Gerechtshof Den Haag, 03-04-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:953, BK 14 _00565
Gerechtshof Den Haag, 03-04-2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:953, BK 14 _00565
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 3 april 2015
- Datum publicatie
- 22 april 2015
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2015:953
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBDHA:2014:6145, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- BK 14 _00565
Inhoudsindicatie
In hoger beroep spitst het geschil zich toe, net als voor de rechtbank, op de vraag of de informatiebeschikking rechtsgeldig is afgegeven
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummer BK-14/00565
Uitspraak van 3 april 2015
in het geding tussen:
[X] te [Z], belanghebbende,
en
de directeur van de Belastingdienst/kantoor Den Haag, de Inspecteur,
op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 20 mei 2014, nr. SGR 13/10151.
Bezwaar en beroep
De Inspecteur heeft op de voet van artikel 52a van de Algemene wet inzake rijksbelastingen een informatiebeschikking afgegeven ten aanzien van de omzetbelasting over de
periode van 1 januari 2009 tot en met 31 augustus 2012 en ten aanzien van de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen over de jaren 2009 tot en met 2011.
Bij uitspraak op bezwaar heeft de Inspecteur de informatiebeschikking gehandhaafd.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Inspecteur beroep bij de rechtbank ingesteld. Een griffierecht van € 44 is geheven.
De rechtbank heeft het beroep deels niet-ontvankelijk en deels ongegrond verklaard, de termijn waarbinnen belanghebbende alsnog de in de brief van 13 februari 2012 gestelde
vragen kan beantwoorden vastgesteld op vier weken gerekend vanaf de dag dat de rechtbankuitspraak is verzonden, de Inspecteur veroordeeld in de aan belanghebbende te betalen proceskosten van € 487 en de Inspecteur gelast het griffierecht aan belanghebbende te vergoeden.