Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 09-07-2024, ECLI:NL:GHARL:2024:4606, 22/2180 t/m 22/2183

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 09-07-2024, ECLI:NL:GHARL:2024:4606, 22/2180 t/m 22/2183

cassatie ingesteld (rolnr HR: 24/03097)

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
9 juli 2024
Datum publicatie
19 juli 2024
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2024:4606
Zaaknummer
22/2180 t/m 22/2183
Relevante informatie
Art. 3.8 Wet IB 2001, Art. 8:42 Awb

Inhoudsindicatie

IB/PVV. Winst uit onderneming. In aftrek gebracht kosten.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem

nummer BK-ARN 22/2180 t/m 22/2183

uitspraakdatum: 9 juli 2024

Uitspraak van de tweede meervoudige kamer

op het hoger beroep van

[belanghebbende] te [woonplaats] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank) van 30 augustus 2022, nummer AWB 21/2592, 21/2593, 21/5843 en 21/5845 in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Arnhem (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is voor het jaar 2016 een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 54.777, hetgeen resulteerde in een na te vorderen belastingbedrag van € 13.412. Bij beschikkingen is € 1.609 belastingrente berekend en is een vergrijpboete van € 7.506 opgelegd. Daarnaast is aan belanghebbende over het jaar 2016 een navorderingsaanslag inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (hierna: Zvw) opgelegd van € 1.368, waarbij bij beschikking € 164 belastingrente in rekening is gebracht.

1.2.

Aan belanghebbende is voor het jaar 2017 een navorderingsaanslag IB/PVV opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 33.635, hetgeen resulteerde in een na te vorderen belastingbedrag van € 7.132. Bij beschikkingen is € 570 belastingrente berekend en is een vergrijpboete van € 3.162 opgelegd. Daarnaast is aan belanghebbende over het jaar 2016 een navorderingsaanslag inkomensafhankelijke bijdrage Zvw opgelegd van € 798, waarbij bij beschikking € 63 belastingrente in rekening is gebracht.

1.3.

De Inspecteur heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar het bezwaar ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de Rechtbank. De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, maar wel de opgelegde vergrijpboetes ambtshalve verminderd naar € 7.130 (2016), respectievelijk € 3.003 (2017), in verband met een overschrijding van de redelijke termijn.

1.5.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.6.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 5 juni 2024. Daarbij zijn verschenen en gehoord belanghebbende en P. van Herwijnen, als de gemachtigde van belanghebbende, alsmede [naam1] namens de Inspecteur, bijgestaan door [naam2] en [naam3] . Het onderzoek ter zitting heeft tegelijkertijd plaatsgevonden met het onderzoek ter zitting van de hoger beroepen die belanghebbend heeft ingesteld tegen de eveneens aan hem opgelegde naheffingsaanslagen omzetbelasting met zaaknummers BK-ARN 22/2178 en 22/2179. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende oefent een onderneming uit waarvan de activiteiten bestaan uit de handel in schroot en sloopauto’s.

2.2.

Belanghebbende beschikt in het kader van zijn onderneming over een vrachtauto met kenteken [kenteken] . Op de vrachtauto van belanghebbende bevindt zich een autolaadkraan. Op het terrein van belanghebbende ligt eveneens een autolaadkraan opgeslagen.

2.3.

Volgens de kasadministratie van belanghebbende is op 1 november 2016 een factuur van [naam4] B.V. betaald die ziet op:

Omschrijving

Bedrag

Aan u geleverd Gereviseerde Auto/Laadkraan HMF Type 1144,

Overeengekomen bedrag

€ 15.000,=

Nieuwe Hijdrolijkpomp

€ 3.000,=

2 nieuwe Kiep cilinders

€ 3.500,=

Partij lossen Hijdroslangen en koppelingen,

€ 4.800,=

Arbeidsloon voor aanpassen apparatuur,

Kleinmateriaal en Olie,

€ 4.200,=

Voldaan per kas bij de oplevering 01 november 2016

[Handtekening [naam5] ]

Netto

€ 30.500,=

BTW 21%

€ 6.405,=

Totaal

€ 36.905,=

De op de factuur in rekening gebrachte kosten zijn in de aangifte inkomstenbelasting 2016 van belanghebbende in mindering gebracht op het door hem gerealiseerde resultaat uit onderneming.

2.4.

Tijdens een derdenonderzoek op 3 oktober 2018 heeft [naam5] , de (voormalig) directeur van [naam4] B.V. (hierna: [naam5] ), aan de controlerend ambtenaar verklaard dat de factuur juist is en hij de vergoeding heeft ontvangen. Daarnaast heeft hij verklaard dat het factuurnummer willekeurig is gekozen, dat het de enige transactie van de onderneming in 2016 betreft en voorts dat hij geen groot rijbewijs bezit. Desondanks heeft hij eind oktober 2016 de vrachtauto van belanghebbende opgehaald in [woonplaats] en deze naar een relatie van hem in Duitsland heeft gereden. Daar is in enkele dagen de gereviseerde kraan op de vrachtauto gemonteerd. Voorts heeft [naam5] verklaard dat hij de transactie ‘zwart’ heeft gedaan, hij geen inkoopfactuur van de gereviseerde kraan heeft van de Duitse leverancier en dat hij de naam van die leverancier niet wil noemen.

2.5.

Per brief van 21 november 2019 heeft [naam5] , aan belanghebbende verklaard:

“[…]

Hiermede verklaar ik [naam5] wonende te […],

Aan u geleverd en de Demontage oude kraan en Montage nieuwe Kraan HMF 144 verzorgd te hebben.

Levering en Montage compleet met alle benodigde Hoge drukslangen verse Hydroliek olie en diverse klein materiaal nodig om de kraan naar behoren te laten functioneren.

Hopende u hiermede van dienst te zijn geweest om uw problemen met de Fiscus tot een oplossing te brengen. […]”

Als bijlage bij de brief is een afschrift van de factuur gevoegd (zie 2.3). Daarop ontbreekt de getypte toevoeging “Voldaan per kas bij de oplevering 01 november 2016” en de handtekening van [naam5] .

2.6.

Op de autolaadkraan op de vrachtauto van belanghebbende bevindt zich, volgens een op 12 januari 2021 gemaakte foto, een typeplaatje met de volgende gegevens:

1144K1TS

9028608

03-2012

Op de autolaadkraan die op het terrein van belanghebbende is opgeslagen, bevindt zich geen typeplaatje.

2.7.

De Inspecteur heeft vragen gesteld aan een deskundige van een bedrijf dat is gespecialiseerd in de levering, opbouw en het onderhoud van hydraulische kranen van het merk dat volgens de factuur van 1 november 2016 aan belanghebbende is geleverd. De deskundige heeft in dat kader onder meer verklaard:

- De cijfers ‘90’ staan voor het jaar 1990, het bouwjaar van de kraan. De cijfers ‘28’ staan voor het soort kraan en horen bij het type HMF 1144. De cijfers ‘608’ vormen het volgnummer van de kraan.

- Bij de montage van de kraan wordt door het bedrijf meestal de maand en het jaar waarin dit is gebeurd op het plaatje ingeslagen. De aanduiding ’03-2012’ zou duiden op maart 2012.

- Voor het opbouwen van de kraan met een nieuwe hydrauliekpomp en kiepcilinders moet worden uitgegaan van 60 tot 80 manuren. Twee personen zouden hiermee dus 30 tot 40 uur bezig zijn. Alleen het demonteren van de oude kraan kost al een dag. Voor demontage en montage zijn specifieke apparatuur en onderdelen vereist.

- Een gereviseerde kraan kost ongeveer € 5.000 tot € 10.000.

- Vanaf het jaar 1995 zijn zogenaamde CE-verklaringen verplicht bij een kraan op een vrachtauto. Voor bepaalde op de vrachtauto gebouwde onderdelen, waaronder de kraan, moet er zo’n verklaring zijn die in bezit moet zijn van de eigenaar van de kraan. De eigenaar moet een zogenaamd opbouwdossier hebben (2A-verklaring) waarin alle CE-verklaringen van de opbouwers zitten. Het opbouwen van een kraan moet volgens de zogenaamde CE-norm.

2.8.

Volgens de kasadministratie van belanghebbende is op 7 november 2017 een factuur betaald vanwege reparatiewerkzaamheden aan de laadbak. Deze factuur bedroeg in totaal € 9.704,20, waarvan € 1.684,20 omzetbelasting. De kosten van de reparatie (€ 8.020) zijn door belanghebbende in zijn aangifte inkomstenbelasting 2017 in aftrek gebracht op het door hem gerealiseerde resultaat.

3 Geschil

3.1.

In hoger beroep is enkel nog in geschil of belanghebbende de kosten met betrekking tot de aanschaf van een laadkraan (zie 2.3.) en de reparatie van de laadbak (zie 2.8.) in mindering kan brengen op het resultaat uit onderneming over het belastingjaar 2016, respectievelijk 2017.

3.2.

Voorts zijn de opgelegde vergrijpboetes in geschil voor zover deze verband houden met de in 3.1. genoemde correcties.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing