Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 23-07-2024, ECLI:NL:GHARL:2024:4876, 23/179

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 23-07-2024, ECLI:NL:GHARL:2024:4876, 23/179

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
23 juli 2024
Datum publicatie
9 augustus 2024
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2024:4876
Zaaknummer
23/179
Relevante informatie
Art. 9 BPM, Art. 10 BPM

Inhoudsindicatie

BPM. Vermindering (afschrijving).

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem

nummer BK-ARN 23/179

uitspraakdatum: 23 juli 2024

Uitspraak van de derde meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[belanghebbende] BV te [vestigingsplaats] (hierna: belanghebbende)

en het incidentele hoger beroep van

de inspecteur van de Belastingdienst/Centrale Administratieve Processen (hierna: de Inspecteur)

tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank) van 25 november 2022, nummer AWB 21/2391, in het geding tussen belanghebbende en de Inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is een naheffingsaanslag in de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (hierna: BPM) opgelegd van € 14.989.

1.2.

Belanghebbende heeft daartegen bezwaar gemaakt. De Inspecteur heeft in zijn uitspraak op bezwaar de naheffingsaanslag gehandhaafd.

1.3.

Belanghebbende heeft daartegen beroep ingesteld. De Rechtbank heeft dit beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd, de naheffingsaanslag verminderd tot € 14.040 en vergoedingen voor proceskosten en griffierecht toegekend van respectievelijk € 1.887 en € 360.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank op 3 januari 2023 hoger beroep ingesteld.

1.5.

De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.6.

De Inspecteur heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank op 11 mei 2023 incidenteel hoger beroep ingesteld.

1.7.

Belanghebbende heeft op 31 mei 2023 schriftelijk zijn zienswijze omtrent het incidenteel hoger beroep naar voren gebracht.

1.8.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 3 juli 2024. Namens belanghebbende is mr. R. Lammers van Euro Auto Logic BV verschenen. Namens de Inspecteur zijn [naam1] en [naam2] verschenen.

2 Feiten

2.1.

Belanghebbende heeft op 6 januari 2020 voor een Mercedes GLC-klasse, 300 4MATIC (hierna: de auto) op aangifte een bedrag van € 12.286 aan BPM voldaan. Deze auto heeft een CO2-uitstoot van 255 gr/km en een vermogen van 180 kW/245 pk. Belanghebbende heeft de afschrijving van deze auto berekend aan de hand van de handelsinkoopwaarde die is opgenomen in de koerslijst XRay voor de referentieauto Mercedes 250 4MATIC. De handelsinkoopwaarde (onbeschadigd) van deze referentieauto bedraagt volgens belanghebbende € 37.854. Blijkens een uitgereikte factuur van 2 november 2019 is de auto aangekocht van een in Duitsland gevestigde autohandelaar voor € 34.000 (exclusief omzetbelasting).

2.2.

De Inspecteur heeft een ‘Onderzoek waardebepaling’ door de dienst Domeinen Roerende Zaken (hierna: de DRZ) laten doen. Van dit onderzoek is een rapport opgemaakt. Daarin is onder meer opgemerkt dat voor de auto geen koerslijstwaarde beschikbaar is en dat de auto minder schade had dan is aangegeven. De afschrijving is berekend aan de hand van de handelsinkoopwaarde (onbeschadigd) die is opgenomen in de koerslijst XRay marge voor de als referentieauto aan te duiden Mercedes 300 4MATIC Premium ten bedrage van € 47.682. De Inspecteur heeft de volgende naheffingsaanslag BPM opgelegd:

Catalogusprijs

€ 76.339

Historische BPM (CO2-uitstoot 162 gr/km)

12.593

Consumentenprijs (= historische nieuwprijs)

88.932

Handelsinkoopwaarde (onbeschadigd)

€ 47.682

Schade (87% van € 1.314)

-/- 1.146

= Handelsinkoopwaarde (beschadigd)

46.536

Afschrijving

47,68%

Historische BPM (CO2-uitstoot 255 gr/km)

€ 53.832

Afschrijving (47,68%)

-/- 25.668

= Verschuldigde BPM

28.164

Extra leeftijdskorting (1,834% van € 48.489)

-/- 889

Door belanghebbende is betaald op aangifte

-/- 12.286

Naheffingsaanslag

14.989

2.3.

De Rechtbank heeft geoordeeld dat de kenmerken van de door de Inspecteur aangedragen referentieauto Mercedes 300 4MATIC Premium het dichtst aanleunen tegen die van de auto, zodat de afschrijving van de auto kan worden berekend aan de hand van de handelsinkoopwaarde van deze referentieauto. Dat deze referentieauto op de datum van eerste toelating (1 juli 2018) nog niet via de reguliere kanalen kon worden geleverd, doet daaraan volgens de Rechtbank niet af, nu ook een handelstransactie van een parallel geïmporteerde auto met eenzelfde datum van eerste toelating, als richtsnoer kan dienen. Verder is de Rechtbank voor de schadecalculatie uitgegaan van een uurtarief van € 84, zodat de waardevermindering wegens schade op € 1.221 moet worden vastgesteld. Voorts heeft de Rechtbank, anders dan de Inspecteur, vanwege het schadeverleden een waardevermindering van € 1.500 in aanmerking genomen. De Rechtbank heeft de naheffingsaanslag als volgt berekend:

Catalogusprijs

€ 76.339

Historische BPM (CO2-uitstoot 162 gr/km)

12.593

Consumentenprijs (= historische nieuwprijs)

88.932

Handelsinkoopwaarde (onbeschadigd)

€ 47.682

Schade (87% van € 1.403)

-/- 1.221

Schadeverleden

-/- 1.500

= Handelsinkoopwaarde (beschadigd)

44.961

Afschrijving

49,44%

Historische BPM (CO2-uitstoot 255 gr/km)

€ 53.832

Afschrijving (49,44%)

-/- 26.617

= Verschuldigde BPM

27.215

Extra leeftijdskorting

-/- 889

Door belanghebbende is betaald op aangifte

-/- 12.286

Naheffingsaanslag

14.040

3 Geschil

3.1.

In geschil is of de naheffingsaanslag, zoals deze luidt na de uitspraak van de Rechtbank, terecht en tot een juist bedrag is vastgesteld. Beide partijen beantwoorden die vraag ontkennend.

3.2.

Belanghebbende betoogt in hoger beroep dat voor het berekenen van de afschrijving ingevolge artikel 10, lid 2, Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992 (hierna Wet BPM):

i) de historische nieuwprijs (catalogusprijs plus historische BPM) moet worden gebaseerd op het bedrag aan BPM dat voor de te registreren auto is verschuldigd, en niet aan de hand van de BPM die voor de referentieauto is verschuldigd;

ii) de handelsinkoopwaarde – anders dan de Rechtbank overeenkomstig het standpunt van de Inspecteur heeft geoordeeld – niet kan worden gebaseerd op de koerslijst van de Mercedes 300 4MATIC Premium;

iii) de handelsinkoopwaarde moet worden verminderd wegens schade en vanwege de omstandigheid dat de Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) geen oordeel heeft gegeven over de juistheid van de kilometerstand.

Belanghebbende heeft in haar brief van 31 mei 2023 haar grief omtrent de schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn, ingetrokken.

3.3.

In het incidentele hoger beroep heeft de Inspecteur aangevoerd dat de Rechtbank ter bepaling van de handelsinkoopwaarde ten onrechte een waardedrukkend effect van € 1.500 heeft toegekend aan het schadeverleden van de auto.

3.4.

Belanghebbende concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank en die van de Inspecteur en tot vernietiging van de naheffingsaanslag. De Inspecteur concludeert tot vernietiging van de uitspraak van de Rechtbank en tot handhaving van de naheffingsaanslag.

4 Beoordeling van het geschil

5 Proceskosten en griffierecht

6 Beslissing