Gerechtshof Den Haag, 08-04-2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:3020, BK-13-00676
Gerechtshof Den Haag, 08-04-2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:3020, BK-13-00676
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 8 april 2014
- Datum publicatie
- 2 oktober 2014
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2014:3020
- Formele relaties
- Na verwijzing door: ECLI:NL:HR:2013:23
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2015:226
- Zaaknummer
- BK-13-00676
Inhoudsindicatie
Invordering. Verwijzingszaak HR 12 juli 2013, nr. 13/01159. Na verwijzing is nog slechts in geschil het antwoord op de vraag of belanghebbende terecht aansprakelijk is gesteld voor de in de beschikking opgenomen invorderingskosten en invorderingsrente. In het bijzonder is in geschil of het belopen van invorderingskosten en invorderingsrente aan belanghebbende te wijten is.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-13/00676
Uitspraak van 8 april 2014
in het geding tussen:
[X] te [Z], hierna: belanghebbende,
de erven [X], belanghebbenden,
en
de directeur van de Belastingdienst, kantoor [P], hierna: de Ontvanger,
op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van rechtbank Arnhem (hierna: de Rechtbank) van 18 mei 2010, nummer AWB 08/5058, betreffende de hierna vermelde beschikking.
Beschikking, bezwaar en beroep
1.1. De Ontvanger heeft belanghebbende bij beschikking ingevolge artikel 36 van de Invorderingswet 1990 aansprakelijk gesteld voor van [A] B.V. te [Z] (hierna: de vennootschap) over het jaar 1999 nageheven loonheffing, omzetbelasting, boete, invorderingskosten en invorderingsrente ten bedrage van in totaal € 77.626,40.
1.2. Bij uitspraak op bezwaar van 26 september 2008 heeft de Ontvanger de aansprakelijkstelling verminderd tot een bedrag van € 73.048,40.
1.3. De Rechtbank heeft het tegen die uitspraak ingestelde beroep ongegrond verklaard en de Ontvanger veroordeeld tot betaling van een vergoeding voor de kosten van de (eerste) bezwaarprocedure tot een bedrag van € 161.