Gerechtshof Den Haag, 03-01-2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:829, BK-12-00509
Gerechtshof Den Haag, 03-01-2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:829, BK-12-00509
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 3 januari 2014
- Datum publicatie
- 24 maart 2014
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2014:829
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2014:3554
- Zaaknummer
- BK-12-00509
Inhoudsindicatie
Inkomstenbelasting. Uit de voorhanden zijnde gegevens is naar 's Hofs oordeel geen andere conclusie te trekken dan dat de rechtbank met juistheid heeft geoordeeld dat de ontvanger terecht heeft geweigerd aan belanghebbende een vergoeding voor proceskosten in bezwaar toe te kennen en dat evenmin aanleiding wordt gezien voor een toekenning van proceskosten in beroep. In beroep en hoger beroep heeft belanghebbende niets aangevoerd op grond waarvan anders moet worden geoordeeld.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-12/00509
Uitspraak van 3 januari 2014
in het geding tussen:
[X] te [Z], belanghebbende,
en
de directeur van de Belastingdienst Holland-Midden, de Ontvanger,
op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 18 juni 2012, nummer AWB 10/6350, over een beschikking.
Beschikking, bezwaar en beroep
1.1. Bij beschikking heeft de Ontvanger aan belanghebbende met betrekking tot de voor het jaar 2006 opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting en de premie volksverzekeringen vervolgingskosten (kosten betekening dwangbevel) van € 40 in rekening gebracht.
1.2. Bij uitspraak op bezwaar heeft de Ontvanger de beschikking gehandhaafd.
1.3. Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Ontvanger beroep bij de rechtbank ingesteld. Griffierecht is niet geheven.
1.4. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.