Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 23-01-2024, ECLI:NL:GHARL:2024:610, 21/949 en 21/950
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 23-01-2024, ECLI:NL:GHARL:2024:610, 21/949 en 21/950
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 23 januari 2024
- Datum publicatie
- 2 februari 2024
- Annotator
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGEL:2021:3015, Niet ontvankelijk
- Zaaknummer
- 21/949 en 21/950
- Relevante informatie
- Art. 6:11 Awb, Art. 6:24 Awb
Inhoudsindicatie
IB/PVV. Ontvankelijkheid hoger beroep.
Uitspraak
locatie Leeuwarden
nummers BK-ARN 21/949 en 21/950
uitspraakdatum: 23 januari 2024
Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer
op het hoger beroep van
[belanghebbende] te [woonplaats] (hierna: belanghebbende)
tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland van 16 juni 2021, nummers AWB 20/1229 en 20/1230, in het geding tussen belanghebbende en
de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Amsterdam (hierna: de Inspecteur)
1 Ontstaan en loop van het geding
Aan belanghebbende is voor het jaar 2015 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (IB/PVV) opgelegd. Bij beschikking is belastingrente berekend.
De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard en het door hem als zodanig aangemerkte verzoek om ambtshalve vermindering in hetzelfde geschrift afgewezen.
Aan belanghebbende is voor het jaar 2016 een aanslag in de IB/PVV opgelegd. Bij beschikking is belastingrente berekend.
De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar het bezwaar ongegrond verklaard.
Belanghebbende is tegen de – onder 1.2 en 1.4 – genoemde uitspraken in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep inzake de aanslag in de IB/PVV voor het jaar 2015 gegrond verklaard, de betreffende uitspraak op bezwaar vernietigd, het bezwaar alsnog ongegrond verklaard en de Inspecteur opgedragen aan belanghebbende het griffierecht te vergoeden. De Rechtbank heeft het beroep inzake de aanslag in de IB/PVV voor het jaar 2016 ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft op digitale wijze plaatsgevonden op 12 december 2023. Daarbij zijn verschenen en gehoord belanghebbende, alsmede [naam1] namens de Inspecteur, bijgestaan door [naam2] .
2 Vaststaande feiten
De uitspraak van de Rechtbank is bij aangetekende brieven van 16 juni 2021 aan partijen verzonden.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. Het hogerberoepschrift van belanghebbende is op digitale wijze binnengekomen bij het Hof op 3 augustus 2021 om 11:17 uur. Belanghebbende heeft hierin onder meer geschreven:
“Ik realiseer me dat ik een week te laat ben, maar door ziekte ben ik niet eerder in staat geweest om te reageren. Ik reken op uw coulance, de belastingdienst is met alles te laat zonder dat dat consequenties heeft.”
3 Geschil
In geschil is of de aanslagen tot de juiste bedragen zijn opgelegd, welke vraag door belanghebbende ontkennend en door de Inspecteur bevestigend wordt beantwoord.