Home

Gerechtshof Den Haag, 28-05-2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:2203, BK-13/00006 en BK-13/00007

Gerechtshof Den Haag, 28-05-2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:2203, BK-13/00006 en BK-13/00007

Inhoudsindicatie

Inkomstenbelasting. Ontvankelijkheid incidenteel hoger beroep. Aanslag tijdig en juist vastgesteld. Schending van (on)geschreven (inter)nationale rechtsregels en/of beginselen. Heffing van griffierecht; samenhangende zaken. Immateriële schadevergoeding. Proceskostenvergoeding in bezwaar en beroep

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummers BK-13/00006 en BK-13/00007

Uitspraak d.d. 28 mei 2014

in het geding tussen:

[X] te [Z], belanghebbende,

en

de directeur van de Belastingdienst, kantoor [P], de Inspecteur,

op het hoger beroep van belanghebbende tegen de mondelinge uitspraak van de rechtbank ‘s-Gravenhage (thans rechtbank Den Haag) van 15 november 2012, nr. AWB 12/4226 en AWB 12/4228, betreffende de hierna vermelde aanslagen.

Aanslagen, bezwaar en geding in eerste aanleg

1.1. De Inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2006 een aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen (hierna: IB) en een aanslag in de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (hierna: ZVW) opgelegd. De aanslag IB is berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 72.438 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 2.164. De aanslag ZVW is berekend naar een bijdrage-inkomen van € 10.087.

1.2. Bij uitspraken op bezwaar van 5 mei 2012 heeft de Inspecteur de aanslag ZVW verminderd tot nihil en de aanslag IB verminderd tot een, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 64.976 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 2.164.

1.3. Belanghebbende is in beroep gekomen bij de rechtbank. Ter zitting heeft tevens de mondelinge behandeling plaatsgevonden van de beroepen van belanghebbende betreffende de aan haar opgelegde aanslagen IB en inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet voor de jaren 2004, 2007 en 2008, procedurenummers AWB 12/4223, AWB 12/4229, AWB 12/4230 en AWB 12/4236. Al hetgeen in die zaken is aangevoerd en overgelegd wordt tevens geacht te zijn aangevoerd en overgelegd in deze zaak.

1.4. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard, de Inspecteur veroordeeld tot betaling aan belanghebbende van een vergoeding van immateriële schade van € 500 en haar opgedragen het betaalde griffierecht van € 84 aan belanghebbende te vergoeden.

Loop van het geding in hoger beroep

Vaststaande feiten

Eisen bezwaarschrift

Uitstel

Omschrijving geschil en standpunten van partijen

Conclusies van partijen

Oordeel van de rechtbank

Proceskosten

Beoordeling van het hoger beroep

Proceskosten en griffierechten

Beslissing