Gerechtshof Den Haag, 30-06-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:2059, BK-14-01488, BK-14-01489, BK-14-01490 en BK-14-01491
Gerechtshof Den Haag, 30-06-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:2059, BK-14-01488, BK-14-01489, BK-14-01490 en BK-14-01491
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 30 juni 2015
- Datum publicatie
- 22 juli 2015
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2015:2059
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBDHA:2014:11212, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Zaaknummer
- BK-14-01488, BK-14-01489, BK-14-01490 en BK-14-01491
Inhoudsindicatie
In geschil is het antwoord op de vraag of belanghebbenden terecht aanspraak maken op immateriële schadevergoeding vanwege de lange duur van de bezwaarfase. Voorts twisten partijen over het antwoord op de vraag of belanghebbenden recht hebben op een hogere vergoeding van kosten in de bezwaarfase dan het bedrag van € 872 dat reeds door de Inspecteur is toegekend.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummers BK-14/01488 t/m BK-14/01491
Uitspraak van 30 juni 2015
in het geding tussen:
erven [X] te [Z], belanghebbenden,
en
de inspecteur van de Belastingdienst/kantoor Den Haag, de Inspecteur,
op het hoger beroep van belanghebbenden tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 5 september 2014, nummers SGR 13/10488, SGR 13/10489, SGR 13/10491 en SGR 13/10492, betreffende na te vermelden aanslagen.
Aanslagen, bezwaren en geding in eerste aanleg
Aan [X] (hierna: erflater) zijn voor de jaren 2002 tot en met 2005 aanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) opgelegd.
Bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar heeft de Inspecteur de bezwaren van belanghebbenden (hierna ook: de erven) gedeeltelijk toegewezen, namelijk voor zover deze zien op de hoogte van de aanslagen. Het verzoek om vergoeding van immateriële schade heeft hij afgewezen.
Belanghebbenden hebben tegen de uitspraken op bezwaar beroep bij de rechtbank ingesteld. De rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard.