Gerechtshof Den Haag, 16-12-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:3780, BK-15/00226
Gerechtshof Den Haag, 16-12-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:3780, BK-15/00226
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 16 december 2015
- Datum publicatie
- 12 januari 2016
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2015:3780
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBDHA:2015:487, Bekrachtiging/bevestiging
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2016:2102
- Zaaknummer
- BK-15/00226
Inhoudsindicatie
In hoger beroep is in geschil of de met ingang van 1 januari 2013 in artikel 32bd van de Wet op de loonbelasting 1964 opgenomen regeling leidt tot een belastingheffing die in strijd is met artikel 1 en het systeem van de Wet; artikel 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM, waarbij het geschil zich toespitst op de vragen of de terugwerkende kracht die in de regeling besloten ligt, ontoelaatbaar is en of hiermee een disproportionele last op belanghebbende wordt gelegd; het verdragsrechtelijke gelijkheidsbeginsel van artikel 14 EVRM en artikel 26 IVBPR
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-15/00226
Uitspraak d.d. 16 december 2015
in het geding tussen:
[X] N.V. te [Z] , belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Amsterdam, de Inspecteur,
inzake het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag van 15 januari 2015, nummer SGR 14/3368 betreffende het bezwaar van belanghebbende tegen de onder 1.1 vermelde afdracht op aangifte.