Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 26-09-2023, ECLI:NL:GHARL:2023:8227, 22/244

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 26-09-2023, ECLI:NL:GHARL:2023:8227, 22/244

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
26 september 2023
Datum publicatie
6 oktober 2023
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2023:8227
Zaaknummer
22/244
Relevante informatie
Art. 9 BPM, Art. 10 BPM

Inhoudsindicatie

BPM. Handelsinkoopwaarde. Bewijslastverdeling.

Uitspraak

locatie Arnhem

nummer BK-ARN 22/244

uitspraakdatum: 26 september 2023

Uitspraak van de vierde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

de inspecteur van de Belastingdienst/Centrale administratieve processen (hierna: de Inspecteur)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 13 januari 2022, nummer AWB 20/5869, in het geding tussen de Inspecteur en

[belanghebbende] te [woonplaats] (hierna: belanghebbende)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is een naheffingsaanslag in de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (hierna: bpm) opgelegd.

1.2.

De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar het bezwaar ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak van de Inspecteur en de naheffingsaanslag vernietigd, de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende voor een bedrag van € 1.620 en gelast dat de Inspecteur het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 178 vergoedt.

1.4.

De Inspecteur heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 11 juli 2023. Daarbij zijn verschenen en gehoord mr. S.M. Bothof als de gemachtigde van belanghebbende, alsmede [naam1] en [naam2] namens de Inspecteur. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende heeft op 11 februari 2020 aangifte voor de bpm gedaan met het oog op registratie van een Volkswagen Crafter (hierna: de auto) in het Nederlandse kentekenregister. Uit een tot het dossier behorende factuur volgt dat belanghebbende de auto in Duitsland heeft gekocht voor € 8.000,37 (inclusief btw). Belanghebbende heeft de auto vervolgens vóór de registratie zelf omgebouwd tot kampeerauto.

2.2.

De datum van eerste toelating van de auto is 12 oktober 2015 en de datum van de tenaamstelling van het kentekenbewijs is 17 maart 2020.

2.3.

De aangifte is gebaseerd op een taxatierapport (hierna: het taxatierapport), dat is opgemaakt door een taxateur. Bij de berekening van de aangegeven bpm is uitgegaan van een historische nieuwprijs van € 94.922, een bruto bpm van € 13.254, een handelsinkoopwaarde in onbeschadigde staat van € 32.786 en in beschadigde staat van € 13.680 waarbij rekening is gehouden met een waardevermindering wegens schade groot € 19.106 (72% van de geraamde herstelkosten van € 26.537,66 (inclusief btw)). De aldus berekende bpm van € 1.909 (13.680/94.922 x € 13.254) is op aangifte voldaan.

2.4.

In het taxatierapport zijn de volgende referentieauto’s opgenomen (bedragen in €):

Adria – Twin Titanium 540 SPT

43.950

Karmann – Dexter 650

44.950

VW – California 140 PK DSG Automaat

48.950

Globecar – Campscout

49.500

2.5.

De handelsinkoopwaarde in onbeschadigde staat van € 32.786 is in het rapport berekend op de gemiddelde waarde van de referentieauto’s van € 46.837,50 verminderd met een handelaarsmarge van 30% (€ 46.837,50 x 70% = € 32.786).

2.6.

Bij het taxatierapport zit een koerslijst voor een voertuig van hetzelfde merk, type en met dezelfde overige kenmerken als de auto, met dien verstande dat volgens de koerslijst sprake is van een bestelauto met twee zitplaatsen, tussenschot, laadruimte en achterdeuren met ramen. Die koerslijst geeft een waarde van € 13.202.

2.7.

Met dagtekening 13 februari 2020 heeft Domeinen Roerende Zaken (hierna: DRZ) de auto ge(her)taxeerd. DRZ heeft de handelsinkoopwaarde in onbeschadigde staat eveneens getaxeerd op € 32.786. De schade is door DRZ vastgesteld op nihil. In het rapport van DRZ is onder meer het volgende vermeld:

“Doordat er geen passende/vergelijkbare voertuigen als occasions te verkrijgen zijn heb ik de handelsinkoopwaarde van de aangever overgenomen.”

2.8.

Omdat toepassing van de afschrijvingstabel van artikel 8, lid 5, van de Uitvoeringsregeling belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992 (hierna: de Uitvoeringsregeling) volgens de Inspecteur tot de meest gunstige afschrijving leidt, heeft hij op basis van die tabel nageheven. De bruto bpm bedraagt € 13.254, het afschrijvingspercentage 71% en de verschuldigde bpm derhalve € 3.843, zodat de naheffing € 1.934 bedraagt.

3 Geschil

In geschil is of de naheffingsaanslag terecht en tot een niet te hoog bedrag is opgelegd. De Inspecteur beantwoordt deze vragen bevestigend, belanghebbende ontkennend.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing