Gerechtshof Den Haag, 01-10-2013, ECLI:NL:GHDHA:2013:5354, BK-13/00154
Gerechtshof Den Haag, 01-10-2013, ECLI:NL:GHDHA:2013:5354, BK-13/00154
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 1 oktober 2013
- Datum publicatie
- 13 november 2014
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2013:5354
- Formele relaties
- Eerste aanleg:, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- BK-13/00154
Inhoudsindicatie
Premieheffing volksverzekeringen van Rijnvarenden. Belanghebbende is ingevolge artikel 11, tweede lid, van het Rijnvarendenverdrag, in samenhang met artikel 6, eerste lid, letter a van de Algemene Ouderdomswet en gelijkluidende bepalingen in de overige volksverzekeringswetten, in Nederland verzekerd en premieplichtig voor de volksverzekeringen voor de in geschil zijnde periode.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-13/00154
Uitspraak van 1 oktober 2013
in het geding tussen:
[X] te [Z], belanghebbende,
en
de directeur van de Belastingdienst/Rijnmond, de Inspecteur,
op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank ’s‑Gravenhage (thans rechtbank Den Haag) van 13 december 2012, nummer AWB 12/3609, betreffende na te vermelden aanslag.
Aanslag, bezwaar en geding in eerste aanleg
Aan belanghebbende is voor het jaar 2006 een aanslag in de inkomstenbelasting en de premie volksverzekeringen (de aanslag) opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning en een premie-inkomen van elk € 24.187. Bij de vaststelling van de aanslag is de gevraagde vrijstelling voor de premie volksverzekeringen voor de periode van 1 januari 2006 tot en met 4 september 2006 geweigerd.
De Inspecteur heeft de aanslag, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraak van
23 maart 2012 gehandhaafd.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep bij de rechtbank ingesteld.
Bij de in de aanhef vermelde uitspraak heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard.