Gerechtshof Den Haag, 16-07-2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:2401, BK-13-00653 tot en met BK-13-00657
Gerechtshof Den Haag, 16-07-2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:2401, BK-13-00653 tot en met BK-13-00657
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 16 juli 2014
- Datum publicatie
- 17 juli 2014
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2014:2401
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBDHA:2013:7684, Bekrachtiging/bevestiging
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2015:815
- Zaaknummer
- BK-13-00653 tot en met BK-13-00657
Inhoudsindicatie
KBL-zaak. Verzwegen buitenlands vermogen. Belanghebbende terecht geïdentificeerd als rekeninghouder bij KB-Lux. Belanghebbende heeft voor de jaren 2001 t/m 2005 niet de vereiste aangifte gedaan. Omkering en verzwaring bewijslast. Sprake van redelijke schatting.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummers BK-13/00653 tot en met BK-13/00657
Uitspraak d.d. 16 juli 2014
in het geding tussen:
[X] te [Z], belanghebbende,
en
de directeur van de Belastingdienst, kantoor [P], de Inspecteur,
inzake het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 25 juni 2013, nummer SGR 12/10902, SGR 12/10904 en SGR 12/10905, SGR 12/10907 en SGR 12/10908 betreffende na te melden aanslagen.
Navorderingsaanslagen, beschikkingen, bezwaar en geding in eerste aanleg
1.1. De Inspecteur heeft over de jaren 2001 tot en met 2005 met dagtekening 19 november 2004 (2001), 19 mei 2005 (2002), 28 oktober 2005 (2003), 11 september 2007 (2004) en 27 juni 2008 (2005) aan belanghebbende aanslagen in de inkomstenbelasting en de premie volksverzekeringen opgelegd en bij beschikking heffingsrente in rekening gebracht.
1.2. Belanghebbende heeft tegen de aanslagen bezwaar gemaakt. Bij uitspraak op bezwaar van 18 oktober 2012 heeft de Inspecteur de beschikkingen gehandhaafd.
1.3. Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep bij de rechtbank ingesteld. De rechtbank heeft als volgt beslist, waarbij belanghebbende als “eiser” en de Inspecteur als “verweerder” is aangeduid:
“De rechtbank:
- verklaart de beroepen gegrond;
vernietigt de uitspraken op bezwaar;
- vermindert de aanslag over het jaar 2001 in zoverre dat het belastbare inkomen uit sparen en beleggen wordt verminderd tot een bedrag van ƒ 19.373;
-vermindert de aanslag over het jaar 2002 in zoverre dat het belastbare inkomen uit sparen en beleggen wordt verminderd tot een bedrag van € 6.102;
- vermindert de aanslag over het jaar 2003 in zoverre dat het belastbare inkomen uit sparen en beleggen wordt verminderd tot een bedrag van € 5.825;
- vermindert de aanslag over het jaar 2004 in zoverre dat het belastbare inkomen uit sparen en beleggen wordt verminderd tot een bedrag van € 5.240;
- vermindert de aanslag over het jaar 2005 in zoverre dat het belastbare inkomen uit sparen en beleggen wordt verminderd tot een bedrag van € 5.428;
-wijzigt de heffingsrentebeschikkingen aldus dat de heffingsrenten worden verminderd tot de bedragen, berekend naar de nader vastgestelde bedragen van de aanslagen over de jaren 2001 tot en met 2005;
- bepaalt dat deze uitspraak in zoverre in de plaats treedt van de vernietigde besluiten;
- veroordeelt verweerder tot het betalen van een schadevergoeding aan eiser tot een bedrag van € 1.000;
-veroordeelt verweerder in de proceskosten tot een bedrag van € 1.768,50, te betalen aan eiser;
-draagt verweerder op het in de zaak SGR 12/10902 betaalde griffierecht van € 42 aan eiser te vergoeden.”