Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 10-09-2024, ECLI:NL:GHARL:2024:5772, 23/716

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 10-09-2024, ECLI:NL:GHARL:2024:5772, 23/716

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
10 september 2024
Datum publicatie
20 september 2024
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2024:5772
Zaaknummer
23/716
Relevante informatie
Art. 8 BPM, Art. 9 BPM, Art. 10 BPM

Inhoudsindicatie

BPM. Diverse formeelrechtelijke grieven.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem

nummer BK-ARN 23/716

uitspraakdatum: 10 september 2024

Uitspraak van de derde meervoudige kamer

op het hoger beroep van

[belanghebbende] te [woonplaats] (hierna: belanghebbende)

en het incidentele hoger beroep van de inspecteur van de Belastingdienst/Centrale Administratieve Processen (hierna: de Inspecteur)

tegen de uitspraak van de Rechtbank Noord-Nederland van 2 maart 2023, nummer LEE 21/3380, in het geding tussen belanghebbende en de Inspecteur.

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is met dagtekening 26 juni 2020 een naheffingsaanslag in de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (BPM) opgelegd ten bedrage van € 25.551.

1.2.

Belanghebbende heeft daartegen bezwaar gemaakt. De Inspecteur heeft het bezwaar ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Inspecteur beroep ingesteld. De Rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd en de naheffingsaanslag verminderd tot € 25.051. Voorts heeft de Rechtbank belanghebbende vergoedingen voor immateriële schade, proceskosten en griffierecht toegekend.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft incidenteel hoger beroep aangetekend.

1.5.

De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend. Belanghebbende heeft op het incidentele hoger beroep schriftelijk gereageerd. Partijen hebben voorts conclusies van re- en dupliek en verschillende nadere stukken ingediend.

1.6.

Het onderzoek ter zitting in hoger beroep heeft plaatsgevonden op 21 augustus 2024. Namens belanghebbende is A.F.M.J. Verhoeven als zijn gemachtigde verschenen. Namens de Inspecteur zijn verschenen [naam1] en [naam2] . Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende heeft een gebruikte personenauto, een Volkswagen Tiguan 2.0 TSI 4Motion Highline Business R (hierna: de auto) in 2020 laten registreren in het Nederlandse kentekenregister.

2.2.

De auto is geproduceerd in Mexico voor de markt in de Verenigde Staten van Amerika (hierna: VS). De auto is in de VS voor het eerst op 28 februari 2018 toegelaten tot het verkeer op de weg.

2.3.

De auto heeft in de VS schade opgelopen. De auto is op 6 oktober 2019 op een veiling in de VS verkocht en vervolgens overgebracht naar Litouwen. Aldaar heeft schadeherstel plaatsgevonden. De auto is in Litouwen gekeurd en geregistreerd. De CO2-uitstoot is daarbij vastgesteld op 239 gr/km. De auto heeft een motor met een vermogen van 137 kW. Het gewicht van de auto is 1.810 kg.

2.4.

Belanghebbende heeft de auto gekocht en de auto is overgebracht naar Nederland.

2.5.

De RDW heeft de auto op 23 december 2019 goedgekeurd. De RDW is uitgegaan van een CO2-uitstoot van de auto van 239 gr/km.

2.6.

Met het oog op de registratie in het Nederlandse kentekenregister heeft belanghebbende – met dagtekening 24 december 2019 - aangifte BPM gedaan naar een verschuldigd bedrag van € 507. In de aangifte is uitgegaan van een bruto BPM van € 46.968, een historische nieuwprijs van € 57.803 en een CO2-uitstoot van de auto van 239 gr/km. De in de aangifte gehanteerde vermindering (afschrijving) heeft belanghebbende berekend aan de hand van een door taxateur [naam3] , verbonden aan [naam4] , op 23 december 2019 opgesteld taxatierapport. Daarin is onder meer uitgegaan van een handelsinkoopwaarde van de auto van € 625 (€ 10.360,75 (handelsinkoopwaarde in onbeschadigde staat) verminderd met een bedrag van € 9.735,75 aan waardevermindering wegens schade). De handelsinkoopwaarde in onbeschadigde staat is gebaseerd op niet nader toegelichte prijzen van referentievoertuigen ‘onder aftrek van een gangbare marge bij importvoertuigen (en ex schadevoertuigen indien van toepassing)’. De waardevermindering wegens schade is gebaseerd op een schadecalculatie waarin de totale reparatiekosten op € 9.816,72 zijn becijferd. Op de inspectiedatum 23 december 2019 beliep de kilometerstand van de auto 18.044. Tot het taxatierapport behoort voorts een koerslijst van Autotelex Pro van een referentievoertuig waarin een handelsinkoopwaarde van dat voertuig is vermeld van € 24.288. Het vermogen van dat referentievoertuig is 140 kW en het gewicht ervan is 1.580 kg.

2.7.

De Inspecteur heeft belanghebbende uitgenodigd om de auto te tonen bij Domeinen Roerende Zaken (hierna: DRZ). Belanghebbende is daar verschenen. DRZ heeft op basis van het verrichte onderzoek een op 13 januari 2020 gedagtekend rapport waardebepaling opgesteld. DRZ heeft de handelsinkoopwaarde van de auto vastgesteld op € 35.549 op basis van een koerslijst van Autotelex Pro. Het vermogen van het gebruikte referentievoertuig is 140 kW, de CO2-uitstoot 165 gr/km en het gewicht 1.640 kg. Volgens DRZ is er geen sprake van een waardevermindering wegens schade. In het rapport is opgemerkt dat er geen Volkswagen Tiguan met een motor van 137 kW in Nederland op datum eerste toelating van de auto in Nederland leverbaar is geweest. Voorts is daarin opgemerkt dat er geen referentievoertuigen te vinden zijn die vergelijkbaar zijn met de auto. De kilometerstand van de auto beliep op 13 januari 2020 18.044.

2.8.

De auto is op 7 januari 2020 geregistreerd in het Nederlandse kentekenregister.

2.9.

Bij brief van 20 mei 2020 heeft de Inspecteur belanghebbende in kennis gesteld van zijn voornemen tot het opleggen van de naheffingsaanslag. Daarbij heeft de Inspecteur belanghebbende in de gelegenheid gesteld binnen drie weken na dagtekening van de brief op het voornemen te reageren. Naar aanleiding van deze brief heeft belanghebbende de Inspecteur per email van 29 mei 2022 bericht dat hij na ontvangst van de naheffingsaanslag bezwaar zal indienen. De Inspecteur heeft op basis van voornoemd DRZ-rapport de onderhavige - op 26 juni 2020 gedagtekende - naheffingsaanslag BPM ten bedrage van € 25.551 aan belanghebbende opgelegd.

2.10.

Het bezwaar is door belanghebbende op 8 juli 2020 ingediend. Na te zijn gehoord, heeft de Inspecteur bij uitspraak op bezwaar van 14 oktober 2021 de naheffingsaanslag gehandhaafd.

2.11.

De Rechtbank heeft in haar uitspraak van 2 maart 2023 het beroep van belanghebbende tegen die uitspraak gegrond verklaard. De Rechtbank heeft de uitspraak op bezwaar vernietigd en de naheffingsaanslag op basis van toepassing van de forfaitaire afschrijvingstabel verminderd tot € 25.051. De Rechtbank heeft belanghebbende voorts vergoedingen toegekend voor immateriële schade wegens overschrijding van de redelijke termijn (€ 1.000), proceskosten voor bezwaar (€ 592) en beroep (€ 1.674) en griffierecht (€ 181). Wat betreft de vergoeding voor de bezwaarkosten is de Rechtbank uitgegaan van de ‘lage’ puntwaarde uit de bijlage bij het Besluit proceskosten bestuursrecht (hierna: Bpb). Wat betreft het griffierecht heeft de Rechtbank overwogen dat recht bestaat op vergoeding van wettelijke rente indien het griffierecht niet aan belanghebbende wordt uitbetaald binnen vier weken na de datum van de uitspraak van de Rechtbank.

2.12.

Belanghebbende heeft hoger beroep tegen de uitspraak van de Rechtbank ingesteld, de Inspecteur incidenteel hoger beroep.

3 Geschil

3.1.

In hoger beroep zijn de (hoogte van de) naheffingsaanslag en de door de Rechtbank toegekende nevenvorderingen in geschil. De aangevoerde geschilpunten worden in onderdeel 4 van deze uitspraak besproken.

3.2.

Ter zitting heeft de Inspecteur het incidentele hoger beroep uitdrukkelijk en ondubbelzinnig ingetrokken.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing