Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 01-08-2023, ECLI:NL:GHARL:2023:6599, 22/00527

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 01-08-2023, ECLI:NL:GHARL:2023:6599, 22/00527

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
1 augustus 2023
Datum publicatie
11 augustus 2023
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2023:6599
Zaaknummer
22/00527
Relevante informatie
Art. 6.17 Wet IB 2001, Art. 6.36 Wet IB 2001, Art. 6.38 Wet IB 2001, Art. 37 Uitv reg IB 2001

Inhoudsindicatie

IB/PVV. Opname in Fraude Signalering Voorziening. Specifieke zorgkosten. Giften.

Uitspraak

locatie Arnhem

nummer BK-ARN 22/00527

uitspraakdatum: 01 augustus 2023

Uitspraak van de tweeëntwintigste enkelvoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[belanghebbende] te [woonplaats] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 4 maart 2022, nummer AWB 21/2444, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Eindhoven (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is voor het jaar 2019 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 15.445. Daarbij is belastingrente vergoed van € 3.

1.2.

De Inspecteur heeft het daartegen gerichte bezwaar ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5.

Het digitale onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 13 april 2023. Daarbij zijn verschenen en gehoord de echtgenote van belanghebbende [naam1] , alsmede [naam2] en [naam3] namens de Inspecteur. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat op 12 mei 2023 naar partijen is verzonden. Het onderzoek is ter zitting gesloten.

1.6.

Op 14 april 2023 heeft het Hof een nader stuk van belanghebbende ontvangen en daarin aanleiding gezien het onderzoek te heropenen. Het Hof heeft de Inspecteur in de gelegenheid gesteld op het nader stuk te reageren.

1.7.

De Inspecteur heeft op 28 april 2023 op het nader stuk van belanghebbende van 14 april 2023 gereageerd en te kennen gegeven dat hij een nadere zitting niet nodig acht.

1.8.

Op 28 april 2023 is wederom een nader stuk van belanghebbende – met dagtekening 24 april 2023 – bij het Hof binnengekomen. Daarin geeft belanghebbende onder meer aan dat een nadere zitting op prijs wordt gesteld.

1.9.

Het Hof heeft partijen uitgenodigd voor een nader digitaal onderzoek ter zitting op 18 juli 2023 om 11 uur. Belanghebbende heeft in een e-mail van 12 juli 2023 meegedeeld dat hij en zijn echtgenote niet meedoen aan deze digitale hoorzitting en dat zij geen vertrouwen meer hebben in de Belastingdienst.

1.10.

Het Hof heeft vervolgens bepaald dat het nadere onderzoek ter zitting achterwege blijft en het onderzoek gesloten.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende is gehuwd met mevrouw [naam1] (hierna: de echtgenote).

2.2.

In voorgaande jaren zijn de aangiften van belanghebbende als volgt gecorrigeerd:

Jaar

Verzamelinkomen aangifte

Correctie inkomen

Verzamelinkomen aanslag

Overige correcties

2010

10.651

10.747

21.398

Inkomensafhankelijke combinatiekorting

2011

19.818

1.995

21.813

2012

21.354

653

22.007

2013

15.254

5.609

20.863

2014

9.586

9.742

19.328

2015

15.174

0

15.174

Alleenstaande ouderenkorting

2016

4.824

5.639

10.463

2017

10.324

5.450

15.774

2018

9.066

6.032

15.098

2.3.

De gegevens van belanghebbende en zijn echtgenote stonden ten tijde van de indiening en beoordeling van de aangiften IB/PVV 2019 geregistreerd in de Fraude Signalering Voorziening (FSV).

2.4.

Belanghebbende heeft een aangifte IB/PVV 2019 ingediend en daarin een bedrag van € 8.022 aan specifieke zorgkosten opgevoerd, waarvan € 5.022 aan belanghebbende is toebedeeld en het overige aan de echtgenote. Voorts is in de aangifte een bedrag aan aftrekbare giften opgenomen van € 500. Het aangegeven verzamelinkomen bedroeg € 11.290.

2.5.

De Inspecteur heeft in de definitieve aanslag IB/PVV 2019 een bedrag van € 2.190 aan ziektekosten geaccepteerd, waarvan € 1.371 aan belanghebbende is toebedeeld. De giftenaftrek is niet geaccepteerd. Het verzamelinkomen is door de Inspecteur vastgesteld op € 15.445.

2.6.

In onderstaand overzicht is opgenomen wat belanghebbende aan specifieke zorgkosten heeft aangegeven en welk deel daarvan bij de aanslag in aanmerking is genomen:

Aangegeven

Aanslag

Medicijnen

224

79

Uitgaven voor hulpmiddelen

3.049

0

Uitgaven voor vervoer ivm ziekte/invaliditeit

1.800

300

Dieetkosten

1.900

1.500

Extra uitgaven kleding en beddengoed

600

300

Genees- en heelkundige hulp

464

625

Reiskosten ziekenbezoek

599

0

Totaal

8.636

2.804

Drempel

614

614

Totaal na drempel

8.022

2.190

Aandeel belanghebbende

5.022

1.371

Aandeel echtgenote

3.000

819

2.7.

Het bezwaar tegen de aanslag heeft de Inspecteur afgewezen. De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

3 Geschil

In geschil is de hoogte van de aftrek van specifieke zorgkosten en giften.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing