Gerechtshof Den Haag, 01-07-2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:2301, BK-13-01798
Gerechtshof Den Haag, 01-07-2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:2301, BK-13-01798
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 1 juli 2014
- Datum publicatie
- 15 juli 2014
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2014:2301
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2015:291
- Zaaknummer
- BK-13-01798
Inhoudsindicatie
Inkomstenbelasting. De woning kan niet als eigen woning in de zin van art. 3.111, eerste, tweede of derde lid Wet IB 2001 worden aangemerkt, hetgeen met zich brengt dat de kosten ten aanzien van de woning niet tot de aftrekbare kosten kunnen worden gerekend.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-13/01798
Uitspraak d.d. 1 juli 2014
in het geding tussen:
[X] te [Z], belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor [P], de Inspecteur,
op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 7 november 2013, nummer SGR 13/6532, betreffende de hierna vermelde aanslag.
Aanslag, bezwaar en geding in eerste aanleg
1.1. De Inspecteur heeft belanghebbende voor het jaar 2010 een aanslag in de inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 85.995 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 7.628. Bij gelijktijdig genomen beschikking is € 11 aan heffingsrente in rekening gebracht.
1.2. Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt. Bij uitspraak op bezwaar van 5 juli 2013 heeft de Inspecteur de aanslag verminderd tot een berekend belastbaar inkomen uit werk en woning van € 85.995 en naar een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 5.908.
1.3. Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep bij de rechtbank ingesteld. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.