Gerechtshof Den Haag, 21-01-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:78, BK-11_00032
Gerechtshof Den Haag, 21-01-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:78, BK-11_00032
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 21 januari 2015
- Datum publicatie
- 28 januari 2015
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2015:78
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBSGR:2010:BP0101, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2015:2691
- Zaaknummer
- BK-11_00032
Inhoudsindicatie
Boekenonderzoek schoonmaakbedrijf.
4.1.1.Tussen partijen is in geschil of de naheffingsaanslag terecht en tot het juiste bedrag is vastgesteld welke vraag door belanghebbende ontkennend en door de Inspecteur bevestigend wordt beantwoord.
4.1.2.Voorts is tussen partijen in geschil of de boetebeschikking terecht en tot het juiste bedrag is opgelegd, welke vraag door belanghebbende ontkennend en door de Inspecteur bevestigend wordt beantwoord.
4.2.Voor de standpunten van partijen en de gronden waarop zij deze doen steunen, verwijst het Hof naar de gedingstukken.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team belastingrecht
meervoudige kamer
Nummer BK-11/00032
Uitspraak d.d. 21 januari 2015
in het geding tussen:
[X] te [Z], belanghebbende,
en
de directeur van de Belastingdienst Haaglanden, de Inspecteur,
op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank 's‑Gravenhage (thans: rechtbank Den Haag) van 29 december 2010, nummer AWB 09/3398 LB/PVV, betreffende na te vermelden aanslag en beschikkingen.
Naheffingsaanslag, beschikkingen, bezwaar en geding in eerste aanleg
Aan belanghebbende is over het tijdvak 1 januari 2002 tot en met 31 december 2003 een naheffingsaanslag in de loonbelasting en de premie volksverzekeringen opgelegd ten bedrage van € [Y]. Bij gelijktijdig genomen beschikkingen heeft de Inspecteur aan belanghebbende op de voet van artikel 67f, eerste lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: Awr) een vergrijpboete opgelegd van € [Y] (50 percent van de nageheven belasting) alsmede een bedrag van € [Y] aan heffingsrente in rekening gebracht.
Bij uitspraken op bezwaar heeft de Inspecteur belanghebbendes bezwaar tegen de naheffingsaanslag en de beschikkingen afgewezen.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraken op bezwaar beroep bij de rechtbank ingesteld. De rechtbank heeft de uitspraak op bezwaar betreffende de naheffingsaanslag en de heffingsrentebeschikking ongegrond verklaard, de uitspraak op bezwaar betreffende de boete vernietigd, de boetebeschikking gewijzigd in die zin dat de boete is verminderd tot € 94.786, de Inspecteur veroordeeld in de proceskosten van € 1.127 en vergoeding van het door belanghebbende betaalde griffierecht van € 41 gelast.