Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 11-07-2023, ECLI:NL:GHARL:2023:5866, 21/01011
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 11-07-2023, ECLI:NL:GHARL:2023:5866, 21/01011
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 11 juli 2023
- Datum publicatie
- 21 juli 2023
- Zaaknummer
- 21/01011
- Relevante informatie
- Art. 229 Gemw, Art. 8:88 Awb
Inhoudsindicatie
Leges. Omgevingsvergunning. Is sprake van een aanvraag? Hoogte leges.
Uitspraak
locatie Arnhem
nummer BK-ARN 21/01011
uitspraakdatum: 11 juli 2023
Uitspraak van de zevende enkelvoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[belanghebbende] te [woonplaats] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 5 juli 2021, nummer AWB 20/6773, in het geding tussen belanghebbende en
de heffingsambtenaar van belastingcentrum Tribuut (hierna: de heffingsambtenaar)
1 Ontstaan en loop van het geding
De heffingsambtenaar heeft belanghebbende met dagtekening 16 september 2018 een aanslag leges van € 7.096,05 opgelegd voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een omgevingsvergunning.
De heffingsambtenaar heeft het tegen die aanslag gerichte bezwaar bij uitspraak op bezwaar ongegrond verklaard.
Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 31 mei 2023. Daaraan hebben deelgenomen: belanghebbende en namens de heffingsambtenaar [naam1] . Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.
2 Vaststaande feiten
In maart en april 2018 hebben belanghebbende en zijn architect gesproken met de welstandscommissie van de gemeente [de gemeente] over het plan van belanghebbende om een woning te bouwen op de locatie [adres] in [plaats1] .
De gemeente [de gemeente] heeft op 31 mei 2018 een digitaal aanvraagformulier ontvangen voor het bouwen van een nieuwe woning. Daarin is belanghebbende als aanvrager vermeld, is als correspondentieadres opgenomen [adres] in [plaats1] en staan bij contactgegevens het telefoonnummer en het e-mailadres van belanghebbende. In het formulier is de heer [naam2] van [naam3] architecten (hierna: de architect) als gemachtigde vermeld.
Op 12 juni 2018 heeft mevrouw [naam4] van de gemeente [de gemeente] een e-mail gestuurd aan belanghebbende met als onderwerp “Aanvraag omgevingsvergunning [adres] [plaats1] ” en met als bijlage “20180612 Brief verzoek aanvullende gegevens.pdf”. Een kopie van de e-mail is gestuurd aan de architect. De e-mail luidt als volgt:
“Hierbij ontvangt u een brief over de door u ingediende aanvraag.”
In deze brief staat onder meer:
“Geachte heer [belanghebbende] ,
Op 31 mei 2018 heeft u een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. Deze aanvraag gaat over het bouwen van een woning op de locatie [adres] in [plaats1] en bestaat uit de volgende activiteiten:
1. Het bouwen van een bouwwerk.
2. Handelen in strijd met regels ro.
Aanvullende gegevens nodig
Uw aanvraag voldoet niet aan de indieningsvereisten die gelden voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een omgevingsvergunning. De verstrekte gegevens zijn onvoldoende voor de beoordeling van uw aanvraag of voor de voorbereiding van de beschikking.
(…)
Ik vraag u deze gegevens binnen acht weken, gerekend vanaf de dag na verzending van deze brief, in te dienen. Als u de aanvraag heeft ingediend via www.omgevingsloket.nl dan moet u de ontbrekende gegevens en bescheiden daar ook indienen. Op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht kunnen wij uw aanvraag buiten behandeling laten als wij binnen deze termijn niet alle gevraagde gegevens hebben ontvangen.
(…)
Afwijken bestemmingsplan
Uw bouwplan voldoet niet aan de regels van het bestemmingsplan. Wel is het voor dit bouwplan mogelijk, met toepassing van artikel 2.1, lid 1, onder e juncto artikel 2.12, lid 1, onder a, onder 1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht medewerking te verlenen aan een afwijking van het bestemmingsplan. Hiervoor zijn extra leges verschuldigd. Dit bedraagt € 122,45. Voor het betalen van deze extra leges ontvangt u later een factuur.”
Op 11 juli 2018 heeft de heer [naam5] van de gemeente [de gemeente] een e-mail gestuurd aan de architect, met een kopie aan belanghebbende, met onderwerp “Aanvraag voor het bouwen van een woning aan de [adres] te [plaats1] ”. Daarin staat onder meer:
“Op 3 juli 2018 heb ik de aanvulling voor de aanvraag voor het bouwen van een woning aan de [adres] te [plaats1] ontvangen. (…)”
Bij brief van 14 augustus 2018, gericht aan belanghebbende, is de omgevingsvergunning met datum 13 augustus 2018 verleend. In de brief staat onder meer:
“Op 31 mei 2018 heeft u een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. Deze aanvraag gaat over het bouwen van een woning op de locatie (…)
Voor het in behandeling nemen van uw aanvraag bent u leges verschuldigd. Voor het betalen van deze leges ontvangt u binnenkort een aanslag van Tribuut belastingcentrum. Op dit aanslagbiljet is ook aangegeven hoe en bij wie u eventueel bezwaar kunt maken tegen de aanslag.
De bouwkosten zijn vastgesteld op € 234.000,00 exclusief BTW.
De hoogte van het totale legesbedrag is € 7.096,05. Hieronder kunt u zien hoe dit bedrag is opgebouwd.
Leges bouwactiviteit € 6.528,60
Leges welstandstoets € 445,00
Leges binnenplanse afwijking met bouwen geen publicatie € 122,45”
In een e-mail van 18 november 2018 heeft belanghebbende aan de heer [naam5] van de gemeente [de gemeente] geschreven:
“Vriendelijk verzoek ik u de door [naam3] ingediende vergunning (zonder ons mandaat) ten behoeve van de bouw van een woning op de [adres] , [plaats1] in te trekken.
Wij verzoeken u vriendelijk ook de daarbij behorende leges te crediteren, dit omdat wij geen mandaat aan [naam3] architecten hebben gegeven om namens ons een vergunning in te dienen. Wij begrepen dat de ingediende stukken als toetsing zouden gelden.
Mede vanwege het feit dat de welstand ons eerste ontwerp, bouwmethode en materialisering in een zeer onprettige setting heeft afgewezen, en wij dit nog steeds volstrekt onbegrijpelijk vinden, heeft [naam3] architecten in het proces steeds meer concessies gedaan aan onze eisen met als resultaat een woning die niet binnen onze kaders past.
(…)
Indien u van mening bent dat leges van toepassing zouden zijn, anders dan de quick scan, verzoeken wij u deze bij de aanvrager ( [naam3] architecten )in rekening te brengen.”
De omgevingsvergunning is op 19 november 2018 ingetrokken:
“Intrekkingbesluit
Wij hebben op 19 november 2018 besloten de omgevingsvergunning in te trekken. Het rechtsgevolg hiervan is dat de bouwwerkzaamheden niet mogen worden uitgevoerd.
Leges
Omdat de vergunning binnen 26 weken na verlening ingetrokken wordt heeft u recht op een teruggaaf van € 1.632,15. (…)”
Op 4 februari 2019 heeft belanghebbende een e-mail gestuurd aan de heren [naam5] en [naam6] van de gemeente [de gemeente] . Daarin is, voor zover hier van belang, opgenomen:
“Graag bevestig ik nog even wat tijdens ons gesprek van 18-01-2019 aan bod is gekomen.
(…)
10. Ik verzoek u vriendelijk te bevestigen dat er op zijn minst sprake is van verwarring rondom de vermeende aanvraag voor de vergunning, nogmaals wij zijn van mening dat er alleen getoetst werd, te meer ook omdat onze originele ontwerp wat dus wel door [naam7] en een andere welstand is goedgekeurd, niet door uw welstand werd goedgekeurd, in onze optiek op on eigen gronden.
(…)
Ondanks dat ik het een prettig gesprek vond, verzoek ik u het geheel goed op te pakken, waarbij:
1. Bevestigd wordt dat er geen sprake is van een formele vergunningaanvraag, dat deze sowieso niet ondertekend door mijn vrouw [naam8] en mijzelf is binnengekomen, dat de vermeende vergunning sowieso niet sprak over mijn vrouw. Dat ons eerste ontwerp in een zeer vreemde setting en met mogelijk feitelijk onjuiste argumenten is afgekeurd. Dat daarom wij naar alternatieven zijn gaan zoeken, die wij besproken hebben maar nimmer definitief hebben gemaakt.
(…)
3. De leges volledig worden gecrediteerd en dit aan Tribuut wordt doorgegeven.
(…)
Ik verzoek dan ook vriendelijk te bevestigen dat er procedureel geen formele aanvraag is geweest, dat hierover toen dit duidelijk werd dat hierin fouten zijn gemaakt, contact over is gezocht, bezwaar tegen is ingediend en wij vervolgens een gesprek hierover hebben gehad, zie bovenstaand.”
Op 14 februari 2019 heeft de heer [naam6] van de gemeente [de gemeente] een e-mail aan belanghebbende gestuurd:
“(…) Afgelopen tijd heeft u een aantal (telefoon)gesprekken gehad met [naam5] en met mij om uw bezwaar op een informele manier af te handelen. Ter afronding daarvan ontvangt u deze e-mail.
Proces rondom vergunning
Het proces rondom de omgevingsvergunning is niet optimaal verlopen. Vooral het eerste contact met welstand heeft hierbij een rol gespeeld. Wij kunnen ons daarom ook voorstellen dat er op z'n minst verwarring bij partijen is ontstaan over de aanvraag van de omgevingsvergunning. Daarnaast zijn er in vergelijking met andere vergunningtrajecten weinig contactmomenten geweest.
Afronding informele traject
Nu het informele traject over uw bezwaar met dit mailtje is afgerond, willen wij u vragen om uw bewaar binnen 1 week na verzending van dit mailtje in te trekken. Dat kan via de mail. Met de intrekking van uw bezwaar wordt ons intrekkingsbesluit van 19 november 2018 dan onherroepelijk.
Als u wil dat wij uw bezwaar (tegen de intrekking van de vergunning) toch formeel afhandelen, horen wij dat ook graag.
Ps: ik stuur dit mailtje niet in afschrift naar Tribuut. IJssellandschap of uw architect, maar het staat u natuurlijk vrij om de inhoud ervan met hen te delen.”
De heffingsambtenaar heeft de leges niet verder verminderd of teruggegeven.
3 Geschil
In geschil is of de aanslag leges terecht en tot het juiste bedrag aan belanghebbende is opgelegd.