Gerechtshof Den Haag, 22-07-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:2235, BK-15_00125
Gerechtshof Den Haag, 22-07-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:2235, BK-15_00125
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 22 juli 2015
- Datum publicatie
- 21 augustus 2015
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2015:2235
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBDHA:2014:14792, Bekrachtiging/bevestiging
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2016:1915
- Zaaknummer
- BK-15_00125
Inhoudsindicatie
Tussen partijen is in geschil of de onroerende zaak behoorde tot het vermogen van een door belanghebbende gedreven onderneming dan wel tot het vermogen van een werkzaamheid van belanghebbende.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-15/00125
Uitspraak d.d. 22 juli 2015
in het geding tussen:
[X] te [Z] , belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Den Haag, de Inspecteur,
op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 25 november 2014, nummer SGR 14/6700, betreffende na te vermelden aanslag.
Aanslag, bezwaar en geding in eerste aanleg
Aan belanghebbende is voor het jaar 2010 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 100.000.
Bij uitspraak op bezwaar van 4 juni 2014 heeft de Inspecteur belanghebbendes bezwaar afgewezen.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep bij de rechtbank ingesteld. Ter zake van dit beroep is een griffierecht geheven van € 45. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.