Gerechtshof Den Haag, 13-05-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:1196, BK-14_00573
Gerechtshof Den Haag, 13-05-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:1196, BK-14_00573
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 13 mei 2015
- Datum publicatie
- 20 mei 2015
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2015:1196
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2016:705, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Zaaknummer
- BK-14_00573
Inhoudsindicatie
Tussen partijen is in geschil of de Inspecteur bij het vaststellen van de aanslag terecht de toepassing van de Bedrijfsopvolgingsregeling (hierna: BOR) als bedoeld in hoofdstuk IIIA van de Successiewet 1956 op het door belanghebbende geërfde belang in [A] BV heeft geweigerd voor zover het betreft het door [A] BV gehouden belang in [C] .
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-14/00573
Uitspraak d.d. 13 mei 2015
in het geding tussen:
[X] te [Z], belanghebbende,
en
de directeur van de Belastingdienst, kantoor Rotterdam, de Inspecteur,
inzake het hoger beroep van de Inspecteur tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 22 april 2014, nummer SGR 13/3967, betreffende na te melden aanslag en beschikking.
Aanslag, beschikking, bezwaar en geding in eerste aanleg
De Inspecteur heeft aan belanghebbende een aanslag erfbelasting opgelegd naar een verkrijging van € 4.563.311 en een belaste verkrijging van € 825.233. Gelijktijdig met de vaststelling van de aanslag is bij beschikking heffingsrente in rekening gebracht ten bedrage van € 273.
De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar de aanslag en de beschikking gehandhaafd.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep bij de rechtbank ingesteld. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd, de Inspecteur opgedragen de belastingaanslag te verminderen met in achtneming van een door belanghebbende verkregen ondernemingsvermogen van € 4.451.415 en bepaald dat deze uitspraak in de plaats treedt van het vernietigde bestreden besluit; de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten tot een bedrag van € 1.581,50 en de vergoeding van € 44 aan griffierecht gelast.