Gerechtshof Den Haag, 31-03-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:755, BK-14-00571
Gerechtshof Den Haag, 31-03-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:755, BK-14-00571
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 31 maart 2015
- Datum publicatie
- 3 april 2015
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2015:755
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2016:1207, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- BK-14-00571
Inhoudsindicatie
Partijen houdt verdeeld het antwoord op de vraag of de vrijstelling als bedoeld in artikel 5.7, lid 1, letter c, Wet IB 2001 van toepassing is op de golfgronden.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-14/00571
Uitspraak van 31 maart 2015
in het geding tussen:
[X] te [Z] belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Den Haag, de Inspecteur,
op het hoger beroep van de Inspecteur tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 17 april 2014, nummer SGR 13/4778, betreffende na te vermelden aanslag.
Aanslag, bezwaar en geding in eerste aanleg
Aan belanghebbende is voor het jaar 2008 een aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen opgelegd naar een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 148.466.
Bij uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur belanghebbendes bezwaar afgewezen.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak op bezwaar beroep bij de rechtbank ingesteld. De rechtbank heeft de uitspraak op bezwaar vernietigd, de aanslag verminderd tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit sparen en beleggen van € 128.016, de heffingsrente dienovereenkomstig verminderd, de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten van € 974 en vergoeding van het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 44 gelast.