Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 16-05-2023, ECLI:NL:GHARL:2023:4096, 21/00792 t/m 21/00795
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 16-05-2023, ECLI:NL:GHARL:2023:4096, 21/00792 t/m 21/00795
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 16 mei 2023
- Datum publicatie
- 26 mei 2023
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2021:3254, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 21/00792 t/m 21/00795
- Relevante informatie
- Art. 3.53 Wet IB 2001, Art. 3.151 Wet IB 2001, Art. 49 Zvw, Art. 16 AWR
Inhoudsindicatie
IB/PVV. Correcties n.a.v. boekenonderzoek. Winstbepaling.
Uitspraak
locatie Arnhem
nummers BK-ARN 21/00792 tot en met 21/00795
uitspraakdatum: 16 mei 2023
Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[belanghebbende] te [woonplaats] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank) van 28 juni 2021, nummers AWB 19/6644, AWB 19/6660, AWB 19/6662 en AWB 19/6664, ECLI:NL:RBGEL:2021:3254, in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Arnhem (hierna: de Inspecteur)
1 Ontstaan en loop van het geding
Aan belanghebbende zijn voor de jaren 2015 en 2016 nihilaanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd. Daarbij is steeds bij beschikking een verlies uit werk en woning (een ondernemingsverlies) vastgesteld (hierna: de verliesbeschikkingen).
Omdat de Inspecteur alsnog positieve inkomens uit werk en woning voor 2015 en 2016 heeft bepaald na het vaststellen van de in 1.1. bedoelde ondernemingsverliezen, heeft hij die verliezen bij beschikking herzien naar nihil (hierna: de herzieningsbeschikkingen). Met die positieve inkomens uit werk en woning zijn bij beschikking verliezen uit werk en woning van voorafgaande kalenderjaren verrekend (hierna: de verliesverrekeningsbeschikkingen).
Aan belanghebbende zijn over de jaren 2015 en 2016 navorderingsaanslagen inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (hierna: ZVW) opgelegd. Bij beschikkingen is belastingrente berekend.
De Inspecteur heeft bij uitspraken op bezwaar de bezwaren tegen de in 1.2 en 1.3 genoemde beschikkingen ongegrond verklaard.
Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de Rechtbank. De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 14 maart 2023. Daarbij zijn verschenen en gehoord mr. A.P. Flinterman als de gemachtigde van belanghebbende, bijgestaan door de echtgenoot van belanghebbende [de echtgenoot] (hierna: de echtgenoot) en door [naam1] . Namens de Inspecteur zijn verschenen en gehoord [naam2] en [naam3] . Tijdens de zitting zijn de zaken met de nummers 21/00910 en 21/00791 tot en met 21/00795 gelijktijdig behandeld. Van de zitting is een procesverbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.
Na sluiting van het onderzoek ter zitting heeft de belanghebbende op 15 maart 2023 per e-mail een nader stuk aan het Hof gezonden en daarbij verzocht het onderzoek ter zitting te heropenen. Dit nader stuk is aan deze uitspraak gehecht. Het Hof ziet in dit nader stuk geen aanleiding het onderzoek te heropenen. Naar het oordeel van het Hof is het onderzoek volledig geweest.
2 Vaststaande feiten
Belanghebbende dreef een onderneming die bestond uit de verhuur van met name voertuigen, onder meer voor de filmindustrie. Deze activiteiten zijn vóór 2015 geëindigd.
Belanghebbende is eigenaar van diverse voertuigen.
Van 4 april 2013 tot 28 april 2014 is bij belanghebbende een boekenonderzoek uitgevoerd naar de aanvaardbaarheid van de aangifte IB/PVV 2011 en omzetbelasting over het tijdvak 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011 (hierna: het eerste boekenonderzoek). In het daarop betrekking hebbende controlerapport (hierna: het eerste controlerapport) is onder meer het volgende vermeld:
“Op de balans van de onderneming staat als inventaris onder andere kleding en een hefbrug. Voor de kleding dient een restwaarde aangehouden te worden van € 1.740 en voor de hefbrug een restwaarde van € 456. Daarnaast staan er op eindbalans 2011 18 vervoermiddelen. Bij controle blijkt dat er 89 vervoermiddelen op naam van belastingplichtige staan. Nu uit de jaarstukken niet valt op te maken hoe hoog de afschrijving is geweest van de auto's die op de balans dienen te staan is overeengekomen om de 76 auto's te heractiveren tegen een waarde van € 50 per auto. Hieronder volgt een opsomming van alle auto's die op 31 december 2011 op naam van belastingplichtige stonden en die op 31 december 2011 geactiveerd zijn.
Overzicht kentekens die op de balans dienen te staan.
(…)”
Op 1 juni 2017 is wederom een boekenonderzoek ingesteld bij belanghebbende (hierna: het tweede boekenonderzoek). Onderzocht is de aanvaardbaarheid van onder meer de aangiftes IB/PVV over de jaren 2015 en 2016. In het controlerapport van 20 december 2018 (hierna: het tweede controlerapport) is onder meer het volgende opgenomen:
“In de jaarstukken over de jaren 2015 en 2016 is géén omzet vermeld. In de boekhouding is géén omzet geboekt. In de ter inzage gestelde administratie zijn géén bescheiden aangetroffen die duiden op verkoop van bedrijfsmiddelen. Uit een query HSB-voorraadoverzicht blijkt dat er in de jaren 2015 en 2016 respectievelijk 33 en 23 voertuigen zijn verkocht. Op het schriftelijk verzoek om van deze verkopen kopie facturen/kwitanties te overleggen zijn alleen overzicht ontvangen met enkele voertuigen die in 2015 om niet zouden zijn overgedragen en voertuigen die in 2016 voor in totaal € 9.750 contant zouden zijn verkocht. Uit derdenonderzoeken blijken deze voertuigen voor aanmerkelijk hogere prijzen verkocht te zijn.”
Tijdens het tweede boekenonderzoek is door belanghebbende aan de Inspecteur een stuk getiteld “Koopovereenkomst gebruikte voertuigen” verstrekt. Dit stuk is gedateerd op 20 december 2014 en ondertekend door belanghebbende en de echtgenoot (hierna: het stuk van 20 december 2014). Dit stuk luidt voor zover van belang:
“1. Partijen
A. Koper van het voertuig of de voertuigen
Naam: [de echtgenoot] prive (…)
b. verkoper van het voertuig of.de voertuigen
Naam: [belanghebbende] ; (…)
2. Koop en verkoop
partijen sluiten hierbij een koopovereenkomst van een motorvoertuigen of motorvoertuigen met daarbij behorende inventaris aan partijgen genoegzaam bekend en met de lijst van kentekens die aan deze overeenkomst is gehecht.
3. Koopprijs en betaling
de koopprijs moet direct contant worden voldaan en bedraagt de waarde van de auto van 50,00 per stuk.
4. Plaats en tijd van levering.
De personenwagens worden direct geleverd door het ter handstellen van de kentekenbewijzen en wel op 20 december 2014.”
Conform de door belanghebbende ingediende aangiftes heeft de Inspecteur aan belanghebbende nihilaanslagen IB/PVV en ZVW opgelegd, alsmede de verliesbeschikkingen. Die beschikkingen zijn als volgt opgebouwd:
2015 |
2016 |
|
IB/PVV |
||
Inkomen uit werk en woning |
€ -2.979 |
€ -3.911 |
Verlies uit voorgaande jaren |
€ 70.471 |
€ 63.183 |
Dit jaar geleden ondernemingsverlies |
€ 2.979 |
€ 3.911 |
Na dit jaar niet meer verrekenbaar |
€ 10.267 |
€ 6.930 |
Nog te verrekenen verlies |
€ 63.183 |
€ 60.164 |
Verzamelinkomen |
€ -2.979 |
€ -3.911 |
ZVW |
||
Bijdrage-inkomen |
€ - |
€ - |
Naar aanleiding van het tweede boekenonderzoek heeft de Inspecteur het ondernemingsverlies over de jaren 2015 en 2016 herzien naar nihil. Daarbij heeft de Inspecteur de verliesverrekeningsbeschikkingen afgegeven en de navorderingsaanslagen ZVW opgelegd. Die beschikkingen zijn als volgt opgebouwd:
2015 |
2016 |
|
IB/PVV |
||
Inkomen uit werk en woning |
€ 20.584 |
€ 39.891 |
Verlies uit voorgaande jaren |
€ 70.471 |
€ 63.183 |
Dit jaar verrekend |
€ 20.584 |
€ 39.891 |
Nog te verrekenen verlies |
€ 49.887 |
€ 23.292 |
Verzamelinkomen |
€ 20.584 |
€ 39.891 |
ZVW |
||
Bijdrage-inkomen |
€ 20.584 |
€ 39.891 |
Het inkomen uit werk en woning is door de Inspecteur als volgt berekend.
2015 |
2016 |
|
Bruto opbrengst |
€ 63.100 |
€ 82.500 |
Omzetbelasting |
€ -10.951 |
€ -14.318 |
Boekwaarde |
€ -24.750 |
€ -17.250 |
Kosten volgens aangifte |
€ -3.463 |
€ -4.547 |
MKB-winstvrijstelling |
€ -3.352 |
€ -6.494 |
Totaal |
€ 20.584 |
€ 39.891 |
3 Geschil
In geschil is of de in 1.2 en 1.3 genoemde beschikkingen terecht en tot het juiste bedrag zijn vastgesteld. Belanghebbende heeft ter zitting van het Hof uitdrukkelijk en ondubbelzinnig verklaard dat dit geschil zich beperkt tot de volgende vragen:
-
voldoet de Inspecteur aan de vereisten voor herziening van de verliesbeschikkingen en navordering van ZVW;
-
behoren de in onderhavige jaren verkochte voertuigen tot het ondernemingsvermogen van belanghebbende;
-
moet de door de Inspecteur vastgestelde winst worden verminderd met omzetbelasting die van belanghebbende is nageheven over onderhavige jaren; en
-
mag belanghebbende in 2016 doteren aan een kostenegalisatiereserve (hierna: KER) voor schade aan het dak van haar bedrijfspand.
Belanghebbende beantwoordt de eerste twee vragen ontkennend en de laatste twee vragen bevestigend. De Inspecteur is de tegengestelde opvatting toegedaan.