Hoge Raad, 12-08-2016, ECLI:NL:HR:2016:1915, 15/04048
Hoge Raad, 12-08-2016, ECLI:NL:HR:2016:1915, 15/04048
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 12 augustus 2016
- Datum publicatie
- 12 augustus 2016
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2016:1915
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2015:2235
- Zaaknummer
- 15/04048
Inhoudsindicatie
HR: art. 81.1 RO.
Uitspraak
12 augustus 2016
nr. 15/04048
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 22 juli 2015, nr. BK‑15/00125, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Den Haag (nr. SGR 14/6700) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2010 opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premies volksverzekeringen.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen 's Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.