Home

Gerechtshof Den Haag, 14-10-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:2905, BK-15_00219

Gerechtshof Den Haag, 14-10-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:2905, BK-15_00219

Gegevens

Instantie
Gerechtshof Den Haag
Datum uitspraak
14 oktober 2015
Datum publicatie
20 oktober 2015
ECLI
ECLI:NL:GHDHA:2015:2905
Formele relaties
Zaaknummer
BK-15_00219

Inhoudsindicatie

In hoger beroep is in geschil of belanghebbende in het onderhavige jaar in Nederland verzekerd en premieplichtig is voor de volksverzekeringen.

Uitspraak

GERECHTSHOF DEN HAAG

Team Belastingrecht

meervoudige kamer

nummer BK-15/00219

Uitspraak d.d. 14 oktober 2015

in het geding tussen:

[X] te [Z] , belanghebbende,

en

de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Den Haag, de Inspecteur,

op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag van 6 januari 2015, nummer SGR 14/2016, betreffende de hierna onder 1.1 vermelde aanslag.

Aanslag, beschikking, bezwaar en geding in eerste aanleg

1.1.

Aan belanghebbende is voor het jaar 2010 een aanslag in de inkomstenbelasting en de premie volksverzekeringen opgelegd naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 31.219 en een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 949.

1.2.

Belanghebbende heeft bezwaar gemaakt tegen de aanslag in de premie volksverzekeringen. Bij uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur het bezwaar ongegrond verklaard.

1.3.

Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep bij de Rechtbank ingesteld. Ter zake van dit beroep is een griffierecht geheven van € 45. De Rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard.

Loop van het geding in hoger beroep

Vaststaande feiten

Omschrijving geschil in hoger beroep en standpunten van partijen

Conclusies van partijen

Oordeel van de rechtbank

Artikel 1 Definities Voor de toepassing van deze overeenkomst a) wordt onder het begrip ‘Rijnvarende’ een werknemer of zelfstandige verstaan, (…), die behorend tot het varend personeel zijn beroepsarbeid verricht aan boord van een schip dat met winstoogmerk in de Rijnvaart wordt gebruikt en dat is voorzien van het certificaat bedoeld in artikel 22 van de Herziene Rijnvaartakte, (…) c) wordt onder de uitdrukking ‘de onderneming waartoe het schip behoort’ de onderneming of vennootschap verstaan die het betrokken schip exploiteert, ongeacht of deze eigenaar van het schip is of niet. Wanneer het schip door meerdere ondernemingen of vennootschappen wordt geëxploiteerd, dan geldt voor toepassing van deze overeenkomst als exploitant van het schip de onderneming of vennootschap die het schip daadwerkelijk exploiteert en die beslissingsbevoegd is in het bijzonder voor het economische en commerciële management van het schip. Voor de vaststelling van de onderneming zijn de op de Rijnvaartverklaring vermelde gegevens maatgevend.

Proceskosten

Beslissing