Home

Gerechtshof Den Haag, 31-12-2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:4256, BK-13-01736 t-m BK-13-01740

Gerechtshof Den Haag, 31-12-2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:4256, BK-13-01736 t-m BK-13-01740

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
31 december 2014
Datum publicatie
6 februari 2015
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2014:4256
Formele relaties
Zaaknummer
BK-13-01736 t-m BK-13-01740

Inhoudsindicatie

Partijen houdt verdeeld de vraag of belanghebbende terecht is geïdentificeerd als rekeninghouder van de bankrekening bij de KB Lux met rekeningnummer [B]. Indien deze vraag bevestigend moet worden beantwoord is voorts in geschil of de Inspecteur terecht over de jaren 2004 tot en met 2008 correcties heeft aangebracht ter zake van buitenlandse banktegoeden. Voorts is in geschil of de heffingsrente terecht en tot het juiste bedrag in rekening is gebracht, of belanghebbende recht heeft op een schadevergoeding en of belanghebbende in aanmerking komt voor een proceskostenvergoeding.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummers BK-13/01736 tot en met 13/01740

Uitspraak d.d. 31 december 2014

in het geding tussen:

[X] te [Z], belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Den Haag, de Inspecteur,

op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraken van de rechtbank Den Haag van 1 oktober 2013, nummers SGR 13/1351 tot en met 13/1355, betreffende de hierna vermelde aanslagen en beschikkingen.

Aanslagen, beschikkingen, bezwaar en geding in eerste aanleg

1.1.

De Inspecteur heeft met dagtekening 13 september 2006 aan belanghebbende voor het jaar 2004 een aanslag (aanslagnummer [A]) in de inkomstenbelasting en de premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 13.552 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 17.803. Voorts is heffingsrente aan belanghebbende in rekening gebracht.

1.2.

De Inspecteur heeft met dagtekening 21 oktober 2008 aan belanghebbende voor het jaar 2005 een aanslag (aanslagnummer [A]) IB/PVV opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 9.930 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 16.610. Voorts is heffingsrente aan belanghebbende in rekening gebracht.

1.3.

De Inspecteur heeft met dagtekening 15 november 2008 aan belanghebbende voor het jaar 2006 een aanslag (aanslagnummer [A]) IB/PVV opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 8.187 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 17.590. Voorts is heffingsrente aan belanghebbende in rekening gebracht.

1.4.

De Inspecteur heeft met dagtekening 11 juni 2010 aan belanghebbende voor het jaar 2007 een aanslag (aanslagnummer [A]) IB/PVV opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 8.257 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 20.713. Voorts is heffingsrente aan belanghebbende in rekening gebracht.

1.5.

De Inspecteur heeft met dagtekening 23 juli 2010 aan belanghebbende voor het jaar 2008 een aanslag (aanslagnummer [A]) IB/PVV opgelegd, berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 7.261 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 21.805. Voorts is heffingsrente aan belanghebbende in rekening gebracht.

1.6.

De Inspecteur heeft bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar van 8 januari 2013 de aanslagen, alsmede de daarbij in rekening gebrachte heffingsrente verminderd.

1.7.

Belanghebbende heeft hiertegen beroep bij de rechtbank ingesteld. Ter zake daarvan is € 44 griffierecht geheven.

1.8.

De rechtbank heeft de beroepen gegrond verklaard, de uitspraken op bezwaar vernietigd, doch alleen voor zover deze betrekking hebben op de beslissing op het verzoek om een proceskostenvergoeding, bepaald dat haar uitspraak in zoverre in de plaats treedt van de vernietigde uitspraken op bezwaar, de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten tot een bedrag van € 2.121, te betalen aan belanghebbende en de Inspecteur opgedragen het betaalde griffierecht van € 44 aan belanghebbende te vergoeden.

Loop van het geding in hoger beroep

Vaststaande feiten

Geschil in hoger beroep en standpunten van partijen

Conclusies van partijen

Oordeel van de rechtbank

Beoordeling van het hoger beroep

(Immateriële) schadevergoeding

Proceskosten en griffierecht

Beslissing