Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 11-07-2023, ECLI:NL:GHARL:2023:5865, 21/01001

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 11-07-2023, ECLI:NL:GHARL:2023:5865, 21/01001

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
11 juli 2023
Datum publicatie
24 juli 2023
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2023:5865
Formele relaties
Zaaknummer
21/01001
Relevante informatie
Art. 32 Iw 1990, Art. 36 Iw 1990, Art. 49 Iw 1990, Art. 37e Wet OB 1968, Art. 5:44 Awb

Inhoudsindicatie

Invordering. Bestuurdersaansprakelijkheid.

Uitspraak

locatie Arnhem

nummer BK-ARN 21/01001

uitspraakdatum: 11 juli 2023

Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[belanghebbende] te [woonplaats] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 1 juli 2021, nummer AWB 19/6785, in het geding tussen belanghebbende en

de ontvanger van de Belastingdienst/Kantoor Arnhem (hierna: de ontvanger).

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Belanghebbende is bij beschikking van 13 februari 2019 aansprakelijk gesteld voor een bedrag van € 2.849.646 (de beschikking) voor een opgelegde en onbetaald gebleven naheffingsaanslag omzetbelasting over de periode 2013 tot en met 2015 en de daarbij behorende beschikking belastingrente, de boetebeschikking en de invorderingskosten van [naam1] B.V. ( [naam1] ).

1.2.

De ontvanger heeft bij uitspraak op bezwaar het bezwaar ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd en de aansprakelijkstelling voor de boete met € 2.500 verminderd vanwege overschrijding van de redelijke termijn. De aansprakelijkstelling is daarom verminderd tot € 2.847.146.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. Het hogerberoepschrift is door het Hof op 10 augustus 2021 ontvangen.

1.5.

Het (digitale) onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 7 februari 2023. Daarbij zijn verschenen en gehoord belanghebbende en mr. F.J.H.M. Berndsen, als de gemachtigde van belanghebbende, alsmede [naam2] namens de ontvanger, bijgestaan door [naam3] en [naam4] . Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende is enig aandeelhouder en bestuurder van [naam5] B.V. (de holding).

2.2.

[naam1] is op 18 december 2008 opgericht door de holding. De holding is bestuurder en voor 51 procent aandeelhouder van [naam1] . De overige 49 procent van de aandelen is (middellijk) in handen van [naam6] .

2.3.

Op 23 juni 2014 is opgericht [naam7] B.V. De holding is enig aandeelhouder van deze vennootschap, en belanghebbende is haar bestuurder. Op 22 juli 2014 is [naam8] B.V. opgericht. De holding is enig aandeelhouder en bestuurder van deze vennootschap.

2.4.

Belanghebbende is oprichter, enig aandeelhouder en bestuurder van [naam9] ( [naam9] ), een op 16 december 2013 naar het recht van de verenigde Arabische Emiraten opgerichte vennootschap.

2.5.

De holding, [naam1] , [naam7] B.V. en [naam8] B.V. vormen vanaf 1 januari 2015 een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting. Vanaf 1 april 2015 vormen deze vennootschappen ook een fiscale eenheid voor de omzetbelasting.

2.6.

De inspecteur is op 18 februari 2016 een boekenonderzoek gestart bij de holding, [naam1] en de andere vennootschappen. De inspecteur heeft onder meer onderzoek gedaan naar de aanvaardbaarheid van de aangiften omzetbelasting in de periode van 1 januari 2013 tot en met 31 maart 2015.

2.7.

Op 19 april 2016 is een strafrechtelijk onderzoek gestart naar belanghebbende en de activiteiten van de hiervoor genoemde vennootschappen. In het kader van het strafrechtelijke onderzoek hebben doorzoekingen plaatsgevonden. Hierbij is onder meer een laptop in beslag genomen van [naam10] (de laptop).

2.8.

Op 28 oktober 2016 heeft overleg plaatsgevonden tussen de inspecteur en belanghebbende over de vennootschapsbelastingplicht van [naam9] . Van het overleg is een verslag opgemaakt. In het verslag is onder meer het volgende opgenomen:

‘(…) Hij [Hof: belanghebbende] vertelt tevens dat door de strafrechtelijke vervolging het bedrijf vanaf het moment van inval, gehele stil is komen te liggen. Al het personeel is ontslagen, het kantoor ontruimd en de huur opgezegd. Er is geen enkele omzet meer. Debiteuren wilden hun facturen niet meer betalen, omdat er feitelijk niets meer geleverd wordt.

(…)

Het product wat wordt geleverd is een beveiligd mailplatform. [naam9] levert vanuit Dubai alleen aan resellers buiten Europa. Op het kantoor is niemand aanwezig, als [belanghebbende] [Hof: belanghebbende] er zelf niet is. De telefoon is doorgeschakeld naar Nederland. [belanghebbende] is ongeveer 1/3 van het jaar onderweg voor zijn ondernemingen, de rest van het jaar werkt hij in Nederland.

[belanghebbende] en zijn adviseur benadrukken regelmatig dat het volgens hen in deze handel niet van belang is waar je fysiek aanwezig bent om de zaken te kunnen doen. (…)

[naam11] vraagt waarom er een vestiging in Dubai is. De heer [naam12] zegt dat de leveringen plaatsvinden vanuit Dubai, en de contracten met bijvoorbeeld [naam13] gesloten zijn met [naam13] Dubai. De sims worden wel vanuit Canada geleverd. [belanghebbende] vertelt dat in Dubai geen reclame wordt gemaakt, omdat het product inmiddels zo bekend was, dat reclame niet nodig is. Er is geen personeel in Dubai, en er zijn ook nooit vacatures geweest.

(…)”

2.9.

Op 23 november 2017 heeft de inspecteur met toestemming van de officier van justitie het proces-verbaal van de strafzaak tegen belanghebbende (het proces-verbaal) ontvangen. Het proces-verbaal bevat 980 pagina’s en bestaat uit een hoofprocesverbaal met bijlagen waaronder:

- bijlage 7.1 betreffende de bevindingen over de administratie aangetroffen op de laptop van [naam10] (bijlage 7.1);

- bijlage 7.3 betreffende de bevindingen over het geldkanaal ‘ [naam14] ’ (bijlage 7.3);

- bijlage 7.4 betreffende de bevindingen over het geldkanaal ‘ [naam15] ’ (bijlage 7.4);

- bijlage 7.10 betreffende bevindingen over een transactie van € 135.000 in juli 2015 (bijlage 7.10).

2.10.

In de bijlagen bij het hoofdprocesverbaal zijn de bevindingen opgenomen met betrekking tot verschillende geldtransacties waarbij tussenhandelaren (resellers) zijn betrokken. Het gaat om een weergave en analyse van ontsleutelde berichten, de verwerking van de interne administratie, de verwerking in de boekhouding, de uitgereikte facturen en de bankafschriften. In de bijlage bij het hoofdprocesverbaal zijn onder meer de volgende transacties weergegeven:

- een transactie met reseller ‘ [naam16] ’ beschreven in bijlage 7.3;

- een transactie met reseller ‘ [naam17] ’ beschreven in bijlage 7.3;

- een transactie met reseller ‘ [naam18] ’ beschreven in bijlage 7.4;

- een transactie met reseller ‘ [naam19] ’ beschreven in bijlage 7.10.

2.11.

In het hoofdprocesverbaal is onder meer het volgende opgenomen:

“(…)

Indien in dit proces-verbaal [naam1] gebruikersaccounts genoemd worden wordt voor de identiteit van de gebruiker en diens vaststelling hiervan verwezen naar de processen-verbaal hierop betrekking hebbende.

Ter verduidelijking van de personen die betrokken lijken te zijn bij deze geldstromen vat ik kort samen wie de betrokkenen zijn en wat ieders positie is:

 [belanghebbende] ; eigenaar van [naam1] (…) en [naam9] (…). [belanghebbende] is bekend onder de bijnamen ‘ [naam20] en ‘ [naam21] ’.

 [naam10] ; verzorgt de administratie van [naam1] (…) en staat in nauw contact met [belanghebbende] en is bekend onder de bijnaam ‘ [naam22] ’.

(…)

In het fysiek beslag (…) troffen wij afschriften aan van een bankrekening van de [a-bank] te Dubai.

(…)

Vanwege de bevindingen met betrekking tot [a-bank] (…) is onderzoek verricht naar de verklaring die door verdachte [belanghebbende] bij deze bankrekening en de betalingen daarnaar, is gegeven. (…)

Wij gaan hier kort in op het verweer, zoals wij dat in het verhoor met [belanghebbende] d.d. 25 mei 2016 kregen.

(…)

V: Waarom betaalt een klant, zonder dat die al een factuur heeft?

A: Dat hoeft niet. Een factuur is misschien nodig voor de administratie. Maar het ging mij om de betaling. (…).

V: Hoe kan een klant dan weten, wat hij of zij moet betalen?

A: Dat zijn afspraken die hij met mij maakt. Per mail of sms. Die communicatie delete elke 48 uur.

O: Op de afschriften en de overzichten die wij je getoond hebben, staat een naam van een onderneming die geld overmaakt, [naam23] .

V: wat kun je over die onderneming vertellen?

A: [naam23] ken ik niet. Die deed betalingen van [naam24] .

(…)

V: Waarvoor betaalt deze onderneming naar Dubai, dan hebben we het over [naam23] ?

A: Dat is voor leveringen in Dubai.

(…)

V: Hoe weet [naam23] dan wat ze moeten betalen?

A: Dat moet je aan [naam23] vragen, ik weet wat [naam24] moet betalen.

(…)

V: Waarom betaalt [naam23] niet gewoon in Nederland?

A: Ik heb niet geleverd aan [naam23] .

(…)

In totaal is in 2014 tot en met april 2016 een bedrag van € 16.437.469 ontvangen op bankrekening (…) ten name van [naam9] (…). Deze ontvangsten zijn afkomstig van verschillende ondernemingen.

(…)

5.3.3

Kanaal [naam23] / [naam31]

(…)

[naam23] heeft via haar Nederlandse bankrekening (…) de volgende bedragen overgeboekt:

(…)

Uit het overzicht Sales Dubai, besproken in paragraaf 5.2.2, blijkt dat er geen facturen zijn opgemaakt voor de overboekingen, die hebben geleid tot het totaal van € 800.000,-.

(…)”

2.12.

Van het boekenonderzoek heeft de inspecteur op 16 juli 2018 een controlerapport opgesteld. De inspecteur heeft in het controlerapport geconcludeerd dat voor de jaren 2013 tot en met 2015 een bedrag van € 1.314.471 moet worden nageheven in verband met niet verantwoorde omzet en dat voor het jaar 2013 een bedrag van € 22.388 moet worden nageheven in verban met een onjuiste tarieftoepassing. In het controlerapport is hierover onder meer het volgende opgenomen:

“(…)

[naam24] .

In de administratie van [naam9] heb ik over 2014 respectievelijk 2015 de volgende twee facturen aangetroffen:

[naam24] Dubai [naam9] 01400200 Software licences and Sim Activations

06 Jan, 2014 (…) 3000 pieces á € 500 Totaal € 1.500.000

[naam24] Dubai [naam9] 15000 Software licences and Sim Activations

15.000 amount á € 400

Total € 6.000.000

Deposit Blackberry Hardware devices

Total € 500.000

(…)

Total price € 6.500.000

(…)

Hieronder geef ik de op [naam24] betrekking hebbende vragen en de antwoorden van de heer [belanghebbende] weer:

5. Waarom worden de aan [naam24] gefactureerde sims, betaald door derden? Wie zijn deze derden?

Antwoord: naar mijn weten waren deze derden de afnemers van de telecom abonnementen

6. De facturen aan [naam24] zijn slechts geadresseerd met de naam [naam24] . Wat zijn de volledige gegevens van [naam24] ? Graag naam, adres en woonplaats.

Antwoord: [naam24] is een nickname. Ik heb hem inmiddels al ff niet meer gesproken en ben op zoek naar hem om een afspraak te maken. U kunt begrijpen dat wat er allemaal is gebeurd dat relaties behoorlijk bekoeld zijn geraakt. Ik weet dat ik hem persoonlijk veel moet gaan uitleggen wat er allemaal speelt en dat ik zijn personalia dien te geven voor deze administratieve afwikkeling.

7. Is er een schriftelijk overeenkomst opgemaakt met [naam24] , waarin de door u geschetste afspraak (…) is vastgelegd? ZO ja, dan ontvang ik deze graag ter inzage.

Antwoord: Ik heb daar geen schriftelijke overeenkomst van.

8. Indien het antwoord op vraag 7 negatief is, zijn er dan andere vastleggingen waaruit blijkt dat er afspraken zijn gemaakt met [naam24] , zoals mailverkeer, Whatsapp, Skype of andere digitale communicatie middelen?

Antwoord: Dit waren mondelinge afspraken.

(…)

Paragraaf 3.1.3 Conclusies opbrengstverantwoording

(…)

[naam24]

Er is niet aannemelijk gemaakt dat er daadwerkelijk leveringen zijn geweest aan [naam24] . Er zijn twee verzamelfacturen ten namen van [naam24] opgemaakt gedateerd in januari 2014 en 2015. (…)

Via [naam24] worden betalingen afgeboekt van o.a. [naam26] , [naam23] en [naam30 ] , en een aantal andere vennootschappen. Er is niet aannemelijk gemaakt dat er daadwerkelijk leveringen zijn geweest aan [naam24] , nog aan de vennootschappen die de betalingen voor [naam24] zouden verrichten.

[naam24] en de vennootschappen hebben gediend als onderdeel van een geldkanaal met als doel omzet van resellers binnen Nederland via een gefingeerde levering aan een vennootschap buiten Europa, voor de omzetbelasting buiten de heffing te houden.

(…)

5.4

Omzet

Door het gebruik van de geldkanalen is in Nederland gerealiseerde omzet via gefingeerde leveringen naar vennootschappen buiten Europa, ten onrechte buiten de heffing voor de omzetbelasting gehouden.

Hieronder een overzicht van de aldus niet verantwoorde omzet:

(…)

Zie hoofdstukken 3.1.2 en 3.1.3 voor toelichting op de geldkanalen.

De bedragen in de kolom [naam1] zijn bij [naam1] op de bank binnengekomen.

De bedragen in de kolom [naam9] zijn op de [a-bank] ontvangen in Dubai.

De netto op de bank ontvangen bedragen zijn gebruteerd met de aan het geldkanalen betaalde provisie, om tot de verzwegen omzet hoog tarief te komen.

De in 2015 aan [naam1] toe te rekenen omzet is voor ¼ deel (het 1e kwartaal) aan [naam1] toe te rekenen en voor ¾ deel aan de [naam5] B.V.

(…)

5.4.1

Tarief

Op een deel van de omzet is het 0% tarief toegepast op levering van goederen en diensten buiten Europa. Dit is in een aantal gevallen onterecht. Een deel van deze facturen, met name aan [naam35] is al belast via punt 5.4.

Hieronder een overzicht van de facturen:

Factuur nummer 1 wordt contant betaald. Op factuur nummer 2 wordt € 12.500 contant betaald. Met betrekking tot factuur 3 is niet bekend wat er geleverd is.

Voor alle 3 de facturen geldt dat niet is aangetoond dat de levering en/of de dienst buiten Europa heeft plaatsgevonden.

Correctie:

Naheffing 2013 [naam1] B.V.

21/121 * € 129.000 = € 22.388.

(…)”

2.13.

De inspecteur heeft met dagtekening 28 augustus 2018 over het tijdvak dat loopt van 1 januari 2013 tot en met 31 december 2015 een naheffingsaanslag omzetbelasting van € 1.336.859 opgelegd aan [naam1] , alsmede een beschikking belastingrente van € 186.103. Ook heeft de inspecteur bij beschikking een vergrijpboete opgelegd van € 1.314.471. Tegen de naheffingsaanslag en de beschikkingen is geen bezwaar en beroep ingesteld. De naheffingsaanslag, de belastingrente en de boete zijn onbetaald gebleven.

2.14.

Bij brief van 16 november 2018 heeft de ontvanger belanghebbende in kennis gesteld van zijn voornemen hem aansprakelijk te stellen voor de onbetaald gebleven belastingschulden van [naam1] . De ontvanger heeft belanghebbende in de gelegenheid gesteld hierop te reageren.

2.15.

Bij beschikking van 13 februari 2019 heeft de ontvanger belanghebbende aansprakelijk gesteld voor de onbetaald gebleven belastingschuld van [naam1] . In de beschikking is onder meer het volgende opgenomen:

“(…)

Op basis van het boekenonderzoek bij [naam1] BV blijkt dat u zich niet heeft gedragen zoals de Belastingdienst mag verwachten van een goed bestuurder/ondernemer. Bij het boekenonderzoek zijn de volgende feiten geconstateerd:

 Uit het strafrechtelijk onderzoek van het Openbaar Ministerie blijkt dat er een schaduw boekhouding is gevoerd.

 Er is maar een gedeelte van de gehele omzet verantwoord.

 Via geldkanalen zijn er gelden weggesluisd naar [naam9] , bedoeld om deze buiten het zicht van de Belastingdienst te houden. [naam9] is een door u opgerichte onderneming op [naam34] .

 U heeft betalingen gedaan aan personen die u hebben geholpen met het wegsluizen van deze gelden.

 U heeft willens en wetens te weinig belasting betaald.

 Zie het controlerapport van 16 juli 2018.

Daarnaast is de betalingsonmacht van [naam1] (…) niet gemeld.

Op grond van deze feiten bestaat er een wettelijk vermoeden van kennelijk onbehoorlijk bestuur. U bent daarom aansprakelijk voor de niet betaalde belasting van [naam1] (…).

(…)

De verwevenheid van u als bestuurder/enig aandeelhouder met de belastingschuldige brengt met zich dat niet-betaling een verwijtbaarheid als bedoeld in artikel 32. Lid 2 van de Invorderingswet 1990 oplevert.

(…)

Ik stel u hierbij aansprakelijk voor een bedrag van € 2.849.646,00.(…)

In de bijlage vindt u een specificatie van het bedrag waarvoor u aansprakelijk bent.

(…)

Bedrag van de aansprakelijkheid

…………………………………………..

Bedrag belasting: € 1.336.859,00

Boete: € 1.314.471,00

Heffingsrente: € 186.013,00

Invorderingsrente: Pm

Kosten: € 12.213,00

Totaal bedrag van de € 2.849.646,00

Aansprakelijkheid

na verrekeningen/betalingen

(…)”

2.16.

Belanghebbende is op 17 februari 2020 gedagvaard in de strafzaak tegen hem. Hij is door de rechtbank strafrechtelijk veroordeeld. Belanghebbende is daartegen in hoger beroep gekomen. Belanghebbende heeft het vonnis van de rechtbank in de strafzaak niet ingebracht.

3 Geschil

3.1.

In geschil is of de ontvanger belanghebbende terecht en voor het juiste bedrag aansprakelijk heeft gesteld voor de onbetaald gebleven belastingschuld, vergrijpboete, belastingrente en kosten van [naam1] .

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing