Home

Gerechtshof Den Haag, 09-10-2013, ECLI:NL:GHDHA:2013:3870, BK-11-000784 tm BK-11-00798 BK-11-00803 t-m BK-11-00817

Gerechtshof Den Haag, 09-10-2013, ECLI:NL:GHDHA:2013:3870, BK-11-000784 tm BK-11-00798 BK-11-00803 t-m BK-11-00817

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
9 oktober 2013
Datum publicatie
20 augustus 2014
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2013:3870
Formele relaties
Zaaknummer
BK-11-000784 tm BK-11-00798 BK-11-00803 t-m BK-11-00817

Inhoudsindicatie

Bank Zonder Naam. Verzwegen buitenlands vermogen. In geschil is of de navorderingsaanslagen rechtsgeldig zijn opgelegd.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummers BK-11/00784 tot en met BK-11/00798

BK-11/00803 tot en met BK-11/00817

Uitspraak d.d. 9 oktober 2013

in het geding tussen:

[X] te [Z], belanghebbende,

en

de directeur van de Belastingdienst Rijmond, de Inspecteur,

op het hoger beroep van belanghebbende en de Inspecteur tegen de uitspraken van de rechtbank ’s-Gravenhage (thans Rechtbank Den Haag) van 27 september 2011, AWB 10/273, AWB 10/274, AWB 10/275, AWB 10/5016 t/m AWB 10/5020, AWB 10/5021 t/m AWB 10/5024 en AWB 10/5025 t/m AWB 10/5027 betreffende na te melden navorderingsaanslagen, verhogingen en beschikkingen.

Navorderingsaanslagen, verhogingen, beschikkingen, bezwaar en geding in eerste aanleg

1.1. De Inspecteur heeft op 31 december 2007 aan belanghebbende over de jaren 1995 en 2002 navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting en de premie volksverzekeringen opgelegd alsmede een navorderingsaanslag in de vermogensbelasting over het jaar 1996. De navorderingsaanslagen over de jaren 1995 en 1996 zijn verhoogd met 100 percent van de nagevorderde belasting, van welke verhoging geen kwijtschelding is verleend. Bij gelijktijdig met de navorderingsaanslag over het jaar 2002 genomen beschikking is een vergrijpboete van 100 percent van de nagevorderde belasting opgelegd. Tevens is bij gelijktijdig met de navorderingsaanslagen genomen beschikkingen heffingsrente in rekening gebracht.

1.2. De Inspecteur heeft aan belanghebbende op 30 december 2008 over de jaren 1996 tot en met 2000 en op 24 december 2008 over de jaren 2001, 2003 en 2004 navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting en de premie volksverzekeringen opgelegd. Tevens zijn op 30 december 2008 navorderingsaanslagen in de vermogensbelasting over de jaren 1997 tot en met 2000 opgelegd. De navorderingsaanslagen over de jaren 1996 en 1997 zijn telkens verhoogd met 100 percent van de nagevorderde belasting, van welke verhogingen geen kwijtschelding is verleend. Bij gelijktijdig met de navorderingsaanslagen over de jaren 1998 tot en met 2001, 2003 en 2004 genomen beschikkingen zijn vergrijpboetes van 100 perecnt van de nagevorderde belasting opgelegd. Voorts is bij gelijktijdig met alle navorderingsaanslagen genomen beschikkingen heffingsrente in rekening gebracht.

1.3. Belanghebbende heeft tegen de navorderingsaanslagen, de beschikkingen heffingsrenten, verhogingen en boetebeschikkingen bezwaar gemaakt. Bij in twee geschriften vervatte uitspraken op bezwaar van 4 december 2009 respectievelijk 11 juni 2010 heeft de Inspecteur de onder 1.1 onderscheidenlijk 1.2 genoemde navorderingsaanslagen, verhogingen, vergrijpboetes en heffingsrenten gehandhaafd.

1.4. Belanghebbende heeft tegen de uitspraken op bezwaar beroep bij de rechtbank ingesteld. De rechtbank heeft bij de bestreden - in één geschrift vervatte - uitspraken het volgende beslist, waarbij de rechtbank belanghebbende als eiser en de Inspecteur als verweerder heeft aangeduid:

“De rechtbank:

- verklaart de beroepen, voor zover die zijn gericht tegen de navorderingsaanslagen inkomstenbelasting / premie volksverzekeringen, de heffingsrentebeschikkingen en de boetebeschikkingen over de jaren 1996 tot en met 2004, gegrond;

- verklaart de beroepen, voor zover die zijn gericht tegen de navorderingsaanslagen vermogensbelasting, de heffingsrentebeschikkingen en de boetebeschikkingen over de jaren 1997 tot en met 2000, gegrond;

- verklaart de beroepen voor het overige ongegrond;

- vernietigt de uitspraken op bezwaar, voor zover deze betrekking hebben op de navorderingsaanslagen inkomstenbelasting / premie volksverzekeringen, de heffingsrentebeschikkingen en de boetebeschikkingen over de jaren 1996 tot en met 2004;

- vernietigt de uitspraken op bezwaar, voor zover deze betrekking hebben op de navorderingsaanslagen vermogensbelasting, de heffingsrentebeschikkingen en de boetebeschikkingen over de jaren 1997 tot en met 2000;

- vernietigt de navorderingsaanslagen inkomstenbelasting / premie volksverzekeringen en de heffingsrentebeschikkingen over de jaren 1996 tot en met 2001;

- vernietigt de navorderingsaanslagen vermogensbelasting en de heffingsrentebeschikkingen over de jaren 1997 tot en met 2000;

- vermindert de navorderingsaanslag inkomstenbelasting / premie volksverzekeringen over het jaar 2002 tot een naar een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 13.877;

- vermindert de navorderingsaanslag inkomstenbelasting / premie volksverzekeringen over het jaar 2003 tot een naar een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 16.026;

- vermindert de navorderingsaanslag inkomstenbelasting / premie volksverzekeringen over het jaar 2004 tot een naar een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 19.752;

- vernietigt de in de navorderingsaanslagen inkomstenbelasting / premie volksverzekeringen over de jaren 1996 tot en met 2001 begrepen verhogingen en vergrijpboetes;

- vernietigt de in de navorderingsaanslagen vermogensbelasting over de jaren 1997 tot en met 2000 begrepen verhogingen en vergrijpboetes;

- vermindert de in de navorderingsaanslagen inkomstenbelasting / premie volksverzekeringen over de jaren 1995, 2002 tot en met 2004 en in de navorderingsaanslag vermogensbelasting over het jaar 1996 begrepen vergrijpboetes tot de bedragen zoals hiervoor in de kolom verhoging/boete na matiging in 4.41. zijn vermeld;

- wijzigt de beschikkingen heffingsrente aldus dat de heffingsrenten worden verminderd tot bedragen, berekend naar de nader vastgestelde bedragen van de navorderingsaanslagen inkomstenbelasting / premie volksverzekeringen over de jaren 2002 tot en met 2004;

- bepaalt dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van de vernietigde besluiten;

- veroordeelt verweerder de kosten van het bezwaar en het beroep tot een bedrag van € 2.730 aan eiser te voldoen;

- gelast dat verweerder het door eiser in de zaak AWB 10/5016 betaalde griffierecht van in totaal € 41 aan hem vergoedt.”

De in voormeld citaat genoemde rechtsoverweging 4.41 van de rechtbank luidt:

”4.41. Gelet op het vorenoverwogene dienen de onderstaande verhogingen en vergrijpboetes tot de volgende bedragen te worden verminderd:

Navorderingsaanslagen IB/PVV verhoging / boete (100%) verhoging / boete na matiging

1995 ƒ 43.873 (€ 19.908) € 16.921

2002 € 4.163 € 3.538

2003 € 4.774 € 4.535

2004 € 5.218 € 4.957

Navorderingsaanslagen VB verhoging / boete (100%) verhoging / boete na matiging

1996 ƒ 11.760 (€ 5.336) € 4.535.”

Loop van het geding in hoger beroep

2.1. Belanghebbende en de Inspecteur hebben tegen de uitspraken van de rechtbank hoger beroep ingesteld. Van belanghebbende is in hoger beroep een griffierecht geheven van in totaal € 112 voor de behandeling van alle zaken. De Inspecteur heeft een verweerschrift ingediend in het hoger beroep van belanghebbende. In het hoger beroep van de Inspecteur is door belanghebbende een verweerschrift ingediend, waarop door de Inspecteur is gereageerd met een conclusie van repliek. Belanghebbende heeft afgezien van een conclusie van dupliek.

2.2. Het Hof heeft voorafgaande aan de mondelinge behandeling op 4 december 2012 nadere stukken ontvangen van belanghebbende waarvan een afschrift is gezonden aan de Inspecteur.

2.3.1. De mondelinge behandeling van de zaken heeft plaatsgehad ter zitting van het Hof van 12 december 2012, gehouden te ’s-Gravenhage. Aldaar zijn beide partijen verschenen.

2.3.2. Ter zitting zijn de zaken van belanghebbende met de kenmerknummers BK -11/00784 tot en met BK-11/00798 en BK-11/00803 tot en met BK-11/00817 gezamenlijk behandeld. Al hetgeen is aangevoerd en overgelegd in een van deze zaken geldt eveneens als te zijn aangevoerd en overgelegd in de andere zaken. Van het verhandelde ter zitting is door de griffier één proces-verbaal opgemaakt.

2.4. Tevens zijn ter zitting behandeld de hoger beroepen van een andere, door de gemachtigde van belanghebbende vertegenwoordigde, belastingplichtige, welk hoger beroep eveneens betrekking heeft op in het kader van het project Bank Zonder Naam opgelegde navorderingsaanslagen,verhogingen, vergrijpboetes en beschikkingen heffingsrente.

Vaststaande feiten

Omschrijving geschil in hoger beroep en standpunten van partijen

Conclusies van partijen

Oordeel van de rechtbank

belastbaar inkomen uit sparen

verschuldigde belasting overboete 100%

Navorderingsaanslagen VBverhoging / boete (100%)verhoging / boete na matiging

VProceskosten

Beoordeling van de hoger beroepen

Immateriële schadevergoeding

Proceskosten en griffierecht

Beslissing