Gerechtshof Den Haag, 17-05-2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:1525, BK-14/01541 tot en met BK-14/01546
Gerechtshof Den Haag, 17-05-2016, ECLI:NL:GHDHA:2016:1525, BK-14/01541 tot en met BK-14/01546
Gegevens
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 17 mei 2016
- Datum publicatie
- 1 juni 2016
- ECLI
- ECLI:NL:GHDHA:2016:1525
- Formele relaties
- Cassatie: ECLI:NL:HR:2017:1335
- Zaaknummer
- BK-14/01541 tot en met BK-14/01546
Inhoudsindicatie
In geschil is of het bezwaarschrift tegen de navorderingsaanslag ib/pvv voor het jaar 2007 terecht niet-ontvankelijk is verklaard wegens termijnoverschrijding; of de Inspecteur naar aanleiding van een kasopstelling terecht het belastbaar inkomen uit werk en woning voor de onderhavige jaren heeft verhoogd wegens een negatief netto privé; en of de Inspecteur gelet op het vorenstaande terecht bij het opleggen van de navorderingsaanslag Zvw voor het jaar 2007 van het maximum bijdrage-inkomen is uitgegaan.
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Team Belastingrecht
meervoudige kamer
nummers BK-14/01541 t/m BK-14/01546
Uitspraak van 17 mei 2016
in het geding tussen:
[X 1] (1973) te [Z] , belanghebbende,
en
de inspecteur van de Belastingdienst, kantoor Rotterdam, de Inspecteur,
op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 7 oktober 2014, nummers SGR 13/4550, SGR 13/4551, SGR 13/4552, SGR 13/4553, SGR 13/4554 en SGR 13/4555, betreffende na te vermelden (navorderings)aanslagen, beschikkingen inzake heffingsrente en vergrijpboete.
(Navorderings)aanslagen, beschikkingen, bezwaren en geding in eerste aanleg
De Inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2004 een navorderingsaanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (ib/pvv) opgelegd (BK-14/01541), berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 86.110. Gelijktijdig is bij beschikking € 7.565 aan heffingsrente in rekening gebracht.
De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar de navorderingsaanslag ib/pvv 2004 verminderd tot een berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 64.223. Gelijktijdig is bij beschikking de heffingsrente verminderd tot € 5.008.
De Inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2005 een navorderingsaanslag ib/pvv opgelegd (BK-14/01542), berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 51.719. Gelijktijdig is bij beschikking € 4.044 aan heffingsrente in rekening gebracht.
De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar de navorderingsaanslag ib/pvv 2005 en de beschikking gehandhaafd.
De Inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2006 een navorderingsaanslag ib/pvv opgelegd (BK-14/01543), berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 31.487. Gelijktijdig is bij beschikking € 1.748 aan heffingsrente in rekening gebracht.
De Inspecteur heeft het tegen de navorderingsaanslag ib/pvv 2006 gerichte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.
De Inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2007 een navorderingsaanslag ib/pvv opgelegd (BK-14/01544), berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 80.524. Gelijktijdig is bij beschikkingen € 5.513 aan heffingsrente in rekening gebracht en een vergrijpboete van € 7.930 opgelegd.
De Inspecteur heeft het tegen de navorderingsaanslag ib/pvv 2007 gerichte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.
De Inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2007 een navorderingsaanslag Zorgverzekeringswet (Zvw) opgelegd (BK-14/01545), berekend naar een maximum bijdrage-inkomen Zvw van € 30.623. Gelijktijdig is bij beschikking € 233 aan heffingsrente in rekening gebracht.
De Inspecteur heeft bij uitspraak op bezwaar de navorderingsaanslag Zvw 2007 en de beschikking gehandhaafd.
De Inspecteur heeft aan belanghebbende voor het jaar 2008 een definitieve aanslag ib/pvv opgelegd (BK-14/01546), berekend naar een belastbaar inkomen uit werk en woning van € 71.307. Gelijktijdig is bij beschikking € 2.401 aan heffingsrente in rekening gebracht.
De Inspecteur heeft het tegen de aanslag ib/pvv 2008 gerichte bezwaar niet-ontvankelijk verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraken op bezwaar beroep bij de rechtbank ingesteld. De rechtbank heeft de beroepen ib/pvv 2004, ib/pvv 2005, ib/pvv 2007 en Zvw 2007 ongegrond verklaard, de beroepen ib/pvv 2006 en ib/pvv 2008 gegrond verklaard, de uitspraken op bezwaar ib/pvv 2006 en ib/pvv 2008 vernietigd, de bezwaren ib/pvv 2006 en ib/pvv 2008 ontvankelijk verklaard, de navorderingsaanslagen ib/pvv 2006 en ib/pvv 2008 en de daarbij gegeven heffingsrentebeschikkingen gehandhaafd, bepaald dat de uitspraak van de rechtbank in de plaats treedt van de vernietigde uitspraken op bezwaar en de Inspecteur opgedragen het in de zaken SGR 13/4552 (BK-14/01543) en SGR 13/4555 (BK-14/01546) betaalde griffierecht van in totaal € 88 aan belanghebbende te vergoeden.