Home

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 10-12-2024, ECLI:NL:GHARL:2024:7635, 23/120

Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 10-12-2024, ECLI:NL:GHARL:2024:7635, 23/120

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
Datum uitspraak
10 december 2024
Datum publicatie
20 december 2024
Annotator
ECLI
ECLI:NL:GHARL:2024:7635
Formele relaties
Zaaknummer
23/120
Relevante informatie
Art. 9.6 Wet IB 2001

Inhoudsindicatie

IB/PVV. Afwijzing verzoek om ambtshalve vermindering.

Uitspraak

GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN

locatie Arnhem

nummer BK-ARN 23/120

uitspraakdatum: 10 december 2024

Uitspraak van de tweede meervoudige belastingkamer

op het hoger beroep van

[belanghebbende] te [woonplaats] (hierna: belanghebbende)

tegen de uitspraak van de Rechtbank Gelderland van 20 december 2022, nummer AWB 21/5038, ECLI:NL:RBGEL:2022:7365, in het geding tussen belanghebbende en

de inspecteur van de Belastingdienst/Kantoor Utrecht (hierna: de Inspecteur)

1 Ontstaan en loop van het geding

1.1.

Aan belanghebbende is voor het jaar 2016 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 1.032. Belanghebbende heeft op 21 september 2020 verzocht om ambtshalve vermindering van deze aanslag. Dit verzoek is op 17 juni 2021 door de Inspecteur afgewezen.

1.2.

Belanghebbende heeft tegen deze beslissing bezwaar gemaakt. De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar van 16 september 2021 het bezwaar ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende is tegen die uitspraak in beroep gekomen bij de rechtbank Gelderland (hierna: de Rechtbank). De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

1.4.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend.

1.5.

Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend en de Inspecteur een conclusie van dupliek.

1.6.

Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 24 oktober 2024. Daarbij zijn verschenen en gehoord mr. A.P. Flinterman, als de gemachtigde van belanghebbende, alsmede [naam1] , [naam2] , [naam3] en [naam4] namens de Inspecteur. De zaak is gelijktijdig behandeld met de zaken met nummers 23/121 tot en met 23/124 en 23/1339. Van de zitting is een proces-verbaal opgemaakt, dat bij deze uitspraak is gevoegd.

2 Vaststaande feiten

2.1.

Belanghebbende is geboren in het jaar 2000. In het jaar 2016 heeft hij een voltijdsopleiding voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs - basisberoepsgerichte leerweg gevolgd. Op 30 juni 2017 heeft hij zijn diploma behaald.

2.2.

De vader en moeder van belanghebbende drijven een bloemenhandel. De bloemenhandel is een onderneming voor de inkomstenbelasting. De onderneming wordt gedreven in de vorm van een vennootschap onder firma (hierna ook: de vof).

2.3.

Belanghebbende stond vanaf 1 maart 2016 tot en met 26 oktober 2017 bij de Kamer van Koophandel (KvK) ingeschreven als vennoot in de vof.

2.4.

Belanghebbende heeft aangifte IB/PVV 2016 gedaan waarin hij een winst heeft aangegeven van € 1.200 en een belastbare winst uit onderneming van € 1.032.

2.5.

De aanslag IB/PVV 2016 van belanghebbende is met dagtekening 25 augustus 2017 overeenkomstig de aangifte opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 1.032. Het te betalen bedrag bedraagt nihil.

2.6.

De Inspecteur heeft een boekenonderzoek ingesteld naar de aanvaardbaarheid van de aangiften omzetbelasting over de periode van 1 januari 2016 tot en met 31 december 2016 van de vof en de aanvaardbaarheid van de aangiften inkomstenbelasting van de vennoten over 2016.

2.7.

Het boekenonderzoek heeft geresulteerd in correcties van de winstaandelen van de vader en de moeder. De Inspecteur heeft geen correcties op het inkomen van belanghebbende toegepast. Nadat de Inspecteur de conceptrapporten van het boekenonderzoek aan de (ex)vennoten had toegezonden, heeft belanghebbende een herziene aangifte IB/PVV 2016 ingediend. In de herziene aangifte geeft belanghebbende een winst aan van € 12.000 in plaats van € 1.200. Rekening houdend met kosten, ondernemersaftrek (zelfstandigenaftrek en startersaftrek) en de MKB-winstvrijstelling bedraagt het aangegeven inkomen uit werk en woning volgens deze aangifte € 943. Deze herziene aangifte is door de Inspecteur opgevat als een verzoek om ambtshalve vermindering.

3 Geschil

In geschil is of het verzoek om ambtshalve vermindering van de aanslag terecht is afgewezen.

4 Beoordeling van het geschil

5 Griffierecht en proceskosten

6 Beslissing