Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 15-10-2024, ECLI:NL:GHARL:2024:6415, 22/2272

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 15-10-2024, ECLI:NL:GHARL:2024:6415, 22/2272

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
15 oktober 2024
Datum publicatie
25 oktober 2024
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2024:6415
Zaaknummer
22/2272
Relevante informatie
Art. 22 Wet WOZ, Art. 8:42 Awb, Art. 8:58 Awb

Inhoudsindicatie

Wet Woz. Late indiening verweerschrift bij rechtbank levert geen strijd op met goede procesorde.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Leeuwarden

nummer BK-ARN 22/2272

uitspraakdatum: 15 oktober 2024

Uitspraak van de vijftiende enkelvoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[belanghebbende] te [woonplaats] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de Rechtbank Overijssel (hierna: de Rechtbank) van 30 september 2022, nummer AWB 21/2019, in het geding tussen belanghebbende en

de heffingsambtenaar van het GBLT, gemeente- en waterschapsbelastingen (hierna: de heffingsambtenaar)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

De heffingsambtenaar heeft bij beschikking op grond van de Wet waardering onroerende zaken (hierna: de Wet WOZ) de waarde van de onroerende zaak aan de [adres] 29 te [woonplaats] (hierna: de woning), per waardepeildatum 1 januari 2020, voor het jaar 2021 vastgesteld op € 458.000. Tegelijk met deze beschikking heeft de heffingsambtenaar voor dat jaar aan belanghebbende een aanslag onroerendezaakbelasting opgelegd.

1.2.

Op het bezwaarschrift van belanghebbende heeft de heffingsambtenaar bij uitspraken op bezwaar de beschikking en de aanslag gehandhaafd.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraken in beroep gekomen bij de Rechtbank. De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De heffingsambtenaar heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 10 september 2024. Daarbij zijn verschenen en gehoord mr. H. Vloet, als de gemachtigde van belanghebbende, alsmede [naam1] namens de heffingsambtenaar, bijgestaan door [naam2] , taxateur.

2 Vaststaande feiten

Belanghebbende is eigenaar van de woning. Het betreft een twee-onder-een-kapwoning (bouwjaar 1999) met een gebruiksoppervlakte van 124 m2 en een kavel van 286 m2. De woning beschikt over een aanbouw van de woonruimte, een aangebouwde garage en een dakkapel.

3 Geschil

3.1.

In geschil is enkel de vraag of de Rechtbank gevolgen had moeten verbinden aan de schending van artikel 8:42 Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) door de heffingsambtenaar als gevolg van het niet tijdig indienen van een verweerschrift.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing