Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 18-04-2023, ECLI:NL:GHARL:2023:3357, 22/00026
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 18-04-2023, ECLI:NL:GHARL:2023:3357, 22/00026
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 18 april 2023
- Datum publicatie
- 28 april 2023
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2023:1261
- Zaaknummer
- 22/00026
- Relevante informatie
- Art. 8:119 lid 1 Awb
Inhoudsindicatie
Herzieningsverzoek. Geen novum.
Uitspraak
locatie Arnhem
nummer ARN-BK 22/00026
uitspraakdatum: 18 april 2023
Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer
op het verzoek van
[belanghebbende] te [woonplaats] (hierna: belanghebbende)
om herziening als bedoeld in artikel 8:119 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) van de uitspraak van de zevende enkelvoudige kamer van dit hof van 24 november 2020, nummer 19/01528, ECLI:NL:GHARL:2020:9908, in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Arnhem (hierna: de Inspecteur)
1 Ontstaan en loop van het geding
Aan belanghebbende is voor het jaar 2017 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd. Bij beschikking is daarbij belastingrente berekend.
De Inspecteur heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar de bezwaren ongegrond verklaard.
Rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank) heeft het daartegen door belanghebbende ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Het Hof heeft bij uitspraak van 24 november 2020, nummer 19/01528, ECLI:NL:GHARL:2020:9908, het door belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank ingestelde hoger beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak van het Hof is geen cassatieberoep ingesteld.
Belanghebbende heeft op 10 januari 2022 verzocht om herziening van de uitspraak van het Hof van 24 november 2020, nummer 19/01528, ECLI:NL:GHARL:2020:9908.
Het onderzoek ter zitting in het kader van de herzieningsprocedure heeft plaatsgevonden op 30 maart 2023 te Arnhem. Aldaar zijn verschenen: belanghebbende alsmede [naam1] en [naam2] namens de Inspecteur. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 Vaststaande feiten
In de uitspraak van 24 november 2020, nummer 19/01528, ECLI:NL:GHARL:2020:9908 waarvan herziening door belanghebbende wordt gevraagd, is het volgende overwogen:
‘(…)
2 2. Vaststaande feiten
Belanghebbende heeft aangifte gedaan voor de IB/PVV over het jaar 2017. De aanslag is conform de aangifte opgelegd. Hierbij is € 32 belastingrente berekend.