Gerechtshof Den Haag, 13-03-2013, ECLI:NL:GHDHA:2013:1472, BK-12/00126 t/m 12/00128
Gerechtshof Den Haag, 13-03-2013, ECLI:NL:GHDHA:2013:1472, BK-12/00126 t/m 12/00128
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 13 maart 2013
- Datum publicatie
- 19 augustus 2013
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2013:1472
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2014:2776, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- BK-12/00126 t/m 12/00128
Inhoudsindicatie
Inkomstenbelasting. Trust. Subtrust. Belanghebbendes recht jegens de subtrust moet worden aangemerkt als een recht op periodieke uitkeringen. De uitkering moet op grond van Hoofdstuk 2, artikel I, onderdeel O, eerste lid, onderdeel b, van de Invoeringswet Wet IB 2001 tot het inkomen uit werk en woning worden gerekend. Immateriële schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn voor de behandeling van het beroep met meer dan twee jaren.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummers BK-12/00126 t/m 12/00128
Uitspraak d.d. 13 maart 2013
in het geding tussen:
[X], wonende te [Z], hierna: belanghebbende,
en
de directeur van de Belastingdienst/Holland-Midden, hierna: de Inspecteur,
op het hoger beroep van de Inspecteur tegen de uitspraken van de rechtbank
Den Haag van 28 december 2011, nummers AWB 08/3628, AWB 08/3629 en AWB 08/3630, betreffende na te vermelden aanslagen en beschikkingen.
Aanslagen, beschikkingen heffingsrente, bezwaar en geding in eerste aanleg
1.1. De Inspecteur heeft aan belanghebbende een aanslag in de inkomstenbelasting en de premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) voor het jaar 2001 opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van f 106.442 (€ 48.301) en naar een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van f 56.353 (€ 25.572). Voorts is bij beschikking f 1.512 (€ 686) aan heffingsrente in rekening gebracht.
1.2. De Inspecteur heeft aan belanghebbende een aanslag in de inkomstenbelasting en de premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) voor het jaar 2002 opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 61.526 en naar een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 29.432. Voorts is bij beschikking € 1.421 aan heffingsrente in rekening gebracht.
1.3. De Inspecteur heeft aan belanghebbende een aanslag in de inkomstenbelasting en de premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) voor het jaar 2004 opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 56.970 en naar een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 15.478. Voorts is bij beschikking € 1.466 aan heffingsrente in rekening gebracht.
1.4. De Inspecteur heeft bij drie uitspraken op bezwaar van 10 april 2008 de aanslagen en beschikkingen heffingsrente gehandhaafd.
1.5. Belanghebbende heeft tegen de uitspraken op bezwaar bij brieven van 15 mei 2008 beroep ingesteld.
1.6. De rechtbank heeft bij de bestreden uitspraken het volgende beslist, waarbij de rechtbank belanghebbende als eiseres en de Inspecteur als verweerder heeft aangeduid:
“- verklaart de beroepen gegrond;
- vernietigt de uitspraken op bezwaar;
- vermindert de belastingaanslag 2001 tot één berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van ƒ 65.522 (€ 29.733 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van ƒ 73.325 (€ 33.274;
- vermindert de belastingaanslag 2002 tot één berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 30.539 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 36.952;
- vermindert de belastingaanslag 2004 tot één berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 33.496 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 23.040;
- bepaalt dat deze uitspraak in de plaats treedt van de vernietigde besluiten;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten tot een bedrag van € 1.449 te betalen aan eiseres;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 39 aan eiseres te vergoeden.”