert dat door haar ingeschakelde zorgverleners de zorgprestatie uitvoeren zoals overeengekomen in deze overeenkomst en garandeert de continuïteit van de zorg die wordt geleverd. Behoudens de medische verantwoordelijkheid van de ingeschakelde zorgverleners, is het samenwerkingsverband in alle gevallen verantwoordelijk voor de Organisatie en coördinatie van de geleverde zorg.
4. Het samenwerkingsverband zendt jaarlijks voor 1 juli een door de accountant gecontroleerde jaarrekening van het afgelopen jaar toe als bedoeld in regeling verslaglegging WTZi en toegelicht in de Inkoopvoorwaarden voorwaarden 2016-multidisciplinaire zorg. Bij de verantwoording van bestede gelden wordt een onderscheid gemaakt in organisatiekosten en gespecificeerde zorgkosten. Tevens wordt jaarlijks indien van toepassing het kwaliteitsjaarverslag toegezonden waarin is opgenomen de benchmark DM en COPD indicatoren en de voortgang op de verbeterpunten in ieder geval zijn opgenomen. Andere informatie, relevant voor het periodiek overleg, wordt door partijen tijdig verzonden.
(…)
Artikel 3 Kwaliteit van zorgverleners
Het samenwerkingsverband en de door haar ingeschakelde zorgverleners (loondienstmedewerkers, gedetacheerd personeel dan wel zelfstandige onderaannemers) nemen bij het verlenen van de zorg de eisen in acht die volgens de algemeen aanvaarde professionele standaard redelijkerwijs aan de te leveren zorg mogen worden gesteld en handelen in overeenstemming met de geldende wet- en regelgeving waaronder privacywetgeving en adequate klachtenregelingen. Multidisciplinaire werkafspraken en protocollen zijn schriftelijk vastgelegd. Indien gewenst, kan [naam9] deze opvragen.
Artikel 4 Overleg
1. Partijen hebben minimaal éénmaal per jaar overleg over de wederzijdse uitvoering van deze overeenkomst waaronder de geleverde prestaties, kwaliteit, de omvang en de wijze van zorgverlening door het samenwerkingsverband. Bij het overleg betrekt het samenwerkingsverband ook een vertegenwoordiging van de deelnemende zorgverleners.
2. Indien lopende de overeenkomst blijkt dat er knelpunten zijn, hebben beide partijen de verantwoordelijkheid hierover contact op te nemen met elkaar.
3. Partijen treden niet in de publiciteit met betrekking tot onderhavige samenwerking zonder elkaar daarover vooraf te informeren.
4. Discussie tussen [naam9] en het samenwerkingsverband over het beleid wordt tussen partijen gevoerd. De verzekerde wordt daarin niet betrokken.
(…)”
Ter zitting bij het Hof is namens belanghebbende het volgende verklaard over de activiteiten die zien op de door de zorgverleners aan de stichting gedeclareerde kosten:
- -
-
Declaraties ‘voorbereiding COPD’, ‘voorbereiding CVRM’, ‘voorbereiding Diabetes’ en ‘voorbereiding depressies’: deze kosten zien op werkzaamheden waarbij werkgroepen, waaraan zorgverleners die aangesloten zijn bij de stichting, specifieke patiëntengroepen (zoals COPD, CVRM en Diabetes) in beeld brengen en de zorg aan deze groepen patiënten stroomlijnen.
- -
-
Declaratie ‘1e 1000 dagen’: deze kosten zien op de werkzaamheden van een werkgroep die zich bezig heeft gehouden met het stroomlijnen van de zorg in de eerste duizend dagen in ieder mensenleven. Deze werkgroep heeft gesignaleerd dat er weinig contact was tussen bijvoorbeeld de huisartsen en de consultatiebureaus en een netwerk opgezet om de lijnen tussen de huisartsen en de andere eerstelijnszorgverleners korter te maken en de samenwerking tussen de verschillende ketenpartners te bevorderen. Verder heeft deze werkgroep gesignaleerd dat stress rondom ouderschap veel voorkomt en er daarom voor gezorgd dat informatieavonden voor (aanstaande) ouders worden georganiseerd.
- -
-
Declaratie ‘voorbereiding studenten’: Deze werkgroep heeft in beeld gebracht welke type ziektes en aandoeningen vaak voorkomen bij studenten en bedacht op welke wijze deze patiëntengroep beter kan worden bereikt en geholpen. Onder studenten is bijvoorbeeld alcoholgebruik/misbruik een probleem. Vanuit de werkgroep is contact gezocht met studentenverenigingen hetgeen ertoe heeft geleid dat studentenverenigingen ook alcoholvrij bier zijn gaan tappen. Ook is er vanuit de werkgroep een symposium georganiseerd waarbij studieverenigingen, zorgverleners en de gemeente aanwezig waren.
- -
-
Declaratie ‘voorbereiding optimalisatie [naam10] ’: Deze kosten zien op een werkgroep die zich heeft beziggehouden met de samenwerking tussen huisartsen en apothekers. Zo is nagedacht over de wijze waarop chronisch zieke patiënten op efficiënte wijze hun jaarmedicatie kunnen krijgen. Afgesproken is dat de patiënt zich eenmaal per jaar laat controleren door de huisarts, die daarna een jaarrecept afgeeft. De apotheker verstrekt vervolgens ieder kwartaal de benodigde medicatie en geeft in het vierde kwartaal aan dat de patiënt weer op consult moet bij de huisarts. De patiënt beschikt zo tijdig over zijn medicatie, de apotheker wordt niet overvallen met allerlei spoedrecepten en de huisarts weet dat hij zijn patiënt in ieder geval één keer per jaar ziet.
- -
-
Declaratie ‘voorbereiding zorgmail’: Deze kosten verwijzen naar een project dat tot doel had de communicatie tussen de zorgverleners onderling te verbeteren en heeft bewerkstelligd dat alle zorgverleners (huisarts, fysiotherapeut, apotheker, podotherapeut enz.) beveiligd met elkaar kunnen communiceren / mailen.
- -
-
Declaratie ‘service en bereikbaarheid’: Deze kosten zien niet op een werkgroep maar betreft een bedrag dat alleen de huisartsen per patiënt ontvangen indien zij aan bepaalde voorwaarden voldoen, zoals bijvoorbeeld het houden van een avondspreekuur of het bieden van de mogelijkheid aan patiënten om afspraken online te maken. Het bedrag dat de huisartsen ontvangen, is afhankelijk van de opties die een huisarts biedt. Inmiddels dienen de huisartsen zich voor deze vergoedingen weer rechtstreeks tot de zorgverzekeraar te wenden.
- -
-
Declaratie ‘bestuurderskosten’: De bestuurders van de stichting declareren de uren die zij besteden aan hun bestuurderswerkzaamheden. Het bestuur stuurt de werkgroepen aan, bepaalt welke werkgroepen noodzakelijk zijn, keurt de begrotingen van de werkgroepen goed en legt verantwoording af aan de zorgverzekeraars dat de uitgekeerde gelden zien op GEZ-werkzaamheden. De overheadkosten (de bestuurskosten en de kosten van het opmaken van de jaarrekening) betreffen ongeveer 10% van de gelden die de stichting ontvangt van de zorgverzekeraars.
De werkgroepen die de onder 2.6 vermelde activiteiten hebben verricht, hadden een verschillende samenstelling. De resultaten van de door de diverse werkgroepen verrichte werkzaamheden waren beschikbaar voor alle bij de stichting aangesloten zorgverleners, ook als zij geen deel hadden genomen aan een werkgroep. De leden van de werkgroepen declareerden de aan de activiteiten bestede tijd aan de stichting. Belanghebbende heeft de kosten van door hem verrichte coördinerende en ondersteunende diensten bij de stichting in rekening gebracht. Over deze facturen heeft belanghebbende 21% omzetbelasting berekend.
De individuele zorg die belanghebbende rechtstreeks aan zijn patiënten verleent (de activiteiten als huisarts, hierna: de feitelijke zorg), wordt door de zorgverzekeraars rechtstreeks aan belanghebbende vergoed.
3 Geschil
Niet in geschil is dat de hoofdactiviteiten van belanghebbende bestaan uit de feitelijke zorg, welke diensten zijn vrijgesteld van omzetbelasting op grond van artikel 11, lid 1, onderdeel g, van de Wet op de omzetbelasting 1968 (hierna: Wet OB). In geschil is of de werkzaamheden van belanghebbende in het kader van de GEZ opgaan in de vrijgestelde hoofdprestatie van belanghebbende. Indien de werkzaamheden in het kader van de GEZ niet opgaan in de vrijgestelde hoofdprestatie van belanghebbende is in geschil of de werkzaamheden in het kader van de GEZ zijn vrijgesteld op grond van artikel 11, lid 1, onderdeel f, van de Wet OB.