Hoge Raad, 16-09-2016, ECLI:NL:HR:2016:2102, 16/00528
Hoge Raad, 16-09-2016, ECLI:NL:HR:2016:2102, 16/00528
Gegevens
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 16 september 2016
- Datum publicatie
- 16 september 2016
- ECLI
- ECLI:NL:HR:2016:2102
- Formele relaties
- In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2015:3780
- Zaaknummer
- 16/00528
Inhoudsindicatie
HR: 81.1 RO.
Uitspraak
16 september 2016
Nr. 16/00528
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] N.V. te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 16 december 2015, nr. BK‑15/00226, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Den Haag (nr. SGR 14/3368) betreffende de door belanghebbende op aangifte als pseudo-eindheffing hoog loon afgedragen loonbelasting over het tijdvak maart 2013.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij vier middelen voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling (vgl. HR 29 januari 2016, nr. 15/00340, ECLI:NL:HR:2016:121, BNB 2016/163, en HR 29 januari 2016, nr. 15/03090, ECLI:NL:HR:2016:124, BNB 2016/164).
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.