Gerechtshof Den Haag, 25-07-2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:2531, BK-13/01347
Gerechtshof Den Haag, 25-07-2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:2531, BK-13/01347
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 25 juli 2014
- Datum publicatie
- 25 juli 2014
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2014:2531
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2015:2990, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- BK-13/01347
Inhoudsindicatie
BPM. Proefprocedure. De inspecteur is gehouden een passende rente te vergoeden over in strijd met de regels van de EU geheven BPM. Het Hof heeft het rentepercentage vastgesteld op 4, steeds de hoogste van de wettelijke rente en de invorderingsrente. Die rente wordt vergoed over de periode waarin de kentekenhouder dat BPM-bedrag kwijt was (zie: het Irimie-arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 18 april 2013, C-565/11). De kentekenhouders aan wie zo’n passende rente wordt vergoed, ontvangen van de inspecteur ook een proceskostenvergoeding.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-13/01347
Uitspraak van 25 juli 2014
in het geding tussen:
[X] te [Z], belanghebbende,
en
de directeur van de Belastingdienst Roosendaal, de Inspecteur,
op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 26 juli 2013, nummers SGR 12/6281 en SGR 12/6282, voor zover het de zaak met het nummer SGR 12/6282 betreft.
Voldoening op aangifte, bezwaar en beroep
1.1. Belanghebbende heeft op 14 maart 2011 een bedrag van € 451 aan belasting van personenauto’s en motorrijwielen (BPM) op aangifte voldaan.
1.2. Bij uitspraak op bezwaar van 29 juni 2012 met kenmerk ABD 1861103117 heeft de Inspecteur het door belanghebbende ingediende bezwaar tegen deze voldoening gegrond verklaard, een teruggaaf verleend van € 53, een rentevergoeding verleend van € 2 en een proceskostenvergoeding toegekend van € 54,50. Deze bedragen zijn op 1 augustus 2012 aan belanghebbende betaald.
1.3. Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Inspecteur beroep bij de rechtbank ingesteld. Een griffierecht van € 156 is geheven.
1.4. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.