Hoge Raad, 13-02-2015, ECLI:NL:HR:2015:291, 14/04043
Hoge Raad, 13-02-2015, ECLI:NL:HR:2015:291, 14/04043
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 13 februari 2015
- Datum publicatie
- 13 februari 2015
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2015:291
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2014:2301
- Zaaknummer
- 14/04043
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
13 februari 2015
Nr. 14/04043
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 1 juli 2014, nr. BK-13/01798, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Den Haag (nr. SGR 13/6532) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2010 opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en de daarbij gegeven beschikking inzake heffingsrente.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.