Gerechtshof Den Haag, 18-08-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:2329, BK-14-00628
Gerechtshof Den Haag, 18-08-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:2329, BK-14-00628
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 18 augustus 2015
- Datum publicatie
- 28 augustus 2015
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2015:2329
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBDHA:2014:7955, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- BK-14-00628
Inhoudsindicatie
In geschil is of belanghebbende recht heeft op vergoeding van de werkelijk gemaakte proceskosten in plaats van de forfaitaire proceskostenvergoeding.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-14/00628
Uitspraak van 18 augustus 2015
in het geding tussen:
[X] B.V. te [Z] , hierna: belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Arnhem, hierna: de Inspecteur,
op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 21 mei 2014, nummer SGR 13/9760 betreffende nagenoemde aanslag.
Naheffingsaanslag, bezwaar en geding in eerste aanleg
Belanghebbende is voor het jaar 2005 een naheffingsaanslag in de dividendbelasting opgelegd ten bedrage van € 753.583 (hierna: de naheffingsaanslag).
Bij uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur de naheffingsaanslag verminderd tot een bedrag van € 658.331.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep ingesteld bij de rechtbank. Een griffierecht van € 318 is geheven. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd, de naheffingsaanslag vernietigd, de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 974 en de Inspecteur opgedragen het betaalde griffierecht van € 318 aan belanghebbende te vergoeden.