Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 09-01-2024, ECLI:NL:GHARL:2024:248, 22/2161 en 22/2162

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 09-01-2024, ECLI:NL:GHARL:2024:248, 22/2161 en 22/2162

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
9 januari 2024
Datum publicatie
19 januari 2024
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2024:248
Formele relaties
Zaaknummer
22/2161 en 22/2162
Relevante informatie
Art. 17 Wet WOZ, Art. 22 Wet WOZ, Art. 4 Uitv.reg. WOZ

Inhoudsindicatie

Wet Woz. Waardevaststelling ziekenhuis. Gecorrigeerde vervangingswaarde.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Leeuwarden

nummers BK-ARN 22/2161 en 22/2162

uitspraakdatum: 9 januari 2024

Uitspraak van de eerste meervoudige kamer

op het hoger beroep van

Stichting [belanghebbende] te [vestigingsplaats] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 8 augustus 2022, nummers LEE 20/977 en 21/1934, ECLI:NL:RBNNE:2022:2842, in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van het Noordelijk Belastingkantoor (hierna: de heffingsambtenaar)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Bij beschikking van 30 april 2019 heeft de heffingsambtenaar op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van [het ziekenhuis] (hierna: het ziekenhuis), gelegen aan [adres1] te [vestigingsplaats] , per waardepeildatum 1 januari 2018, vastgesteld voor het belastingjaar 2019 op € 167.867.000.

1.2.

Bij uitspraak op bezwaar van 18 februari 2020 heeft de heffingsambtenaar het bezwaar van belanghebbende ongegrond verklaard.

1.3.

Bij beschikking van 31 mei 2020 heeft de heffingsambtenaar op grond van de Wet WOZ de waarde van het ziekenhuis, per waardepeildatum 1 januari 2019, vastgesteld voor het belastingjaar 2020 op € 162.993.000.

1.4.

Bij uitspraak op bezwaar van 4 juni 2021 heeft de heffingsambtenaar het bezwaar van belanghebbende gegrond verklaard, de waarde van het ziekenhuis verminderd tot € 158.136.000 en een kostenvergoeding toegekend.

1.5.

Belanghebbende is tegen beide uitspraken op bezwaar in beroep gekomen. De Rechtbank heeft de beroepen gegrond verklaard, de uitspraken op bezwaar vernietigd, de waarde van het ziekenhuis voor het belastingjaar 2019 vastgesteld op € 158.000.000 en voor het belastingjaar 2020 op € 153.000.000 en vergoedingen toegekend voor immateriële schade, griffierecht en proceskosten.

1.6.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.7.

Partijen hebben voorafgaand aan de zitting nadere stukken ingediend.

1.8.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 17 oktober 2023. Daarbij zijn verschenen en gehoord A. Oosters, als de gemachtigde van belanghebbende, bijgestaan door [naam1] , taxateur, [naam2] , werkzaam bij belanghebbende als stafadviseur duurzaamheid en milieu, en [naam3] , werkzaam bij belanghebbende als manager techniek en huisvesting, alsmede [naam4] namens de heffingsambtenaar, bijgestaan door [naam5] , taxateur.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende is eigenaar van het ziekenhuis.

2.2.

Het ziekenhuis is een topklinisch ziekenhuis voor basiszorg en complexe zorg. Het ziekenhuiscomplex bestaat uit onder meer een nieuwbouwgedeelte (2007) en een oudbouwgedeelte (1979), kantoortorens, een paviljoen/bezoekersruimte (2013), een apotheek, een bedrijfsrestaurant, fietsenstallingen en een parkeergarage.

3 Geschil

3.1.

In geschil is de waarde van het ziekenhuis per 1 januari 2018 en per 1 januari 2019.

3.2.

In hoger beroep bepleit belanghebbende onder verwijzing naar taxatiekaarten een waarde van € 96.572.000 voor het belastingjaar 2019 en een waarde van € 92.360.000 voor het belastingjaar 2020.

3.3.

De heffingsambtenaar sluit zich voor beide belastingjaren aan bij de door de Rechtbank vastgestelde waarde.

3.4.

Belanghebbende heeft zich ter zitting van het Hof alsnog aangesloten bij de door de heffingsambtenaar voor de parkeergarage in aanmerking genomen waardecomponent.

3.5.

De heffingsambtenaar heeft ter zitting van het Hof ingestemd met de cijfermatige uitwerking van de standpunten van belanghebbende.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing