Home

Hoge Raad, 03-04-2015, ECLI:NL:HR:2015:815, 14/04085

Hoge Raad, 03-04-2015, ECLI:NL:HR:2015:815, 14/04085

Gegevens

Instantie
Hoge Raad
Datum uitspraak
3 april 2015
Datum publicatie
3 april 2015
ECLI
ECLI:NL:HR:2015:815
Formele relaties
Zaaknummer
14/04085

Inhoudsindicatie

HR: 81.1 RO.

Uitspraak

3 april 2015

Nr. 14/04085

Arrest

gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 16 juli 2014, nrs. BK‑13/00653 tot en met BK‑13/00657, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Den Haag (nrs. SGR 12/10902, SGR 12/10904, SGR 12/10905, SGR 12/10907 en SGR 12/10908) betreffende de aan belanghebbende voor de jaren 2001 tot en met 2005 opgelegde aanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en de daarbij gegeven beschikkingen inzake heffingsrente.

1 Geding in cassatie

Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij één middel voorgesteld.

De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.

2 Beoordeling van het middel

Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.

3 Proceskosten

De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.

4 Beslissing