Home

Gerechtshof Den Haag, 05-11-2013, ECLI:NL:GHDHA:2013:4439, BK-12/00892 en BK 12/00893

Gerechtshof Den Haag, 05-11-2013, ECLI:NL:GHDHA:2013:4439, BK-12/00892 en BK 12/00893

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
5 november 2013
Datum publicatie
19 februari 2014
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2013:4439
Formele relaties
Zaaknummer
BK-12/00892 en BK 12/00893

Inhoudsindicatie

Loonheffing. A, een in Slovenië gevestigde vennootschap, stelde arbeidskrachten ter beschikking aan belanghebbende en bracht daarvoor aan belanghebbende een vergoeding in rekening. Door belanghebbende werden de arbeidskrachten ter beschikking gesteld aan Nederlandse afnemers. De afnemers betaalden daarvoor een vergoeding aan belanghebbende. De arbeidskrachten ontvingen hun loon van A.

Aan A zijn naheffingsaanslagen loonheffing opgelegd die geheel onbetaald zijn gebleven. Omdat A geen verhaal meer biedt is belanghebbende daarvoor aansprakelijk gesteld. In geschil is of belanghebbende terecht aansprakelijk is gesteld voor de van A nageheven loonheffing.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummers BK-12/00892 en BK 12/00893

Uitspraak d.d. 5 november 2013

in het geding tussen:

[X] B.V. te [Z], belanghebbende,

en

de directeur van de Belastingdienst Limburg, de Ontvanger,

op het hoger beroep van de Ontvanger tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage (thans rechtbank Den Haag) van 6 november 2012, nummer AWB 12/3916, betreffende na te vermelden ten aanzien van belanghebbende genomen beschikking.

Beschikking, bezwaar en geding in eerste aanleg

1.1. De Ontvanger heeft belanghebbende bij beschikking ingevolge artikel 34 van de Invorderingswet 1990 aansprakelijk gesteld voor door [A] te [Q], gemeente [R] (Slovenië) (hierna: [A]) verschuldigde en onbetaald gebleven loonheffing over de tijdvakken 2008 en 2009 ten bedrage van in totaal € 159.158.

1.2. Bij uitspraak op bezwaar heeft de Ontvanger belanghebbendes bezwaar afgewezen.

1.3. Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep bij de rechtbank ingesteld. De rechtbank heeft de uitspraak op bezwaar vernietigd, de beschikking gewijzigd in die zin dat het bedrag van de aansprakelijkstelling is verminderd tot op € 2.000, de Ontvanger veroordeeld in de proceskosten van € 1.092 en vergoeding van het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 310 gelast.

Loop van het geding in hoger beroep

Vaststaande feiten

Omschrijving geschil in hoger beroep en standpunten van partijen

Conclusies van partijen

Oordeel van de rechtbank

Beoordeling van het (incidenteel) hoger beroep

Proceskosten en griffierecht

Beslissing