Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 23-01-2024, ECLI:NL:GHARL:2024:611, 21/1518

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 23-01-2024, ECLI:NL:GHARL:2024:611, 21/1518

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
23 januari 2024
Datum publicatie
2 februari 2024
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2024:611
Formele relaties
Zaaknummer
21/1518
Relevante informatie
Art. 11 lid 4 Wet OB 1968

Inhoudsindicatie

OB. Levering onbebouwde percelen.

Uitspraak

locatie Leeuwarden

nummer BK-ARN 21/1518

uitspraakdatum: 23 januari 2024

Uitspraak van de eerste meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[belanghebbende] C.V. te [vestigingsplaats] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland (hierna: de Rechtbank) van 31 augustus 2021, nummer LEE 20/2256, ECLI:NL:RBNNE:2021:3700, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Groningen (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Belanghebbende heeft over het tijdvak 1 juli 2019 tot en met 30 september 2019 (hierna: derde kwartaal 2019) € 60.388 aan omzetbelasting op aangifte voldaan. Belanghebbende heeft tegen deze voldoening bezwaar gemaakt.

1.2.

De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar het bezwaar ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de Rechtbank. De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 14 november 2023. Daarbij zijn verschenen en gehoord mr. W.W. van Smeden, als de gemachtigde van belanghebbende, alsmede W.D. Rijkeboer namens de Inspecteur, bijgestaan door [naam2] . Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat aan deze uitspraak is gehecht.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende is in 2016 opgericht. In datzelfde jaar is overeenstemming bereikt met de toenmalige eigenaar van de voormalige camping ' [naam3] ' te [plaats1] over de aankoop van het voormalige campingterrein inclusief drie daarop gebouwde recreatiewoningen en is het terrein met opstallen ingebracht in belanghebbende.

2.2.

Het bestemmingsplan ' [naam4] ' (hierna: het bestemmingsplan) maakt de bouw van tien vrijstaande woningen op het voormalige campingterrein (hierna ook: het plangebied) mogelijk. Het bestemmingsplan vermeldt – voor zover hier van belang – het volgende:

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1

Aanleiding

De initiatiefnemer is voornemens om 10 woningen te realiseren als herontwikkeling van het voormalige campingterrein [naam3] ' in [plaats1] . De ambitie is neergelegd om een hoogwaardig woonmilieu te realiseren, passend In de natuurlijke omgeving. (…)

(…)

Ambitiedocument

24 mei 2016 is de notitie 'Ambities transformatie [naam3] ' opgesteld, dit document is opgenomen als Bijlage 1 bij de toelichting van dit bestemmingsplan. In dit ambitiedocument zijn de kaders voor een mogelijke herontwikkeling aangegeven. Ook de Provincie Drenthe heeft zich hier achter geschaard. In hoofdlijnen zijn de volgende ambities benoemd:

• Inzetten op landschappelijk wonen met een nauwe interactie tussen architectuur, stedenbouw en landschapsarchitectuur.

• Oproepen van een spannend beeld tussen de openheid van het omringende landschap en de van oorsprong beboste rug.

• Het maken van een ruimtelijk ecologische buffer naar de [naam5] , waarbij het wonen optimaal verweven wordt in natuur en landschap. Het maken van een landschap waarin de woningen te gast zijn.

• Inpassen van de oudere aanwezige beplanting.

• Het gebied moet opeen logische manier deel uitmaken van het gehucht

[naam3] , dat kan door het uitte werken als close of pastorale ruimte. Het mag met nadruk geen 'gated community' zijn.

• Keuze voor een ingetogen en tegelijk eigentijdse architectuur die opgaat in het landschap.

• De woningen zijn uniek, herhaling van woningen is niet de bedoeling.

• De woningen zijn energieneutraal en optimaal geschikt voor Het Nieuwe Werken, ze hebben een beperkte invloed op de ecologische omgeving.

Wensen van de eigenaren

De nieuwe eigenaren van de voormalige camping hebben zelf ook grote ambities met betrekking tot de inpassing van de nieuwe woningen. Het is hun bedoeling hier 10 kavels te verkopen. Juist de ligging in het landschap en de hoogwaardigheid van de architectuur moet de reden zijn om hier een kavel te kopen. De beoogde hoogwaardigheid wordt niet alleen in het bestemmingsplan vastgelegd, ook worden daartoe regels in het koopcontract opgenomen. (…)

2.3

Beschrijving initiatief

De opgave is een integraal plan te maken voor het gebied, het gaat hierbij om woningen van hoge architectonische kwaliteit in een landschappelijke setting met veel natuur. De verkaveling, de ontsluiting, de situering van de woningen en tuinen en ook de omringende natuurterreinen worden in samenhang ontwikkeld.

(…)

Afgekaderde bouwkavels in de natuur

Ten behoeve van de verwevenheid met het landschap wordt de maat van het privéterrein waarbinnen mag worden gebouwd beperkt tot een maximum van 1.400 m2 op de kleinere percelen en 1.600 m2 op de viergrote percelen. Het perceel in de zuid-westhoek heeft een ruimer bouwvlak vanwege het onhandige formaat.

De ruimte rond en tussen deze bouwvlakken is natuur van het half-open type zoals in het vorige hoofdstuk is beschreven. In het bestemmingsplan wordt een duidelijk onderscheid gemaakt tussen deze bouwvlakken en het omringende gebied. Op de bouwvlakken heeft de eigenaar alle vrijheden die behoren bijeen erfbestemming. De woning, de bijgebouwen, erf en tuin, de parkeerplaatsen, en dergelijke liggen erop. Het eigen terrein buiten de bouwvlakken wordt bestemd tot natuur. De grens tussen deze twee onderdelen is scherp, in die zin dat erf en tuin niet in het natuurterrein mogen doorlopen maar omgekeerd kan dat wel. Op deze manier kan het natuurterrein doorlopen in het bouwvlak waardoor de suggestie ontstaat dat de woning midden in de natuur is gesitueerd.

2.3.

Voor elk van de tien percelen geldt dat ongeveer 75% bestemd is als natuurgebied (bestemming ‘natuur’) en 25% bestemd is als bouwvlak (bestemming ‘wonen – wonen in natuur’). Voor zover sprake is van natuurgebied mag de grond niet worden bebouwd en moet die grond in stand worden gehouden als natuurterrein. Dit betekent dat dat gebied ook niet als tuin voor de bewoners kan worden gebruikt. Het natuurgebied wordt ingericht en onderhouden op basis van een beheersplan, waaraan de koper van een perceel op grond van een kettingbeding in het koopcontract verplicht moet deelnemen.

2.4.

De achtergrond van het bestemmingsplan wordt onder meer gevormd door een in 2016 namens de gemeente Tynaarlo opgesteld document 'Ambities transformatie [naam3] ' (hierna: het ambitiedocument) en een met medewerking van onder meer de provincie Drenthe en stichting Natuurmonumenten opgesteld Beeldkwaliteitsplan. In het ambitiedocument staat – voor zover hier van belang – het volgende:

“wordt vooral primair ingezet op landschappelijk wonen”

(…)

in ruimtelijke maar ook ecologische zin is denkbaar dat de hoeveelheid privéterrein beperkt wordt, zodat het wonen optimaal verweven is met het landschap.

(…)

Qua sfeer zal een landschap ontstaan, waarbij de woningen te gast zijn.”

2.5.

De Raad van State heeft in zijn uitspraak van 16 september 2020 (zaaknummer 201903453/5/R3) met betrekking tot het bestemmingsplan – voor zover hier van belang – als volgt overwogen ten aanzien van het plangebied:

“10.1. (…) De Afdeling stelt vast dat aan de gronden van het plangebied de bestemming "Natuur" is toegekend. Binnen de gronden met de bestemming "Natuur" liggen tien vlakken waaraan de bestemming "Wonen — Wonen in natuur " is toegekend.

2.6.

In het derde kwartaal van 2019 heeft belanghebbende de onbebouwde percelen met huisnummers 36, 38 en 40 (hierna: de percelen) geleverd. Over deze leveringen is omzetbelasting voldaan.

3 Geschil

3.1.

In geschil is of de leveringen van de percelen (deels) zijn vrijgesteld van omzetbelasting. Hierbij is specifiek in geschil of sprake is van één belaste prestatie of twee prestaties waarvan er één belast en één vrijgesteld is. Als sprake is van twee prestaties zijn de waardes die moeten worden toegekend aan de twee prestaties tussen partijen nog in geschil.

3.2.

Belanghebbende stelt zich op het standpunt dat de levering van een perceel kwalificeert als twee prestaties voor de omzetbelasting: de belaste levering van een bouwterrein (het bouwblok) en de vrijgestelde levering van een natuurgebied (perceel minus het bouwblok). Dit heeft tot gevolg, zo stelt belanghebbende, dat een bedrag van € 29.548 aan omzetbelasting ten onrechte is voldaan.

3.3.

De Inspecteur stelt zich op het standpunt dat sprake is van één prestatie, de belaste levering van een bouwterrein. De Inspecteur stelt dat, indien het Hof oordeelt dat sprake is van twee prestaties, waarbij de levering van het natuurgebied is vrijgesteld van omzetbelasting, belanghebbende niet te veel omzetbelasting heeft voldaan. Hierbij brengt de Inspecteur naar voren dat het bedrag aan alsdan ten onrechte ontvangen vooraftrek groter is dan het bedrag aan omzetbelasting dat is geheven ten aanzien van het natuurgebied.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing