Gerechtshof Den Haag, 17-02-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:557, BK-14-578
Gerechtshof Den Haag, 17-02-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:557, BK-14-578
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 17 februari 2015
- Datum publicatie
- 19 maart 2015
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2015:557
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBHAA:2011:BU6527, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2016:91
- Zaaknummer
- BK-14-578
Inhoudsindicatie
De door de Inspecteur voor het Hof aangevoerde subsidiaire stelling dat sprake is van fraus legis is door het Hof buiten behandeling gelaten, behoudens voor zover zij betrekking had op het gedeelte van de herinvesteringsreserve dat is aangewend voor afboeking op de aanschaffingskosten van het pand [Y] te [D]. Voor zover de subsidiaire stelling van de Inspecteur door het Hof niet is behandeld, dient dit alsnog te gebeuren. Aangezien daarvoor mede onderzoek van feitelijke aard nodig is, dient verwijzing te volgen."
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-14/00578
Uitspraak d.d. 17 februari 2015
in het geding tussen:
[X] B.V., statutair gevestigd te [Z], hierna: belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Zwolle, hierna: de Inspecteur,
op het hoger beroep van de Inspecteur tegen de uitspraak van de rechtbank Haarlem van 28 april 2011, nummer AWB 10/2933, betreffende na te vermelden aanslag en beschikking.
Aanslag, beschikking, bezwaar en geding in eerste aanleg
Aan belanghebbende is voor het jaar 2004 een aanslag in de vennootschapsbelasting opgelegd, berekend naar een belastbaar bedrag van € 12.459.520. Voorts is bij beschikking een bedrag van € 695.034 aan heffingsrente in rekening gebracht.
Belanghebbende heeft tegen de aanslag en de beschikking inzake de heffingsrente een bezwaarschrift ingediend bij de Inspecteur.
Bij in één geschrift vervatte uitspraken op bezwaar heeft de Inspecteur de bezwaren tegen de aanslag en de beschikking heffingsrente afgewezen.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraken op bezwaar beroep ingesteld bij de rechtbank Haarlem. Een griffierecht is geheven van € 298. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar vernietigd, de aanslag verminderd tot een berekend naar een belastbare winst van € 631.875, de in rekening gebrachte heffingsrente dienovereenkomstig verminderd, de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten van belanghebbende tot een bedrag van € 1.633 en de Inspecteur opgedragen het betaalde griffierecht van € 298 aan belanghebbende te vergoeden.