Hoge Raad, 12-12-2014, ECLI:NL:HR:2014:3554, 14/00799
Hoge Raad, 12-12-2014, ECLI:NL:HR:2014:3554, 14/00799
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 12 december 2014
- Datum publicatie
- 12 december 2014
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2014:3554
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2014:829
- Zaaknummer
- 14/00799
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
12 december 2014
Nr. 14/00799
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 3 januari 2014, nr. BK-12/00509, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank te Den Haag (nr. AWB 10/6350) betreffende de hem in rekening gebrachte kosten van vervolging.
1 Het geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de vice-president R.J. Koopman als voorzitter, en de raadsheren C. Schaap en Th. Groeneveld, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 12 december 2014.