Gerechtshof Den Haag, 18-04-2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:1678, BK-13/00552
Gerechtshof Den Haag, 18-04-2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:1678, BK-13/00552
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 18 april 2014
- Datum publicatie
- 25 juni 2014
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2014:1678
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBDHA:2013:7039, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- BK-13/00552
Inhoudsindicatie
Motorrijtuigenbelasting. Pick-up omgebouwd tot kampeerwagen. Art. 5aa lid 2 van het Uitvoeringsbesluit motorrijtuigenbelasting 1994 is, voor zover daarin is bepaald dat de binnenruimte van de personenauto af fabriek een hoogte van ten minste 130 cm dient te hebben, onverbindend. De toepassing die de Belastingdienst aan de woorden 'af fabriek' in art. 5aa lid 2 van het Uitvoeringsbesluit geeft, is in strijd met de algemene rechtsbeginselen, meer in het bijzonder het gelijkheidsbeginsel.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-13/00552
Uitspraak van 18 april 2014
in het geding tussen:
[X] te [Z], belanghebbende,
en
de directeur van de Belastingdienst/Centrale administratie, de Inspecteur,
op het hoger beroep van de Inspecteur tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 11 juni 2013, nummer SGR 13/719.
Beschikking, bezwaar en beroep
1.1. Belanghebbende heeft de Inspecteur verzocht om toepassing van het kwarttarief als bedoeld in artikel 23a van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 (Wet MRB) met betrekking tot het voertuig met het kenteken [kenteken]. De Inspecteur heeft dit verzoek bij beschikking van 22 november 2012 afgewezen.
1.2. Belanghebbende heeft tegen de beschikking bezwaar gemaakt. Bij uitspraak van 16 mei 2013 heeft de Inspecteur het bezwaar ongegrond verklaard.
1.3. Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep bij de rechtbank ingesteld. Een griffierecht van € 44 is geheven.
1.4. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar en de beschikking vernietigd, de Inspecteur opgedragen opnieuw uitspraak op bezwaar te doen met inachtneming van de uitspraak van de rechtbank, de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende ten bedrage van € 1.414 en de Inspecteur opgedragen het griffierecht van € 44 aan belanghebbende te vergoeden.