Gerechtshof Den Haag, 23-07-2013, ECLI:NL:GHDHA:2013:3268, BK-12-00390
Gerechtshof Den Haag, 23-07-2013, ECLI:NL:GHDHA:2013:3268, BK-12-00390
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 23 juli 2013
- Datum publicatie
- 11 september 2013
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2013:3268
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBBRE:2011:BQ7724, Bekrachtiging/bevestiging
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2015:644, (Gedeeltelijke) vernietiging met verwijzen
- Zaaknummer
- BK-12-00390
Inhoudsindicatie
Loonbelasting. Aansprakelijkstelling. Aan een NV zijn naheffingsaanslagen in de loonheffing opgelegd. Na het faillissement van de NV kon belanghebbende, voormalig CEO van de NV, met een beroep op het bepaalde in art. 38 IW aansprakelijk worden gesteld voor de niet door de NV ingehouden en afgedragen loonbelasting en premie volksverzekeringen over het loon dat voortvloeit uit de met belanghebbende in dienstbetrekking gesloten optiecontracten en de daarmee samenhangende optiepremieleningen, verschuldigde rente en kwijtscheldingen.
De rechtbank heeft terecht geen gevolg gegeven aan de stelling van de Ontvanger dat de NV niet aan haar verplichting tot het geven van inlichtingen heeft voldaan, aangezien de Ontvanger dienaangaande onvoldoende is gesteld. Interne compensatie niet mogelijk.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team belastingrecht
Meervoudige kamer
Nummer BK-12/00390
Uitspraak van 23 juli 2013
[X], te [Z] (België), hierna: belanghebbende,
en
de directeur van de Belastingdienst Oost Brabant, hierna: de Ontvanger,
inzake het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Breda van 29 april 2011, nummer AWB 05/805, betreffende na te melden ten aanzien van belanghebbende genomen beschikking aansprakelijkstelling.
Beschikking, bezwaar en geding in eerste aanleg
1.1. De Ontvanger heeft belanghebbende bij beschikking van 7 januari 2004 voor een bedrag van € 2.668.072 aansprakelijk gesteld voor de door [A] NV, gevestigd te [Q] (hierna: [A]) te zijnen aanzien niet ingehouden en niet afgedragen loonbelasting en premie volksverzekeringen over de periode 1 januari 1995 tot en met 31 december 2000 ter zake van de in die periode met hem afgesloten optiecontracten en leenovereenkomsten.
1.2. Belanghebbende heeft bij brief, door de rechtbank ontvangen op 14 maart 2005, beroep ingesteld tegen de fictieve weigering van de Ontvanger om uitspraak op bezwaar te doen.
1.3. De Ontvanger heeft bij uitspraak op bezwaar van 17 oktober 2005 de beschikking aansprakelijkstelling verminderd tot € 2.176.821.
1.4. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd, de aansprakelijkstelling verminderd tot € 164.309, de Ontvanger veroordeeld tot vergoeding van € 9.116,24 aan proceskosten en gelast dat de Staat € 37 aan griffierecht aan belanghebbende vergoedt.