Home

Gerechtshof Den Haag, 22-01-2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:95, BK-12-00871

Gerechtshof Den Haag, 22-01-2014, ECLI:NL:GHDHA:2014:95, BK-12-00871

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
22 januari 2014
Datum publicatie
17 juli 2014
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2014:95
Formele relaties
Zaaknummer
BK-12-00871

Inhoudsindicatie

Inkomstenbelasting. In geschil is of de aanslag tot een te hoog bedrag is vastgesteld. Meer in het bijzonder is in geschil of belanghebbende recht heeft op een hogere aftrek van giften, of de banktegoeden met inachtneming van art. 2.17 Wet IB 2001 voor de helft aan belanghebbende zijn toe te rekenen en als zodanig onderdeel vormen van de grondslag voor de berekening van het inkomen uit sparen en beleggen, alsmede of belanghebbende recht heeft op vergoeding van proceskosten en griffierecht.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummer BK-12/00871

Uitspraak d.d. 22 januari 2014

in het geding tussen:

[X] te [Z], belanghebbende,

en

de directeur van de Belastingdienst Rijnmond, de Inspecteur,

op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage (thans rechtbank Den Haag) van 19 oktober 2012, nummer AWB 12/671, betreffende na te vermelden aanslag en beschikking.

Aanslag, beschikking, bezwaar en geding in eerste aanleg

1.1. Aan belanghebbende is voor het jaar 2008 een aanslag in de inkomstenbelasting en de premie volksverzekeringen opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 14.604. Bij gelijktijdig genomen beschikking is een bedrag van € 116 aan heffingsrente in rekening gebracht.

1.2. Bij in één geschrift vervatte uitspraken heeft de Inspecteur het bezwaar tegen de aanslag en de beschikking gegrond verklaard en de aanslag verminderd tot een naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 13.152 en de beschikking gewijzigd in die zin dat de heffingsrente is verminderd tot op € 67.

1.3. Belanghebbende heeft tegen de uitspraken op bezwaar beroep bij de rechtbank ingesteld. De rechtbank heeft de uitspraken op bezwaar vernietigd, de aanslag verminderd tot een naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 10.487 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 2.058, de beschikking heffingsrente dienovereenkomstig gewijzigd en vergoeding van het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 42 gelast.

Loop van het geding in hoger beroep

Vaststaande feiten

Omschrijving geschil in hoger beroep en standpunten van partijen

Conclusies van partijen

Oordeel van de rechtbank

Beoordeling van het hoger beroep

Proceskosten en griffierecht

Beslissing