Home

Gerechtshof Den Haag, 18-11-2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:3983, 14-00368 tot en met 14-00372

Gerechtshof Den Haag, 18-11-2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:3983, 14-00368 tot en met 14-00372

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
18 november 2014
Datum publicatie
16 december 2014
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2014:3983
Formele relaties
Zaaknummer
14-00368 tot en met 14-00372

Inhoudsindicatie

Inkomstenbelasting. Waarde panden in box 3. In geschil is of de aan belanghebbende opgelegde navorderingsaanslagen voor 2005 tot en met 2009, alsmede de opgelegde boete- en heffingsrentebeschikkingen terecht – en zo ja – tot de juiste bedragen zijn opgelegd.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nrs. BK-14/00368 tot en met BK-14/00372

Uitspraak van 18 november 2014

in het geding tussen:

[X], wonende te [Z], belanghebbende,

en

de Inspecteur van de Belastingdienst/Belastingen, kantoor [P], de Inspecteur,

op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 6 maart 2014, nummer SGR 13/7464 tot met SGR 13/7467 en SGR 13/7469, betreffende na te vermelden aanslagen en beschikkingen.

Navorderingsaanslagen, beschikkingen, bezwaar en geding in eerste aanleg

1.1.

Aan belanghebbende zijn de volgende navorderingsaanslagen, beschikkingen heffingsrente en vergrijpboeten opgelegd:

-

voor 2005 een navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting en de premie volksverzekeringen (IB/PVV) naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 63.389 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 23.107. Deze aanslag beloopt na verrekening van voorheffingen € 21.334. Met deze aanslag is bij beschikking een vergrijpboete van € 5.333 opgelegd en € 4.741 aan heffingsrente in rekening gebracht;

-

voor 2006 een navorderingsaanslag IB/PVV naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 28.174, een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 11.850 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 39.315. Deze aanslag beloopt na verrekening van voorheffingen € 8.062. Met deze aanslag is bij beschikking een vergrijpboete van € 2.015 opgelegd en € 1.635 aan heffingsrente in rekening gebracht;

-

voor 2007 een navorderingsaanslag IB/PVV naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 50.318, een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 784.973 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 71.877. Deze aanslag beloopt na verrekening van voorheffingen € 8.109. Met deze aanslag is bij beschikking een vergrijpboete van € 2.027 opgelegd en € 1.281 aan heffingsrente in rekening gebracht;

-

voor 2008 een navorderingsaanslag IB/PVV naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 66.929, een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 32.162 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 99.118. Deze aanslag beloopt na verrekening van voorheffingen € 14.069. Tegelijk met deze aanslag is bij beschikking een vergrijpboete van € 3.517 opgelegd en € 1.503 aan heffingsrente in rekening gebracht;

-

voor 2009 een navorderingsaanslag IB/PVV naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 121.277, een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 9.015 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 91.233. Deze aanslag beloopt na verrekening van voorheffingen € 2.253. Met de navorderingsaanslag is bij beschikking een vergrijpboete van € 563 opgelegd en is € 132 aan heffingsrente in rekening gebracht.

1.2.

Belanghebbende heeft tegen de navorderingsaanslagen, de boetebeschikkingen en de beschikkingen inzake de heffingsrente bezwaarschriften ingediend bij de Inspecteur.

-

Bij uitspraken op bezwaar heeft de Inspecteur de navorderingsaanslag IB/PVV voor 2005 verminderd tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 15.002 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 60.154. Na vermindering beloopt de navorderingsaanslag € 11.114, de heffingsrente €2.471 en de vergrijpboete nihil.

-

de navorderingsaanslag IB/PVV voor 2006 gehandhaafd na wijziging van het belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 3.200 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 46.521. De in rekening gebrachte heffingsrente is eveneens gehandhaafd. De vergrijpboete is verminderd tot op € 80;

-

de navorderingsaanslag IB/PVV voor 2007 met € 1 verminderd tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 50.318, een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 777.143 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 78.403. De in rekening gebrachte heffingsrente is gehandhaafd. De vergrijpboete is verminderd tot op € 51;

-

de navorderingsaanslag IB/PVV voor 2008 gehandhaafd na wijziging van het belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 28.093 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 102.508. De in rekening gebrachte heffingsrente is eveneens gehandhaafd. De vergrijpboete is verminderd tot op € 702;

-

de navorderingsaanslag IB/PVV voor 2009 verminderd tot een aanslag berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 121.277, een belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang van € 4.722 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 91.233. Na vermindering beloopt de navorderingsaanslag € 1.180, de heffingsrente € 69 en de vergrijpboete € 118.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraken op bezwaar beroep bij de rechtbank ingesteld. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

Loop van het geding in hoger beroep

Vaststaande feiten

“Vaststellingsovereenkomst

Heffings- en invorderingsrenterente

Afstand van rechtsmiddelen

Vergoeding proceskosten bezwaarfase

Omschrijving geschil in hoger beroep en standpunten van partijen

Conclusies van partijen

Oordeel van de rechtbank

Beoordeling van het hoger beroep

Proceskosten

Beslissing