Gerechtshof Den Haag, 24-09-2013, ECLI:NL:GHDHA:2013:4607, 12-00808
Gerechtshof Den Haag, 24-09-2013, ECLI:NL:GHDHA:2013:4607, 12-00808
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 24 september 2013
- Datum publicatie
- 6 maart 2014
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2013:4607
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBSGR:2012:BY1636, Bekrachtiging/bevestiging
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2014:1526, (Gedeeltelijke) vernietiging met verwijzen
- Zaaknummer
- 12-00808
Inhoudsindicatie
Inkomstenbelasting. Ontvankelijkheid hoger beroep. Voordeel uit aanmerkelijk belang. Omkering en verzwaring bewijslast. Interne compensatie.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-12/00808
Uitspraak d.d. 24 september 2013
in het geding tussen:
[X], wonende te [Z], hierna: belanghebbende,
en
de directeur van de Belastingdienst Rijnmond, hierna: de Inspecteur,
op het hoger beroep van de Inspecteur tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage (thans: rechtbank Den Haag; hierna: de rechtbank) van 25 september 2012, nummer AWB 12/943, betreffende na te vermelden navorderingsaanslag.
Aanslag, bezwaar en geding in eerste aanleg
1.1. Aan belanghebbende is voor het jaar 2006 met dagtekening 24 oktober 2009 een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting en de premie volksverzekeringen (de navorderingsaanslag IB/PVV) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 8.796, en een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 200.000.
1.2. Bij uitspraak op bezwaar van 9 februari 2010 heeft de Inspecteur het bezwaar (ontvangen op 26 november 2009) niet-ontvankelijk verklaard.
1.3. Belanghebbende heeft op 18 maart 2010, bij de rechtbank ontvangen op 22 maart 2010, tegen de uitspraak op bezwaar beroep bij de rechtbank ingesteld. De rechtbank heeft bij haar uitspraak van 30 november 2010 met kenmerk AWB 10/2053 het beroep gegrond verklaard en de zaak teruggewezen naar de Inspecteur om opnieuw uitspraak op bezwaar te doen.
1.4. De Inspecteur is van de uitspraak van de rechtbank in hoger beroep gekomen. Het Hof heeft bij uitspraak van 22 november 2011 het principale beroep voor zover betrekking hebbend op de ontvankelijkheid van het bezwaar, ongegrond verklaard. Tevens heeft het Hof het incidenteel ingestelde beroep ongegrond verklaard. Het Hof heeft voorts de uitspraak van de rechtbank vernietigd, doch enkel voor zover deze ziet op de terugwijzing van de zaak naar verweerder, en de zaak teruggewezen naar de rechtbank ter behandeling en beslissing van de zaak met inachtneming van de uitspraak van het Hof.
1.5. De rechtbank heeft de behandeling van de zaak voortgezet en bij haar uitspraak van 25 september 2012 het beroep gegrond verklaard, de navorderingsaanslag IB/PVV verminderd tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 8.796 en een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van nihil, de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten van € 483.